...

De spectaculaire daling van de gezondheidsuitgaven - voor reguliere en voor dringende zorg - werd vooral voor de eerste golf al eerder in kaart gebracht. Het nieuwe rapport schetst de uitgaven voor het hele kalenderjaar. Voor het eerste semester worden de minderuitgaven in 2020 op 1,227 miljard euro geschat - en in het tweede semester nog op 247 miljoen.Ziekenhuizen zwaarder getroffenVooral de zorg in de ziekenhuizen had het hele jaar door te lijden onder de pandemie. In het eerste semester werd er voor 782 miljoen euro minder prestaties betaald in de ziekenhuizen - in het tweede semester nog steeds een daling met 397 miljoen. In de ambulante zorg zag je een kentering in de tweede helft van het jaar: het eerste semester daalden de uitgaven voor verstrekkingen met 445 miljoen euro, maar in het tweede semester stegen ze daarentegen met 150 miljoen.In de ziekenhuizen daalden de uitgaven over het hele jaar met 4,1% - 6,9% in het eerste semester en nog 1,3% in de tweede helft van het jaar. Dat lag vooral aan een daling van de facturen voor de prestaties van de artsen, die goed zijn voor de helft van de uitgaven voor ziekenhuizen. De artsen factureerden voor 9% minder over het hele jaar 2020.Voor de dringende zorg in ziekenhuizen was er een sterke daling tot mei 2020, gevolgd door een inhaalbeweging tussen juni en september. Voor de niet dringende zorg was er niet zo een sterke inhaalbeweging, en was er weer een krachtige terugval in november 2020.In de ambulante sector kwamen de uitgaven in 2020 uiteindelijk bijna op hetzelfde peil te liggen als het jaar daarvoor, zonder de te verwachten groei evenwel - ze lagen 0,1% lager. De daling van de uitgaven in het eerste semester met 5,6% werd gecompenseerd door een stijging in de uitgaven in het tweede semester met 5,7%. Maar dat globale cijfers verbergt pijnlijke verschillen. Tandartsen en opticiens, bijvoorbeeld, zagen hun inkomsten over het hele jaar dalen met 12%. Bij de verpleegkundigen en ook bij de vroedvrouwen stegen de uitgaven uiteindelijk met tot 8%.MaatregelenHet Riziv nam maatregelen om de continuïteit van de zorg te verzekeren. De ziekenhuizen kregen een uitzonderlijke tegemoetkoming van 2 miljard euro - voor de huisartsen werd 172,6 miljoen euro uitgetrokken, in de vorm van de verhoging van het GMD-honorarium met 20 euro.In het deelbudget van de artsenhonoraria (huisartsen en specialisten) voor 'consultaties en bezoeken' zag men in heel 2020 een daling met 0,8%. Teleconsultaties milderden de terugval: ze zijn goed voor 14,6% van de uitgaven. Over alle sectoren heen waren er in 2020 11,3 miljoen verstrekkingen op afstand - goed voor 238 miljoen euro.Om de pandemie te lijf te gaan werden ook extra budgetten gecreëerd. Er werden zo uitgaven gepland voor in totaal 1,2 miljard euro - maar daarvan werden tot de afsluitingsdatum voor het rapport nog maar 809 miljoen geboekt.De belangrijkste uitgaven in de loop van 2020 gebeurden voor volgende maatregelen:-Klik hier om het volledige rapport te downloaden.