...

Op het 'HIV Glasgow'-congres heeft dr. David Margolis (University of North Carolina) een post-hocanalyse gepresenteerd van de drie fase 3-studies die de virologische werkzaamheid en veiligheid van maandelijkse (ATLAS en FLAIR) of tweemaandelijkse (ATLAS-2M) injecties van de innovatieve combinatie cabotegravir/rilpivirine LA hebben onderzocht. De vorsers hebben die post-hocanalyse uitgevoerd om de oorzaken van virologische mislukking van die combinatie te achterhalen. Daarvoor hebben ze de gegevens van 1.039 patiënten geanalyseerd.Tijdens een periode van 48 weken werd bij 94,3% van de patiënten van de drie studies een virologische controle verkregen met maandelijkse of tweemaandelijkse injecties van cabotegravir/rilpivirine LA. Slechts bij 1,25% van de patiënten werd een virologische mislukking gedocumenteerd.De belangrijkste vier oorzaken van virologische mislukking waren: ruim op kop een mutatie die resistentie opwekt tegen rilpivirine en verder de rilpivirineconcentratie na 8 weken, het A6/A1-subtype en de body mass index bij inclusie in de studie.In die studie werd ook de impact van die factoren op het aantal virologische mislukkingen geëvalueerd. 732 patiënten vertoonden bij inclusie geen enkele van die factoren. Bij die patiënten bedroeg het percentage virologische mislukking 0,41%.Bij de 272 patiënten bij wie een van die factoren werd vastgesteld, was het percentage virologische mislukking nagenoeg identiek: 0,37%.Als er twee of meer factoren waren, wat het geval was bij 35 patiënten, steeg het percentage virologische mislukking sterk naar 26%.Het is dan ook zeer belangrijk mutaties die resistentie opwekken tegen rilpivirine, op te sporen bij het starten van de behandeling om een belangrijke oorzaak van virologische mislukking bij intramusculaire toediening van een combinatie van cabotegravir/rilpivirine LA te vermijden.Ref.: Margolis D. et al. O442, HIV Glasgow 2020.