Om deze studie uit te voeren, hebben de onderzoekers informatie verzameld over 2240 patiënten die in twee grote Poolse ziekenhuizen werden gezien. Uiteindelijk is de studie uitgevoerd bij 1727 patiënten die het laatste jaar geen viruslast hoger dan 200 kopieën/ml meer hadden gehad (antiretrovirale behandeling als doeltreffend beschouwd). 85% van de deelnemers waren mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 35 jaar.

Bij een eerste analyse hebben de onderzoekers de impact van een herstel van het immuunsysteem (gedefinieerd als een stijging van het aantal CD4-cellen tot meer dan 500/mm³) op de overleving geëvalueerd. Bij een tweede analyse hebben ze de impact van een sterker herstel van het immuunsysteem (gedefinieerd als een stijging van het aantal CD4-cellen tot meer dan 800/mm³) op de overleving geëvalueerd. Ze hebben ook de verhouding tussen het aantal CD4-cellen en het aantal CD8-cellen gemeten (afbreekwaarde 0,8 en 1). Tot slot hebben ze de impact van een volledig herstel van het immuunsysteem, gedefinieerd als een stijging van het aantal CD4-cellen tot > 800/mm³ en een CD4-CD8-verhouding > 1, geëvalueerd. Bij het starten van de antiretrovirale behandeling had circa 50% van de proefpersonen < 300 CD4-cellen/mm³ en had circa 25% < 100 CD4-cellen/mm³. Tijdens de follow-up is het aantal CD4-cellen bij 85% van de patiënten gestegen tot meer dan 500 en bij 48% tot meer dan 800. Bij 68% is de CD4-CD8-verhouding gestegen tot meer dan 0,8 en bij 48% tot meer dan 1. Bij 35% van de deelnemers is een volledig herstel van het immuunsysteem waargenomen.

Een herstel van het immuunsysteem correleert sterk met de overleving

98% van de patiënten bij wie het aantal CD4-cellen/mm³ was gestegen tot 500/mm³, was na tien jaar nog in leven, tegen 91,1% van de cohorte met een lager aantal CD4-cellen. Het verschil in sterfte was statistisch significant (HR 5,4). Na 10 jaar was 99% van de patiënten bij wie het aantal CD4-cellen/mm³ weer was gestegen tot 800/mm³ of meer nog in leven, tegen 95,2% bij de patiënten bij wie het aantal CD4-cellen minder was gestegen. Er was ook een verschil in overleving naargelang de CD4-CD8-verhouding al dan niet hoger was dan 0,8 (98,2% vs. 94,6%) of hoger dan 1 (98,4% vs. 95,8%). De 10-jaarsoverleving bedroeg 98,8% bij de patiënten bij wie het immuunsysteem volledig was hersteld, en 96,1% bij de patiënten bij wie het immuunsysteem niet volledig was hersteld.

Een zeer geruststellende bevinding was dat de snelheid van herstel van het immuunsysteem geen significante invloed had. De overleving van de patiënten bij wie het immuunsysteem was hersteld binnen 2 jaar na het begin van de antiretrovirale behandeling, was dezelfde als bij de patiënten bij wie het langer heeft geduurd voor het immuunsysteem hersteld was. Op basis van die resultaten luidt de conclusie dan ook: de mate van herstel van het immuunsysteem correleert sterk met de overleving van hiv-geïnfecteerde patiënten, ongeacht de snelheid van het herstel.

Ref.: Aksak-Was B. et al. HIV Medicine, online gepubliceerd op 35/08/2022.

Om deze studie uit te voeren, hebben de onderzoekers informatie verzameld over 2240 patiënten die in twee grote Poolse ziekenhuizen werden gezien. Uiteindelijk is de studie uitgevoerd bij 1727 patiënten die het laatste jaar geen viruslast hoger dan 200 kopieën/ml meer hadden gehad (antiretrovirale behandeling als doeltreffend beschouwd). 85% van de deelnemers waren mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 35 jaar. Bij een eerste analyse hebben de onderzoekers de impact van een herstel van het immuunsysteem (gedefinieerd als een stijging van het aantal CD4-cellen tot meer dan 500/mm³) op de overleving geëvalueerd. Bij een tweede analyse hebben ze de impact van een sterker herstel van het immuunsysteem (gedefinieerd als een stijging van het aantal CD4-cellen tot meer dan 800/mm³) op de overleving geëvalueerd. Ze hebben ook de verhouding tussen het aantal CD4-cellen en het aantal CD8-cellen gemeten (afbreekwaarde 0,8 en 1). Tot slot hebben ze de impact van een volledig herstel van het immuunsysteem, gedefinieerd als een stijging van het aantal CD4-cellen tot > 800/mm³ en een CD4-CD8-verhouding > 1, geëvalueerd. Bij het starten van de antiretrovirale behandeling had circa 50% van de proefpersonen < 300 CD4-cellen/mm³ en had circa 25% < 100 CD4-cellen/mm³. Tijdens de follow-up is het aantal CD4-cellen bij 85% van de patiënten gestegen tot meer dan 500 en bij 48% tot meer dan 800. Bij 68% is de CD4-CD8-verhouding gestegen tot meer dan 0,8 en bij 48% tot meer dan 1. Bij 35% van de deelnemers is een volledig herstel van het immuunsysteem waargenomen.Een herstel van het immuunsysteem correleert sterk met de overleving98% van de patiënten bij wie het aantal CD4-cellen/mm³ was gestegen tot 500/mm³, was na tien jaar nog in leven, tegen 91,1% van de cohorte met een lager aantal CD4-cellen. Het verschil in sterfte was statistisch significant (HR 5,4). Na 10 jaar was 99% van de patiënten bij wie het aantal CD4-cellen/mm³ weer was gestegen tot 800/mm³ of meer nog in leven, tegen 95,2% bij de patiënten bij wie het aantal CD4-cellen minder was gestegen. Er was ook een verschil in overleving naargelang de CD4-CD8-verhouding al dan niet hoger was dan 0,8 (98,2% vs. 94,6%) of hoger dan 1 (98,4% vs. 95,8%). De 10-jaarsoverleving bedroeg 98,8% bij de patiënten bij wie het immuunsysteem volledig was hersteld, en 96,1% bij de patiënten bij wie het immuunsysteem niet volledig was hersteld. Een zeer geruststellende bevinding was dat de snelheid van herstel van het immuunsysteem geen significante invloed had. De overleving van de patiënten bij wie het immuunsysteem was hersteld binnen 2 jaar na het begin van de antiretrovirale behandeling, was dezelfde als bij de patiënten bij wie het langer heeft geduurd voor het immuunsysteem hersteld was. Op basis van die resultaten luidt de conclusie dan ook: de mate van herstel van het immuunsysteem correleert sterk met de overleving van hiv-geïnfecteerde patiënten, ongeacht de snelheid van het herstel.Ref.: Aksak-Was B. et al. HIV Medicine, online gepubliceerd op 35/08/2022.