...

Dirk Ramaekers (ZNA), voorzitter van de hoofdartsenvereniging, onderscheidt indicatoren op vijf vlakken: orthopedie, oncologie, cardiologie, moeder-kind en zogenaamde 'ziekenhuisbrede' indicatoren. Dat zijn preoperatieve checklists in OK's bijvoorbeeld, een item dat de jongste tijd in de schijnwerpers staat. Geen rankings Ramaekers maakt zich sterk dat nu al zowat driekwart van de ziekenhuizen mee het bad inspringt. En dat is niet evident, want het thema ligt erg gevoelig. Bij ziekenhuizen leeft de vrees dat indicatoren leiden tot zogenaamde rankings. En daar hebben ze een broertje aan dood. Dergelijke rankings zijn immers niet altijd betrouwbaar. Ze verworden soms ook tot propaganda.Bedoeling is wel dat de kwaliteitsindicatoren verder gebruikt worden voor research, met het nodige respect voor de privacy. De deelnemende partijen zijn grote spelers. Naast de Gentse en Leuvense universiteit engageren zich ook de ziekenfondsen, Volksgezondheid, de Vlaamse Verpleegunie en het Vlaams Patitenplatform. Een zogenaamd 'indicatorenforum' moet alles in goede banen leiden. Trusted Third Party Dit jaar wordt de indicatorenset nog verfijnd om vanaf het najaar op te starten. In 2013 verschijnen de eerste externe individuele ziekenhuisgegevens - geleverd op vrijwillige basis - op de website van de ziekenhuizen. Ramaekers: "Men beseft nog te weinig dat de werkvloer al sterk met kwaliteit begaan is."Een heikel punt vormt nog de aanduiding van een Trusted Third Party die de data en de indicatoren beheert. De betrokken partijen kunnen altijd uit het protocol stappen mits ze een opzegtermijn van minimaal zes maanden respecteren.