Het is zo goed als wereldwijd de zorgstandaard om gastro-intestinale endoscopieën uit te voeren onder matige sedatie. Toch zien we nog grote nationale en internationale verschillen in de opleiding voor, de toediening van en de monitoring na die sedaties.
...
De European Society of Gastrointestinal Endoscopy (ESGE) nam een enquête af bij haar leden (1), en zal hierop voortbouwen om haar guidelines te updaten. Om te polsen naar de huidige praktijk van endoscopisten werd een survey met veertig vragen uitgestuurd naar zo'n 4.000 gastro-enterologen. Van degenen die de vragenlijst openklikten, vulde meer dan de helft hem ook in. Het toont aan dat er interesse is in het onderwerp. Het waren voornamelijk specialisten uit Italië, Spanje, Duitsland, België, de UK en Griekenland die op de enquête reageerden. De specialisten lijstten verscheidene sedatieopties op voor hun gastro- en coloscopieën. Meest frequent is de sedatie met propofol, gevolgd door het gebruik van midazolam (in combinatie met opioïden). Meer dan de helft van de bevraagden voerde ook soms endoscopische procedures uit zonder sedatie. Heel wat sedatieve medicatie mag uitsluitend door anesthesisten toegediend worden. Zo moet de toediening van propofol bij 60% van de ondervraagden verplicht door de anesthesist gebeuren. Meer dan 40% van de respondenten genoot geen specifieke opleiding in het toedienen van sedatie voor gastro-intestinale endoscopie. Een ruime 60% volgde wel een 'advanced life support' (ALS) cursus en was opgeleid in luchtwegmanagement, beademing met masker en ballon, en het medicamenteus opheffen van sedatie. Ongeveer een derde van de gastro-enterologen is verplicht een accreditatie te behalen, en die geregeld te vernieuwen, om endoscopie onder sedatie te mogen uitvoeren. De monitoring van patiënten tijdens en na sedatie - die uiteraard intensiever is voor diepere sedatie en bij langduriger, meer invasieve interventies - is niet gestandaardiseerd in Europa. De polsslag, zuurstofsaturatie en bloeddruk worden (bijna) altijd nauwgezet opgevolgd en soms monitort men ook het hartritme of de concentratie CO2 in de uitgeademde lucht. De endoscopisten voelen zich over het algemeen comfortabel om zelf episodes van hypoxemie of hypotensie te managen. Dat is veel minder het geval wanneer er zich cardiale events zouden voordoen. Erg opvallend is dat er op de recoveryzaal vaak niet eens een EKG-toestel of defibrillator aanwezig is, terwijl cardiale bijwerkingen zich ook nog na de sedatie kunnen voordoen. Op het einde van de enquête konden de specialisten zelf suggesties doen. De vaakst terugkerende opmerking was dat toediening van propofol verplicht door anesthesisten moet gebeuren, iets wat veel gastro-enterologen liever zelf in handen zouden hebben. Want, hoewel propofol een smal therapeutisch venster heeft - een overdosering leidt tot hypoxemie en ademhalingsdepressie, en er is geen antidotum beschikbaar - tonen studies aan dat de toediening ervan wel degelijk veilig en efficiënt kan gebeuren door hierin opgeleide endoscopisten. Opmerkingen: 1. Triantafyllou K et al. Sedation practices in Gastrointestinal Endoscopy: European Society of Gastrointestinal Endoscopy (ESGE) survey. (2024). DOI 10.1055/a-2416-4866