...

In 'Het patiëntendossier' maken Thierry Vansweevelt en Filip Dewallens een inventaris op van de verschillende soorten wettelijk geregelde patiëntendossiers. Waar schuilen de juridische addertjes onder het gras? Een standaardwerk voor al wie in de sector actief is.De opmerkelijkste stelling uit het boek is wellicht dat een wettelijke definitie van het patiëntendossier niet eens bestaat in ons land. Zeer eigenaardig is dat voor een zo cruciaal instrument in onze gezondheidszorg. Ook de auteurs, twee gereputeerde juristen, betreuren dat. Gebrek aan coherentie Toch maken ze er geen onoverkomelijk probleem van: van zodra over een patiënt gezondheidsgegevens worden bijgehouden, kun je immers al spreken van een patiëntendossier, menen ze. Daarop is de Wet Verwerking Persoonsgegevens en de Wet Patiëntenrechten van toepassing.Wat hen meer onrust baart, is het totale gebrek aan coherentie in inhoudelijke normen, de regelgeving lijkt wel een mozaïek.Idem dito voor de wettelijke bewaartermijnen. Als voorbeeld geldt het opvallende verschil tussen medische dossiers en verpleegkundige dossiers, samen het patiëntendossier in het ziekenhuis. In die jungle van regels valt verder ook de redundantie op. Zo is het individuele gezondheidsdossier in het raam van het Vlaamse GIS-decreet zo goed als een lege doos.Beide auteurs hebben nog andere gefundeerde kritische opmerkingen. Meer hierover op een symposium aanstaande donderdag waar onder meer ook Jo De Cock, administrateur-generaal van het Riziv, komt spreken. Accreditering is voorzien. Inschrijven kan nog tot vanavond.