...

De studie werd uitgevoerd bij 37 patiënten met een vermoeden van hoesten op gastro-oesofageale reflux, die gedurende 4 weken werden behandeld met rabeprazol, een protonpompremmer, 20 mg/d en itopride, een prokineticum, 50 mg/d.De vorsers hebben verschillende metingen uitgevoerd voor en na behandeling waaronder een subjectieve evaluatie van de ernst van de hoest op een visuele analoge schaal, de Japanse versie van de Leicester-vragenlijst voor hoesten (J-LCQ), een gewijzigde schaal voor bepaling van de frequentie van symptomen van gastro-oesofageale reflux (FSSG), meting van de concentratie van substance P in de sputa en het plasma en analyse van het type cellen in de sputa. De FSSG evalueert zowel de symptomen van zure reflux als die van functionele dyspepsie.De patiënten die goed op de behandeling reageerden (gedefinieerd als een daling > 15 mm op de visuele analoge schaal) (n = 21), werden vergeleken met de patiënten die er minder goed op reageerden (daling ≤ 15 mm op de visuele analoge schaal).De toegediende behandeling verbeterde de score op de VAS, de J-LCQ-score en de symptomen van zure reflux bij de FSSG significant. Er werd een significante correlatie waargenomen tussen de verandering van de score op de visuele analoge schaal en de symptomen van zure reflux bij de FSSG. De concentratie van substance P in het plasma en de sputa en het aantal neutrofiele granulocyten in de sputa daalden significant meer bij de responders dan bij de patiënten met een matige respons.Dat wijst er dus op dat het welslagen van een behandeling voor hoesten in samenhang met gastro-oesofageale reflux mogelijk te danken is aan minder neurogene en neutrofiele ontsteking. Misschien, wie weet, zou je de responders kunnen opsporen door meting van het effect van de behandeling op die parameters.Naar N Takeda et al. J Asthma. [Online gepubliceerd voor de papieren versie op15 juli 2019]. https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/02770903.2019.1641204