...

Hoe staat het met het Decreet Integrale Jeugdhulp (DIJ) en het Decreet Rechtspositie Minderjarige (DRM), ruim vier jaar verder? Tussen april 2009 en juli 2010 controleerden Zorginspectie en de onderwijsinspectie 368 voorzieningen uit de jeugdzorg om na te gaan hoe de rechten van minderjarigen en hun ouders worden toegepast in de dagelijkse praktijk. De resultaten verschenen vorige week, in het allereerste jaarverslag van Zorginspectie.Rol ouder en kind?Van de 368 gespecteerde voorzieningen stond liefst 98% stil bij de invloed van het DRM op de praktijk. 83% beschikte over een uitgewerkt vormingsplan, bij 75% was de link tussen dat plan en het DRM duidelijk. Helaas werden kinderen en ouders veelal niet betrokken in het reflectieproces: slechts bij 29% van de gealueerde voorzieningen was dat het geval.Ook op het vlak van informatie voor minderjarigen vielen werkpunten te noteren. Bijna de helft van de gecontroleerde voorzieningen beschikte over een systeem om ouders en kinderen te informeren. Maar de omzetting van die systemen in de praktijk, verliep allesbehalve vlekkeloos. Op het vlak van inspraak voor ouders en kinderen en minderjarigen in de eigen hulpverlening scoorde de sector dan weer behoorlijk: 70% beschikte over een vorm van inspraak voor minderjarigen, 71% voor de ouders.Ruimte voor verbeteringToch is er nog een pak ruimte voor verbetering, luidde de algemene conclusie van het onderzoek. Van de voorzieningen met afzonderingsruimtes waren er maximaal 36 met een huishoudelijk reglement dat rekening hield met alle aspecten van het DRM. Slechts 65% van de voorzieningen beschikte over een uitgeschreven procedure. Van de minderjarigen werd slechts 38% geformeerd over het gebruik van de afzonderingsruimte, 25% over de vrijheidsbeperkende maatregelen. Voor ouders lag dat op 48% en 36%.