...

Eind 2018 bedroeg de totale prevalentie van eosinofiele oesofagitis 34,4 gevallen/105 inwoners (95% BI 23,1 à 47,5) en was de prevalentie hoger bij volwassenen dan bij kinderen: respectievelijk 42,2 (95% BI 31,1 à 55) en 34 (95% BI 22,3 à 49,2). Die prevalentie is maar gedeeltelijk te verklaren door een accumulatie van gevallen over verloop van tijd. De incidentie blijkt immers gestaag te stijgen: van 3,7 naar 4,4/105 persoonsjaren tijdens de laatste 3 jaar (van 5,1 naar 6,6 bij kinderen en van 7 naar 7,7 bij volwassenen). Volgens recente studies zou de incidentie nog hoger zijn.Waarom dat zo is, weten we nog niet. Mogelijke verklaringen zijn: in oudere studies werden patiënten die reageerden op protonpompremmers, vaak uitgesloten, verbetering van de diagnostische criteria, frequenter gebruik van endoscopie voor diagnose en behandeling van gastro-enterologische aandoeningen en inclusie van die aandoening bij de differentiële diagnose van functionele slokdarmstoornissen.De concordantie van de gegevens op geografisch vlak (Noord-Amerikaanse en Europese studies) en ongeacht de herkomst van de gegevens (verzekeringen, administratieve registers, ziekenhuisrapporten) en het feit dat de incidentie volgens de laatste studies, die daar rekening mee hebben gehouden, blijkt toe te nemen, wijzen erop dat eosinofiele oesofagitis inderdaad almaar frequenter wordt.Naar P Navarro et al. Aliment Pharmacol Ther. 2019; 49: 1116-25. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/apt.15231