...

3.351 patiënten werden getest. 247 van die patiënten bleken een germinale BRCA-mutatie te hebben. 154 patiënten, dus 4,5% van de initiële patiëntenpopulatie, werden in een 3-2-verhouding gerandomiseerd.Bij een centrale evaluatie was de progressievrije overleving (primair eindpunt) significant beter in de olaparibgroep (n = 92): 7,4 maanden versus 3,8 maanden in de placebogroep (n = 62): HR 0,53; 95% BI 0,35-0,82; p = 0,038. De gunstige effecten van olaparib werden teruggevonden in alle onderzochte subgroepen (aard van de eerstelijnstherapie, respons of stabilisering met die eerstelijnstherapie, mutatie van het BRCA1- of het BRCA2-gen, ouder of jonger dan 65 jaar ...).Het percentage objectieve respons en de duur van de respons waren ook beter in de olaparibgroep: respectievelijk 23,1% versus 11,5% en 24,9 versus 3,7 maanden. Bij een tussentijdse analyse (46% van de gegevens bekend) werd nog geen significant verschil in overleving waargenomen (18,9 maanden versus 18,1 maanden).Olaparib veroorzaakte echter meer bijwerkingen: graad ≥ 3-bijwerkingen 39,6% versus 23,3% in de placebogroep. De belangrijkste bijwerkingen waren vermoeidheid, nausea en diarree.Het was dan inderdaad ook goed dat de resultaten werden gepresenteerd tijdens de plenaire sessie.Naar de presentatie van Hedy Kindler op het ASCO 2019, Chicago, 31 mei-4 juni. J Clin Oncol 37, 2019 (suppl; abstr LBA4). http://abstracts.asco.org/239/AbstView_239_249933.html