...

Dat wijst er dus op dat atriumfibrillatie subklinische hersenletsels zou kunnen veroorzaken, die ten grondslag liggen aan de cognitieve aftakeling.Op basis van de gegevens van bijna 1.200 patiënten die risico liepen op een CVA en die gedurende drie jaar een systeem voor monitoring van het hartritme hadden gedragen (LOOP-studie, NCT02036450), heeft een Deense groep de correlatie onderzocht tussen subklinische atriumfibrillatie (episoden gedetecteerd bij monitoring, zonder symptomen) en cognitieve aftakeling (jaarlijkse evaluatie met de MoCA, Montreal Cognitive Assessment). Conform het protocol diende een orale antistollingstherapie te worden gestart in geval van episoden van atriumfibrillatie ≥ 6 minuten.De studie werd uitgevoerd bij 1.194 patiënten (55,2% mannen, gemiddelde leeftijd 74,5 ± 3,9 jaar, totale duur van monitoring van het hartritme circa 1,3 miljoen dagen). Bij 339 patiënten (28,3%) werden subklinische episoden van atriumfibrillatie gedetecteerd en bij 324 (96%) werd een orale antistollingstherapie gestart.De mediane belasting (cumulatieve duur van de episoden van atriumfibrillatie/cumulatieve duur van de monitoring) bij de patiënten met episoden van atriumfibrillatie was 0,072% (spreiding 0,02 tot 0,39).De vorsers hebben geen correlatie vastgesteldDe vorsers stellen dat de snellere achteruitgang van de cognitieve functies als gevolg van atriumfibrillatie, die in andere studies is waargenomen, mogelijk is afgeremd door de snelle detectie en behandeling van de atriumfibrillatie. Een gerandomiseerde studie is wenselijk om die hypothese te toetsen.Bonnesen M. et al. Am Heart J. 2021(242) 15-23 https://doi.org/10.1016/j.ahj.2021.08.006