We mogen het debat over verplichte vaccinatie niet uit de weg gaan Afgelopen week laaide de discussie over verplichte vaccinatie weer hoog op. Met een open brief van een groep academici verbonden aan de KU Leuven werd maandag het startschot gegeven. Om het medisch personeel te vrijwaren van ethisch moeilijke keuzes, vinden zij verplichte vaccinatie een te overwegen uitweg. Ironisch genoeg kwamen de volgende dag ongeveer 3.800 personeelsleden uit de zorg op straat tegen een verplichte vaccinatie. Woensdag stelde het Federaal Mensenrechteninstituut (FIRM) dan weer dat een algemene vaccinatieverplichting kan, als de sancties proportioneel zijn.
Daarbij verwijst het FIRM naar eerdere uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Verplichte vaccinatie zou het recht op fysieke integriteit kunnen beperken, maar dat recht is niet absoluut. Het recht op gezondheid en op leven van de hele samenleving weegt zwaarder door in deze pandemische context. Juridisch kan een verplichting dus.
Ook allerlei vrijheden staan al anderhalf jaar op de helling. Wie had bijvoorbeeld gedacht dat we ooit een pasje zouden moeten tonen om binnen op café een koffie te mogen drinken? Het virus test onze grenzen. In het begin van de coronacrisis hadden we maar één antwoord klaar: beperk uw contacten. Maar alles veranderde toen de vaccins er kwamen. Of dat dachten we toch. Door de dalende efficiëntie bleken de vaccins geen wondermiddel. Met de dominante deltavariant is de vaccinatiedoelstelling van 70 procent al lang losgelaten. De huidige algemene vaccinatiegraad is dus onvoldoende om tot groepsimmuniteit te komen. Het is nog maar de vraag welk effect de omikronvariant zal hebben op de werking van de vaccins.
Nochtans is vaccinatie het enige permanente middel tegen dit hardnekkige virus. Het is opmerkelijk om te zien hoe zeer er gefocust wordt op vrijheidsbeperkende maatregelen - om onze contacten te beperken - terwijl het debat over verplichte vaccinatie, hét instrument dat nota bene de vrijheid teruggeeft, niet van de grond raakt. Bij de bevolking wordt het draagvlak voor een verplichte vaccinatie bovendien steeds groter. Dat blijkt uit de Motivatiebarometer van 12 november, uitgevoerd door de UGent.
Opmerkelijk dat het debat over verplichte vaccinatie, hét instrument dat nota bene de vrijheid teruggeeft, niet van de grond raakt
Dat niet-gevaccineerden weinig enthousiast zijn over een dergelijke maatregel doet niet verbazen. Maar wat moeten we zeggen tegen het overgrote deel van de bevolking dat wel gevaccineerd is, dat wel vertrouwen heeft in de wetenschap en de vaccins, dat zichzelf en anderen wil beschermen, maar wiens vrijheid nog steeds drastisch wordt ingeperkt.
Ondertussen moet de dringende zorg van niet-coronapatiënten uitgesteld worden. Het personeel is het beu. En dat is zeer begrijpelijk. Niet-gevaccineerden vormden de laatste twee weken van november ongeveer een derde van het aantal coronapatiënten op intensieve zorg, terwijl zij maar 12 procent van de bevolking vertegenwoordigen.
We moeten alle zeilen bijzetten om die vaccinatiegraad op te krikken. Hans Kluge van de WHO stelde inderdaad dat verplichting een laatste redmiddel moet zijn. Maar waar ligt de grens? Na een lange periode van praten en overtuigen, steeg de vaccinatiegraad de laatste maanden amper. Initiatieven, zoals de vaccinatiebus, leveren goed werk, maar zijn zeer arbeidsintensief voor een relatief lage output.
De coronapas wordt door de meerderheid van de bevolking ervaren als een verdoken verplichting. Dat toont de Motivatiebarometer van 16 november. Een vaccinatieverplichting van de volwassen bevolking heeft het voordeel van de duidelijkheid. Het is aan de politiek om een duidelijk signaal te stellen. Dit debat mag niet zomaar aan de kant geschoven worden.