...

Niet echt, volgens een recente Zweedse studie, die de dossiers heeft doorgenomen van 38 patiënten van hoogstens 35 jaar (gemiddelde leeftijd 22 jaar) bij wie een plotselinge dood was vastgesteld toegeschreven aan een hypertrofische cardiomyopathie. De auteurs hebben informatie verzameld over de familiaire voorgeschiedenis, mogelijk cardiale symptomen, gebruik van gezondheidsstructuren (consultaties, spoedgevallendienst, ziekenhuisopname) en de ecg-veranderingen.Is plotselinge dood echt onvoorspelbaar? De auteurs durven dat te betwijfelen:- 33 (87%) van de 38 patiënten vertoonden minstens één van de bovenvermelde items;- Bij 71% van de patiënten werden mogelijk cardiale symptomen teruggevonden (pijn in de borstkas 26%, syncope 22%, hartkloppingen 37%);- 69% van de patiënten had medische zorg gekregen tijdens de laatste 180 dagen voor het overlijden, dus 3-maal meer dan de controlegroep (21%);- 58% van de patiënten vertoonde ecg-afwijkingen;- 50% had een familiaire voorgeschiedenis van hartziekte;- Bij 39% (n = 15) was al een diagnose van hartziekte gesteld. In 9 gevallen ging het om een hypertrofische cardiomyopathie.Gezien die gegevens kan je maar moeilijk stellen dat het overlijden onverwacht en dus onvoorspelbaar was. Daar komt nog bij dat 68% van de patiënten overleden is tijdens recreatieve activiteiten (n = 14) of tijdens lichamelijke activiteiten of sporten (n = 12). Redenen genoeg dus om de screening van risicopersonen te herzien en ze goede adviezen te geven. Zal dat sterfgevallen voorkomen? Dat is nog maar de vraag.Naar E. Börjesson et al. (https://doi.org/10.1371/journal.pone.0273567).