...

Tot nog toe is niet aangetoond dat opsporing van atriumfibrillatie met een ecg bij 50-plussers zonder symptomen en zonder voorgeschiedenis van CVA zin heeft (onvoldoende bewijs van een gunstige risico-batenverhouding). Nu er andere middelen/methoden voor screening bestaan, heeft de US Preventive Services Task Force (die richtlijnen formuleert over het nut van preventieve maatregelen) zijn richtlijnen van 2018 bijgewerkt met de nieuwe gegevens, die zijn gepubliceerd tot en met 31 oktober 2021.Uit die nieuwe analyse van 26 studies (waarvan 12 nieuwe) bij in het totaal 113.784 patiënten blijkt dat er meer gevallen van atriumfibrillatie kunnen worden gedetecteerd door frequenter een langer ecg af te nemen, maar de bewijzen van heilzame effecten op de gezondheid (lager risico op CVA, ziekenhuisopname of overlijden) blijken beperkt te zijn.Geen enkele studie heeft specifiek de voor- en nadelen van een antistollingstherapie onderzocht bij patiënten bij wie een atriumfibrillatie was gedetecteerd bij een screeningonderzoek. In dat verband is het goed eraan te herinneren dat een behandeling met warfarine gedurende gemiddeld 1,5 jaar bij patiënten met een (overwegend persisterende) klinische atriumfibrillatie correleert met een lager risico op CVA (relatief risico 0,32, 95% BI: 0,20-0,51) en een lagere sterfte (RR 0,68, 95% BI: 0,50-0,93), maar meer ernstige bloedingen veroorzaakt dan een placebo (RR 1,8, 95% BI: 0,85-3,7).Bij indirecte vergelijking met een placebo was de incidentie van CVA ook lager bij behandeling met direct werkende orale anticoagulantia. Het risico op ernstige bloedingen in vergelijking met een placebo of geen behandeling bedroeg 1,38 tot 2,21. Maar gezien de 95% betrouwbaarheidsintervallen kon een nuleffect niet worden uitgesloten.Al bij al dus nog altijd onvoldoende bewijs van een gunstige risico-batenverhouding van opsporing van atriumfibrillatie bij asymptomatische volwassenen.Naar LC Kahwati et al. JAMA. 2022; 327: 368-83. https://doi.org/10.1001/jama.2021.21811