Volgens een Italiaanse studie bij elf vrouwen die tijdens de zwangerschap werden behandeld met een 2DR (DTG/3TC), zou een tweevoudige combinatietherapie een interessante en goede optie kunnen zijn tijdens de zwangerschap bij vrouwen bij wie een klassieke drievoudige combinatietherapie op basis van dolutegravir niet geïndiceerd is.
Onze Italiaanse collegae uit Padua hebben retrospectief de dossiers doorgenomen van 24 zwangere vrouwen met hiv: elf vrouwen die werden behandeld met een 2DR, meer bepaald DTG/3TC, en 13 die een 3DR kregen (vier DTG/TDF/FCT en negen DTG/ABC/3TC).
Vier van de 13 vrouwen die een 3DR hebben gekregen, waren bij de bevruchting nog niet behandeld. Bij de bevalling was de viruslast bij drie van de 13 patiënten niet onmeetbaar laag: een patiënte die nog geen behandeling had gekregen, met 35 kopieën/ml en twee patiënten met meer dan 1.500 kopieën/ml wegens een gebrekkige therapietrouw. Het gemiddelde aantal CD4-cellen/mm³ was 570/mm³ tijdens het eerste zwangerschapstrimester en 588/mm³ tijdens het laatste.
Drie van de elf vrouwen die een 2DR (DTG/3TC) hebben gekregen, waren bij de bevruchting niet behandeld. Bij de bevalling had slechts een vrouw een meetbare viruslast. Het was een patiënte die nog geen behandeling had gekregen. Ze had een viruslast van 53 kopieën/ml. Eén van de patiënten die al een behandeling had gekregen, heeft een virale blip vertoond, waarschijnlijk als gevolg van de inname van ijzersupplementen en vitamines, die invloed hebben gehad op de antiretrovirale behandeling, maar bij de bevalling was de viruslast weer onmeetbaar laag. In die groep bedroeg het gemiddelde aantal CD4-cellen 554/mm³ tijdens het eerste trimester en 555/mm³ tijdens het laatste.
Geen verschil in het aantal vroeggeboortes (< 37 weken) tussen de twee groepen. Alle zuigelingen hebben profylactisch een antiretrovirale behandeling gekregen en zijn nadien altijd negatief getest. Er is geen enkele aangeboren misvorming vastgesteld.
Ref.: Pagnucco L. et al. Poster P005, HIV Glasgow 2022.
Onze Italiaanse collegae uit Padua hebben retrospectief de dossiers doorgenomen van 24 zwangere vrouwen met hiv: elf vrouwen die werden behandeld met een 2DR, meer bepaald DTG/3TC, en 13 die een 3DR kregen (vier DTG/TDF/FCT en negen DTG/ABC/3TC).Vier van de 13 vrouwen die een 3DR hebben gekregen, waren bij de bevruchting nog niet behandeld. Bij de bevalling was de viruslast bij drie van de 13 patiënten niet onmeetbaar laag: een patiënte die nog geen behandeling had gekregen, met 35 kopieën/ml en twee patiënten met meer dan 1.500 kopieën/ml wegens een gebrekkige therapietrouw. Het gemiddelde aantal CD4-cellen/mm³ was 570/mm³ tijdens het eerste zwangerschapstrimester en 588/mm³ tijdens het laatste.Drie van de elf vrouwen die een 2DR (DTG/3TC) hebben gekregen, waren bij de bevruchting niet behandeld. Bij de bevalling had slechts een vrouw een meetbare viruslast. Het was een patiënte die nog geen behandeling had gekregen. Ze had een viruslast van 53 kopieën/ml. Eén van de patiënten die al een behandeling had gekregen, heeft een virale blip vertoond, waarschijnlijk als gevolg van de inname van ijzersupplementen en vitamines, die invloed hebben gehad op de antiretrovirale behandeling, maar bij de bevalling was de viruslast weer onmeetbaar laag. In die groep bedroeg het gemiddelde aantal CD4-cellen 554/mm³ tijdens het eerste trimester en 555/mm³ tijdens het laatste. Geen verschil in het aantal vroeggeboortes (< 37 weken) tussen de twee groepen. Alle zuigelingen hebben profylactisch een antiretrovirale behandeling gekregen en zijn nadien altijd negatief getest. Er is geen enkele aangeboren misvorming vastgesteld.Ref.: Pagnucco L. et al. Poster P005, HIV Glasgow 2022.