...

Hiv en risico voor het botDe behandeling van hiv-infectie is sterk verbeterd. De levensverwachting van hiv-geïnfecteerde patiënten is dan ook uitstekend en benadert die in de algemene populatie, maar bepaalde leeftijdsgebonden gezondheidsproblemen komen toch vaker voor bij hiv-geïnfecteerde patiënten. Artrose bijvoorbeeld, een aandoening die zeer frequent is bij 50-plussers. Naast het onvermijdelijke proces van veroudering hebben de chronische ontsteking die door het virus wordt veroorzaakt, en de bijwerkingen van de antiretrovirale behandeling een direct effect op de samenstelling en de structuur van het bot en het gewrichtskraakbeen, maar ook een indirect effect, met name via geen toename van het metabole risico op lange termijn: verhoogde serumlipiden, obesitas, stoornissen van het vetweefsel, diabetes, hypertensie, die negatieve invloed hebben op de gezondheid van het bot. Tegen die achtergrond hebben dr. Yao Liu en zijn collega's van het US Osteoarthritis Initiative een onderzoek uitgevoerd om na te gaan of hiv-geïnfecteerde patiënten die een antiretrovirale behandeling krijgen, vaker afwijkingen van de samenstelling van het gewrichtskraakbeen en de botstructuur van de knieën vertonen dan mensen zonder hiv-geïnfecteerde patiënten en hiv-geïnfecteerde patiënten die geen behandeling krijgen. Het is een weliswaar kleine studie uitgevoerd bij 10 hiv-geïnfecteerde patiënten en 20 gezonde controlepersonen, maar de conclusies ervan zijn toch interessant.Zowel het virus als de behandeling werkt in op het gewrichtskraakbeenBij inclusie in de studie vertoonden de hiv-geïnfecteerde patiënten al meer afwijkingen van het gewrichtskraakbeen, meer gewrichtsvochtuitstorting in de knie (marker van ontsteking) en paradoxaal minder typische structurele letsels van gonartrose (botcysten). Na acht jaar follow-up met medische beeldvormingsonderzoeken en specifieke metingen van de structuur, de samenstelling en de textuur van het gewrichtskraakbeen bleken de hiv-geïnfecteerde patiënten significant meer deterioratie van de matrix van het gewrichtskraakbeen en een groter aantal gewrichtskraakbeenletsels, die dus kunnen leiden tot artrose, te vertonen, maar er werd geen significant verschil vastgesteld met de controlepersonen. Gezien die verrassende vaststelling is verder onderzoek naar het effect van een hiv-infectie en de antiretrovirale middelen op de botaanmaak en -resorptie wenselijk. Een mogelijke verklaring voor de waargenomen aftakeling van het gewrichtskraakbeen zou kunnen zijn het verlies van spiermassa rond de knie bij hiv-geïnfecteerde patiënten. Dat wijzigt de biomechanica van de knie en kan gewrichtskraakbeenletsels veroorzaken. De schade en de ontsteking zouden anderzijds ook kunnen te wijten zijn aan een combinatie van door het hiv verwekte ontsteking, de bijwerkingen van antiretrovirale middelen en metabole afwijkingen. Hoe dan ook, het is dus belangrijk om de gezondheid van het bot en het risico op artritis en artrose te evalueren bij alle hiv-geïnfecteerde patiënten. Ref.: Liu Y et al. BMC Musculoskeletal Disorders, online gepubliceerd voor de papieren versie.