...

Het iFACT-programmaOp het congres van de IAS van 2018 in Amsterdam heeft een groep vorsers van het aidsresearchcentrum van het Thaise Rode Kruis de resultaten gepresenteerd van het eerste deel van het iFACT-programma, dat de interacties heeft onderzocht tussen de hormoontherapie en PrEP bij hiv-negatieve transvrouwen die een behandeling met feminiserende hormonen kregen en een hoog risico liepen op besmetting door het hiv. De concentratie van TDF daalde weliswaar bij gelijktijdige toediening van PrEP en een feminiserende hormoontherapie, maar er werd weinig of geen effect gemeten op de oestradiol- en testosteronspiegels. De vorsers vinden die gegevens geruststellend. Die vrouwen kunnen dus zonder enig probleem PrEP gebruiken: de PrEP is niet minder effectief en heeft geen grote invloed op de hormoonconcentraties die vereist zijn voor het verkrijgen en in stand houden van feminisatie bij die patiënten. De laatste dagen werden de resultaten van het tweede deel van het programma gepresenteerd. Die resultaten gingen over mogelijke interacties tussen de feminiserende hormoontherapie en een drievoudige antiretrovirale behandeling bij hiv-geïnfecteerde transvrouwen. Hormoontherapie en antiretrovirale behandelingHet tweede deel van de studie werd uitgevoerd bij 20 transvrouwen met een gemiddelde BMI zonder nierinsufficiëntie of leverproblemen die nog geen operatie hadden ondergaan waarbij hun geslacht onomkeerbaar werd veranderd, en die de laatste zes maanden voor inclusie geen hormoontherapie noch antiretrovirale behandeling hadden gekregen. De aanbevolen hormoontherapie bestond uit oestradiolvaleraat en cyproteron. De antiretrovirale behandeling bestond in efavirenz, emtricitabine en TDF. De gepresenteerde resultaten betreffen enkel de geteste behandelingen en niet alle mogelijke combinaties van hormoontherapie en antiretrovirale behandeling, aldus de auteurs.De opzet van die studie was bijzonder gecompliceerd. We gaan er hier niet verder op in, maar u vindt daar meer over op de website van het tijdschrift Clinical Infectious Diseases. De belangrijkste conclusies voor de klinische praktijk zijn:Bij analyse van die resultaten blijkt er wel degelijk een interactie op te treden tussen de antiretrovirale behandeling en de feminiserende hormoontherapie, maar het is nog altijd niet bekend of de doseringen van die behandeling al dan niet moeten worden aangepast. De artsen moeten de behandeling zo nodig aanpassen op grond van hun klinische ervaring ter zake, het profiel en de verwachtingen van de patiënte en de resultaten van het laboratorium- en het virologisch onderzoek. De European AIDS Clinical Society heeft recentelijk richtlijnen gepubliceerd met precieze aanbevelingen voor het aanpassen van de dosering van de hormoontherapie en de keuze van de antiretrovirale behandeling. Ref.: Hiransuthikul A. et al., Clinical Infectious Diseases, januari 2020, online geraadpleegd op de website van het tijdschrift.