...

In 2016 werden in ons land 925 nieuwe gevallen van hiv-positieve patiënten ontdekt. Daarmee ligt ons land voor de eerste keer onder de lat van 1.000 nieuwe gevallen per jaar. Die vaststelling wijst erop dat de epidemie wat aan het afnemen is. Neemt niet weg dat artsen en patiënten, vooral de gemeenschap van homoseksuelen, worden geconfronteerd met een gestage stijging van het aantal seksueel overdraagbare aandoeningen.Op het congres werd ook een eerste balans geschetst van de Belgische start van PrEP (pre-expositieprofylaxe) met de presentatie van de preliminaire resultaten van de Be-PrEP-ared-studie. Daarnaast werd een peiling voorgesteld bij hiv-geïnfecteerden over hun houding en verwachtingen ten aanzien van die nieuwe wijze van preventie.In 2016 werden in België voor het eerst minder dan 1.000 nieuwe gevallen van hiv geregistreerd, meer bepaald 915 gevallen, dus een daling met 10% ten opzichte van 2015 en met 25% ten opzichte van 2013. Die gestage daling van het aantal nieuwe gevallen doet zich voor in de belangrijkste twee groepen die worden getroffen door de epidemie. Ten eerste, mannen die seks hebben met andere mannen (MSM): 8% nieuwe gevallen minder en een daling met 21% ten opzichte van de piek die werd gemeten in 2013 bij mannelijke homoseksuelen, en ten tweede, heteroseksuelen, mannen en vrouwen, uit sub-saharisch-Afrika: daling met 5% in 2016 en met 41% tijdens de laatste vijf jaar.In de groep Belgische homoseksuelen is het aantal nieuwe gevallen echter stabiel gebleven: 91 nieuwe gevallen in 2016 tegen een honderdtal in 2007 en 2013. Dat wijst erop dat de epidemie wat afneemt, zeker als je weet dat het jaarlijkse aantal screeningstests hoog en vrij constant blijft. Nog goed nieuws, de resistentie tegen de belangrijkste antiretrovirale middelen blijkt niet toe te nemen. Is de epidemie in België overwonnen? Nee, maar we zitten wel op de goede weg gezien de continue daling de laatste jaren van de indicatoren van infectie.33% van de patiënten wordt echter laat gedetecteerd, meer nog bij heteroseksuelen (43%) dan bij MSM (23%). De groepen die van dichtbij moeten worden gevolgd, zijn vrouwen, de leeftijdsgroep van 40 tot 49 jaar, heteroseksuelen, mensen uit sub-Saharisch-Afrika, migranten en dat zowel in Vlaanderen als in Wallonië. Een andere reden voor ongerustheid is dat het aantal niet-gediagnosticeerde hiv-geïnfecteerden vrij constant blijft. Dat aantal wordt momenteel geraamd op ongeveer 3.000. Het betreft vooral niet-Belgische MSM en heteroseksuelen uit sub-Saharisch-Afrika die in het Brusselse Gewest leven.In een poging een einde te maken aan de hiv-epidemie streeft UNAIDS de ambitieuze doelstelling 90-90-90 na. Elk land dat geconfronteerd wordt met hiv, zou er tegen 2020 in moeten slagen om 90% van de gevallen van hiv te diagnosticeren; 90% van die hiv-geïnfecteerden zou een constante antiretrovirale behandeling moeten krijgen en zou moeten worden gevolgd en van die laatste 90% zou 90% een onmeetbaar lage virale belasting moeten hebben.De laatste cijfers leren dat België wat dat betreft een goede leerling is. 85% van de hiv-geïnfecteerden is gediagnosticeerd en kent hun virale toestand (doelstelling UN 90%), 73% wordt behandeld (doelstelling UN 81%) en 68% heeft een onmeetbaar lage virale belasting (doelstelling UN 73%). In het begin van het proces moet nog een inspanning worden geleverd om het screeningspercentage te verhogen. Wat dat betreft, zijn de nieuwe middelen voor zelfdiagnose een succes. Daardoor zouden we erin moeten slagen om sneller de doelstelling te bereiken. Een tweede punt dat moet worden verbeterd, is het retentiepercentage op lange termijn van patiënten in referentiecentra om een goede follow-up van de behandeling te verzekeren.Sinds 01/06/2017 wordt PrEP (preexpositieprofylaxe) in België terugbetaald bij bepaalde groepen hiv-negatieve personen die echter een zeer hoog risico lopen gezien hun seksuele praktijken. Momenteel wordt de behandeling al terugbetaald bij 737 patiënten, in 98,5% van de gevallen MSM. 80,4% heeft de laatste zes maanden receptieve of passieve anale seks beoefend zonder gebruik van een condoom met meer dan een partner. Het afgelopen jaar heeft 42,1% een soa vertoond, gebruikte 36,4% drugs bij geslachtsgemeenschap en waren 4,2% sekswerkers. De peiling, die werd uitgevoerd bij 214 mensen, leert dat PrEP inderdaad de groep patiënten betreft die een zeer hoog risico op infectie lopen.Een totale en continue therapietrouw is essentieel voor het welslagen van PrEP. De preliminaire resultaten van de Be-PrEP-ared-studie, die in 2015 werd gestart bij 200 patiënten van wie drie transgendervrouwen, zijn wat dat betreft zeer geruststellend, ook al omdat de patiënten konden kiezen tussen continue inname van de medicatie of enkel inname tijdens perioden van risicogedrag.In die specifieke groep van patiënten werd bijna 100% van de risicogedragingen gedekt en werd meer dan 80% van de patiënten beschermd telkens als ze risicobetrekkingen hadden. Een andere interessante vaststelling van de studie is dat het aantal anonieme seksuele partners en het aantal gevallen van passieve anale seks zonder condoom constant zijn gebleven in vergelijking met de voorgaande periode.Het aantal gevallen van soa was al hoog voor het starten van PrEP (gonorroe 40%, Chlamydia 35%, syfilis 12,4% en hepatitis C 2,9%), maar dat aantal is tijdens de follow-up niet significant gestegen. Dat alles wijst erop dat PrEP zeer ernstig wordt genomen en geen vrijkaart vormt voor ongeremde seksualiteit. Een aantal patiënten die PrEP krijgen, vindt het vooral belangrijk dat hun seksuele leven nu bevrijd is van de angst voor onbeschermde betrekkingen met onbekenden. Dat is een risicogedrag waar veel mannen geen afstand van kunnen nemen hoewel ze de implicaties ervan kennen. Nu kunnen ze hun seksualiteit beleven zonder er bang voor te moeten zijn dat ze zelf zouden worden besmet of dat ze iemand anders zouden besmetten. Stilaan gaat de wetenschap erop vooruit en geraakt hiv op de terugweg. Dat is de belangrijkste boodschap van hoop van dit symposium.