...

De ziekenfondsen weten hoe het moet, of tenminste dat zeggen ze toch. Ze hebben de mond vol van health literacy, gezondheidsopvoeding, en de rol die ze daarin zelf te spelen hebben. Maar willen ziekenfondsen een bestaansreden behouden en willen ze meer zijn dan een doorgeefluik, dan is enige ernst aangewezen. Er is inderdaad de realiteit in het veld: het grootste deel van de vrouwen consulteert rechtstreeks een gynaecoloog, vaak voor banale zaken. Slechts in een minderheid van de gevallen gebeurt dat op doorverwijzing door de huisarts. Ook waar: heel veel gynaecologen doen eerstelijnsgeneeskunde. Gewoon, om den brode. Vanuit hun standpunt is dat begrijpelijk. Het is financieel niet lonend, er zijn te veel vrouwenartsen, om ze allemaal tweedelijnsgeneeskunde te laten uitvoeren. Toch is er ook de vaststelling dat het overgrote deel van de Belgen, zonder dat dit wettelijk verplicht is, een vaste huisarts heeft. Het opstapje naar een meer getrapte gezondheidszorg - waarbij de patiënt eerst de huisarts en pas dan een specialist raadpleegt - lijkt dus niet zo hoog. Het is met andere woorden mogelijk huisartsen echt als 'gatekeeper' te laten functioneren en specialisten echt te laten doen waarvoor ze werden opgeleid. Dat vergt echter wel een gedegen, uitgebouwde planning van het medisch aanbod. Zover zijn we nog lang niet. Desondanks blijft het een na te streven ideaal. Getrapte gezondheidszorg leidt immers tot een kwalitatief betere gezondheidsuitkomst. Niet zo dus voor Partena dat zich neerlegt bij een bestaande toestand en die zelfs promoot. Terwijl, als er bij de patiënten al een mentaliteitsprobleem bestaat, het net de taak van de ziekenfondsen is om hen in de juiste richting 'op te voeden'. Partena doet net het tegenovergestelde. Begrijpe wie begrijpen kan.