Zorgprofessional vervangen door robot? Nog niet voor nu
27/12/17 om 15:28
Bijgewerkt om
15:28
De belofte van zorgrobotica om een oplossing te bieden voor het personeelstekort in de zorg, wordt nog niet geheel waargemaakt. Redenen zijn de beperkte kennis van zorgprofessionals over de mogelijkheden van robots en gebrek aan tijd om ermee te leren omgaan. Ook staat de technologie nog niet op punt.
Dat blijkt uit een Nederlands onderzoek van de TU Eindhoven en adviesbureau M&I/Partners naar de inzet van zorgrobotica in eigen land.
De onderzoekers deelden de robots in vier verschillende categorieën in: sociale robots (interactie), robots voor zorgtaken, robotortheses (steunen, corrigeren of versterken van het lichaam), robot hulpmiddelen (opdat mensen langer zelfredzaam zijn).
Robots worden vooral ingezet in de ouderenzorg, en dan vooral sociale robots. De afgelopen twee jaar worden ze er meer en meer ingezet, maar van een spectaculaire stijging kunnen we niet spreken. Ter illustratie: van ZORA en Paro zijn er momenteel respectievelijk 100 en 230 in gebruik in Nederland.
In de zorg voor personen met dementie kwamen de onderzoekers verschillende effectieve toepassingen tegen, bijvoorbeeld in het bestrijden van apathie en het effectief overbrengen van instructies. Zo nemen personen met dementie soms iets niet aan van een fysiotherapeut, maar wel van Zora.
Te hoge verwachtingen
Het inzetten van robots die praktische taken van zorgverleners uitvoeren (bijvoorbeeld tafel dekken of glas water halen), is in de praktijk nog maar weinig zichtbaar. De techniek is nog volop in ontwikkeling, stellen de onderzoekers vast.
Zorginstellingen zijn volgens hen ook nog te weinig bekend met de mogelijkheden van zorgrobots als oplossing voor het personeelstekort in de zorg. "Er is vooral het beeld dat het inzetten van robotica veel tijd kost en daarom krijgt het nog geen prioriteit."
Andere beperkende factor is dat in zorginstellingen vaak één persoon is aangesteld en opgeleid voor de inzet van een technologie. "Hierdoor heeft de rest geen kennis van de technologie en is het succes van een technologie afhankelijk van één persoon", aldus de onderzoekers.
Ook hebben zorgverleners volgens hen snel te hoge verwachtingen van een robot. "Als zorgverleners bijvoorbeeld zien dat de robot een arm heeft, wordt er verwacht dat het daar van alles mee kan, terwijl de mogelijkheden in werkelijkheid nog beperkt zijn."
Verwacht wordt dat het aantal sociale robots de komende jaren verder zal toenemen en dat eenvoudigere, betaalbare robots een snelle opmars zullen maken.
Dat blijkt uit een Nederlands onderzoek van de TU Eindhoven en adviesbureau M&I/Partners naar de inzet van zorgrobotica in eigen land.De onderzoekers deelden de robots in vier verschillende categorieën in: sociale robots (interactie), robots voor zorgtaken, robotortheses (steunen, corrigeren of versterken van het lichaam), robot hulpmiddelen (opdat mensen langer zelfredzaam zijn).Robots worden vooral ingezet in de ouderenzorg, en dan vooral sociale robots. De afgelopen twee jaar worden ze er meer en meer ingezet, maar van een spectaculaire stijging kunnen we niet spreken. Ter illustratie: van ZORA en Paro zijn er momenteel respectievelijk 100 en 230 in gebruik in Nederland. In de zorg voor personen met dementie kwamen de onderzoekers verschillende effectieve toepassingen tegen, bijvoorbeeld in het bestrijden van apathie en het effectief overbrengen van instructies. Zo nemen personen met dementie soms iets niet aan van een fysiotherapeut, maar wel van Zora.Te hoge verwachtingenHet inzetten van robots die praktische taken van zorgverleners uitvoeren (bijvoorbeeld tafel dekken of glas water halen), is in de praktijk nog maar weinig zichtbaar. De techniek is nog volop in ontwikkeling, stellen de onderzoekers vast.Zorginstellingen zijn volgens hen ook nog te weinig bekend met de mogelijkheden van zorgrobots als oplossing voor het personeelstekort in de zorg. "Er is vooral het beeld dat het inzetten van robotica veel tijd kost en daarom krijgt het nog geen prioriteit."Andere beperkende factor is dat in zorginstellingen vaak één persoon is aangesteld en opgeleid voor de inzet van een technologie. "Hierdoor heeft de rest geen kennis van de technologie en is het succes van een technologie afhankelijk van één persoon", aldus de onderzoekers.Ook hebben zorgverleners volgens hen snel te hoge verwachtingen van een robot. "Als zorgverleners bijvoorbeeld zien dat de robot een arm heeft, wordt er verwacht dat het daar van alles mee kan, terwijl de mogelijkheden in werkelijkheid nog beperkt zijn."Verwacht wordt dat het aantal sociale robots de komende jaren verder zal toenemen en dat eenvoudigere, betaalbare robots een snelle opmars zullen maken.