Eerder deze week werden de resultaten van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 bekendgemaakt voor verschillende deelsectoren in gezondheid en welzijn. Daaruit blijkt dat in de ziekenhuizen risicofactoren voor werkbaar werk veel meer aanwezig zijn dan gemiddeld op de arbeidsmarkt. De werkdruk in de ziekenhuizen nam de afgelopen drie jaar ook bovengemiddeld toe.
Eind januari publiceerde de Stichting Innovatie & Arbeid van de Serv de resultaten van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 (*). Daaruit bleek dat 54,4% van de medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector werkbaar werk had in 2016, tegenover 51% gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Werkbaar werk betekent dat de medewerkers goed scoren op de vier werkbaarheidsindicatoren: werkstress, motivatie, leermogelijkheden en werk-privébalans.
Nu zijn ook de resultaten bekend voor deelsectoren in gezondheid en welzijn (gezins- en bejaardenhulp (thuishulp), jeugdbijstand, ziekenhuizen en woonzorgcentra). Vergelijken we deze deelsectoren op vlak van werkbaarheid, dan ligt alleen die in de woonzorgcentra met 48,5% onder het Vlaams gemiddelde. De gezins- en bejaardenhulp scoort het best met 60,7%.
Uit de resultaten blijkt verder dat alle sectoren in de gezondheids- en welzijnssector goed scoren (>80%) op welbevinden op het werk. Idem voor de leermogelijkheden. Op vlak van werkstress zijn de cijfers minder goed, zo scoren de ziekenhuizen net als de rusthuizen onder het Vlaamse gemiddelde. Met uitzondering van de woonzorgcentra (85,5%) scoren alle sectoren beter dan gemiddeld (87,8%) voor de combinatie werk en privé.
Risicofactoren
Ten slotte peilde de enquête nog naar de risicofactoren voor werkbaarheid. Opvallend is dat in de ziekenhuizen en woonzorgcentra zo goed als alle risicofactoren meer aanwezig zijn dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Soms zijn deze verschillen aanzienlijk. In de ziekenhuizen geeft 45,9% van de medewerkers aan te kampen met werkdruk en 30,6% met een gebrek aan autonomie (tegenover de gemiddeldes van 36,8% en 19,4% op de arbeidsmarkt). De werkdruk in de woonzorgcentra en de ziekenhuizen nam de afgelopen drie jaar ook bovengemiddeld toe.
(*) De werkbaarheidsenquête is een schriftelijke bevraging van een representatief staal van werknemers (Vlaams Gewest). In 2016 werden 30.000 werknemers bevraagd en werd een nettorespons van 40,6 % opgetekend.
Eind januari publiceerde de Stichting Innovatie & Arbeid van de Serv de resultaten van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 (*). Daaruit bleek dat 54,4% van de medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector werkbaar werk had in 2016, tegenover 51% gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Werkbaar werk betekent dat de medewerkers goed scoren op de vier werkbaarheidsindicatoren: werkstress, motivatie, leermogelijkheden en werk-privébalans. Nu zijn ook de resultaten bekend voor deelsectoren in gezondheid en welzijn (gezins- en bejaardenhulp (thuishulp), jeugdbijstand, ziekenhuizen en woonzorgcentra). Vergelijken we deze deelsectoren op vlak van werkbaarheid, dan ligt alleen die in de woonzorgcentra met 48,5% onder het Vlaams gemiddelde. De gezins- en bejaardenhulp scoort het best met 60,7%.Evolutie Uit de resultaten blijkt verder dat alle sectoren in de gezondheids- en welzijnssector goed scoren (>80%) op welbevinden op het werk. Idem voor de leermogelijkheden. Op vlak van werkstress zijn de cijfers minder goed, zo scoren de ziekenhuizen net als de rusthuizen onder het Vlaamse gemiddelde. Met uitzondering van de woonzorgcentra (85,5%) scoren alle sectoren beter dan gemiddeld (87,8%) voor de combinatie werk en privé. RisicofactorenTen slotte peilde de enquête nog naar de risicofactoren voor werkbaarheid. Opvallend is dat in de ziekenhuizen en woonzorgcentra zo goed als alle risicofactoren meer aanwezig zijn dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Soms zijn deze verschillen aanzienlijk. In de ziekenhuizen geeft 45,9% van de medewerkers aan te kampen met werkdruk en 30,6% met een gebrek aan autonomie (tegenover de gemiddeldes van 36,8% en 19,4% op de arbeidsmarkt). De werkdruk in de woonzorgcentra en de ziekenhuizen nam de afgelopen drie jaar ook bovengemiddeld toe. (*) De werkbaarheidsenquête is een schriftelijke bevraging van een representatief staal van werknemers (Vlaams Gewest). In 2016 werden 30.000 werknemers bevraagd en werd een nettorespons van 40,6 % opgetekend.