...

Vorige week maakte het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ) de geüpdatete resultaten bekend voor de kwaliteitsindicatoren borstzorg. Net zoals in een KCE-rapport uit maart (AK 2747) neemt het VIKZ de geleverde kwaliteit en de erkenning van kleinere borstklinieken hier en daar op de korrel. Het ASGB vindt echter dat men op een smalle methodologische basis verregaande conclusies trekt. In een lange brief aan federaal minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) en Vlaams minister Hilde Crevits (CD&V) schrijft het syndicaat "dat het stoort dat in tal van dossiers zorgconcentratie niet langer een middel tot betere kwaliteit is maar een doel op zich. En om dat doel te bereiken, wordt soms een loopje genomen met de wetenschap." Het ASGB bekritiseerde eerder dit jaar al het KCE-rapport waar deze update op voortborduurt. De antwoorden op die opmerkingen getuigen volgens de vakbond "niet van een doordachte analyse". Zo gaat men er vanuit dat België binnen de EU de hoogste incidentie aan borstkanker heeft. "Maar de registratie gebeurt niet overal op dezelfde manier. De diagnostische cultuur in België en Nederland verschilt bijvoorbeeld al grondig", dixit het syndicaat. Fundamentele kritiek heeft het Algemeen Syndicaat op de analyse van de overlevingscijfers. "Men gebruikt globale cijfers, ongeacht of de kanker lokaal beperkt is dan wel uitgezaaid. Dat is absurd! De combinatie van beide patiëntengroepen en deze relateren aan de heelkundige expertise is nonsens", klinkt het fel. "Uiteraard wordt de prognose mede bepaald door het stadium. Een afzonderlijke analyse per stadium is dus aangewezen. In het algemeen vormen oncologische patiënten met de novo uitgezaaide ziekte een aparte entiteit. De prognose is extreem divers. Het ziekteverloop is én anders én heterogener dan bij patiënten met ziekterecidief na primaire therapie. Grote voorzichtigheid is geboden."Lees verder: Hoge kwaliteit maar grote variatie in borstkankerzorg.