...

De mediane natriumexcretie in 24 uursurine (gemiddeld 3-4 stalen per deelnemer) was 3,27 g (spreiding 2,1-4,9). Een hogere natriumexcretie, een lagere kaliumexcretie en een hogere natrium-kaliumverhouding in de urine correleerden significant met een hoger cardiovasculair risico (p ≤ 0,005).Bij vergelijking van de patiënten in het kwartiel met de hoogste natriumexcretie (mediaan 4,7 g) en de patiënten in het laagste kwartiel (mediaan 2,2 g) was de hazard ratio 1,60 (95% BI: 1,19-2,14). Bij vergelijking van de patiënten in het kwartiel met de hoogste kaliumexcretie (mediaan 3,5 g) en de patiënten in het laagste kwartiel (mediaan 1,8 g) was de hazard ratio 0,69 (95% BI: 0,51-0,91). Elke stijging van de 24 uursnatriumexcretie met 1 g correleerde met een stijging van het cardiovasculaire risico met 18% (HR 1,18, 95% BI: 1,08-1,29) en elke stijging van de 24 uurskaliumexcretie correleerde met een daling van het risico met 18% (HR = 0,82, 95% BI: 0,72-0,94).Die gegevens stroken met de gegevens van een studie die op het ESC 2021 is gepresenteerd (2). In die studie is een sterke daling van het risico op cardio- en cerebrovasculaire accidenten bij hoogrisicopatiënten vastgesteld als tafelzout werd vervangen door een kaliumzout.1. Y Ma et al. N Engl J Med. 2021 Nov 13. Online ahead of print.https://doi.org/10.1056/NEJMoa21097942. B Neal et al. N Engl J Med 2021; 385: 1067-77.https://doi.org/10.1056/NEJMoa2105675