...

De patiënten werden in twee groepen ingedeeld: vergelijking van een SGLT2-remmer (n = 85.125) en een DPP-4-remmer (n = 85.125) (cohorte 1) en vergelijking van een SGLT2-remmer (n = 72 436) en een sulfonylureumderivaat (n = 72.436) (cohorte 2).De incidentie van ketoacidotisch coma in cohorte 1 bedroeg 6,0 per 1.000 patiëntjaren met SGLT2-remmers en 4,3 per 1.000 patiëntjaren met DPP-4-remmers (gecorrigeerde HR 1,63, 95% BI: 1,36-1,96). In cohorte 2 bedroeg de incidentie van ketoacidotisch coma 6,3 per 1.000 patiëntjaren met SGLT2-remmers en 4,5 per 1.000 patiëntjaren met sulfonylureumderivaten (gecorrigeerde HR 1,56; 95% BI 1,30-1,87). Het risico op ketoacidotisch coma blijkt dus hoger te zijn met SGLT2-remmers dan met DPP-4-remmers en sulfonylureumderivaten. Waakzaamheid is dan ook geboden. Eventueel kan daar rekening mee worden gehouden bij de keuze van de behandeling.Naar GK Dawwas et al. Diabetes Care 11 feb 2022. Online gepubliceerd voor de papieren versie. https://doi.org/10.2337/dc21-2177