...

Een grote meerderheid van de huisartsen (81%) maakt gebruik van elektronische facturatie (eFact) voor minstens één op de acht raadplegingen waarbij de derdebetaler van toepassing is. Dat blijkt uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen op basis van de attesten van hun leden, afgeleverd tussen augustus 2018 en oktober 2019.Een dikke helft (53%) gebruikt eAttest bij minstens acht op de tien van hun consultaties. Dat is bijna het dubbele van vorig jaar (28%). "We hoopten dat beide percentages snel rond de 80% zouden schommelen - de intellectuele inspanning is namelijk dezelfde en de software gelijkaardig", stelt Xavier Brenez. "We waren van mening dat alle gebruikers van eFact ook eAttest zouden aanwenden. De discussie over de fiscale validiteit van eAttest heeft het gebruik ervan een tijdlang afgeremd. Dat probleem is nu uitgeklaard. De bedoeling is om een gebruikspercentage te bereiken van 100%, met enkele uitzonderingen zoals voor Recip-e het geval is. We zouden eAttest en eFact verplicht kunnen maken. De kinderziektes zijn achter de rug. En uit een enquête blijkt overigens dat zowel de artsen als de leden tevreden zijn over deze systemen."De Onafhankelijke Ziekenfondsen wijzen op de voordelen van eAttest en eFact. "Een eAttest is zeer nuttig voor de patiënt, want die moet geen getuigschrift meer overmaken aan het ziekenfonds, wat het risico op verlies of vergetelheid uitsluit. Het ziekenfonds kan ook sneller en automatisch terugbetalen. eFact biedt vooral het voordeel dat artsen geen papieren getuigschrift meer moeten opstellen, noch een elektronische factuur om terugbetaling te bekomen als de derdebetaler wordt toegepast."De OZ-topman benadrukt dat het voor de arts dus interessanter is om eFact te gebruiken dan eAttest, want die software vereenvoudigt de administratieve stappen die hij moet ondernemen. "Door eAttest te gebruiken, verleent de huisarts vooral de patiënt een dienst."De software voor eAttest is dezelfde als die voor eFact. Voor artsen die eFact al gebruiken, is de stap naar eAttest dus niet erg groot. In theorie althans. De studie toont aan dat zowat één arts op de zeven (15%) vaak elektronisch attesteert voor de derdebetaler (eFact), maar nooit voor de betaling door de patiënt (eAttest).Elektronische facturatie betekent een zeker voordeel voor de ziekenfondsen, die zo minder personeel moeten inzetten voor de verwerking van de getuigschriften. Een besparing die Xavier Brenez evenwel relativeert, aangezien de ziekenfondsen nog niet hebben gerecupereerd wat ze in eHealth geïnvesteerd hebben. "Het gaat om aanzienlijke bedragen", zegt Brenez. "Vandaag geraken we niet uit onze kosten. Men vraagt ons om te besparen maar we moeten investeren in informatica en andere profielen aanwerven. We moeten een groter gebruik behalen om onze investeringen te kunnen rentabiliseren."Er is trouwens een toename van de derdebetaler, stipt Xavier Brenez aan. "Sinds de invoering van de sociale derdebetaler, stellen we een stijging vast. We pleiten voor de systematische lezing van de identiteitskaart bij de toepassing van de derdebetaler om ons ervan te vergewissen dat er wel degelijk een contact is geweest tussen de zorgverstrekker en de patiënt."De studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen schetst een profiel van de artsen die zo goed als altijd eAttest gebruiken of die, integendeel, nog altijd enkel papieren getuigschriften uitschrijven. Twee indicatoren werden daarbij bekeken: de woonplaats en de leeftijd. Het ziekenfonds stelt vast dat het aandeel artsen dat elektronisch attesteert, afneemt met de leeftijd. "Het gebruik van eAttest is goed ingeburgerd bij de jonge artsen: slechts een minderheid attesteert niet elektronisch (zie grafiek). Artsen ouder dan 50 attesteerden 60% van het totale aantal consultaties tijdens de periode augustus-oktober 2019. Dat wekt geen verbazing. Jonge artsen maken vlot gebruik van elektronische toepassingen, zoals het EMD, Recip-e, Payconiq... en dus logischerwijze ook eAttest en eFact. Voor die generatie is dat natuurlijk. Ze zijn als het ware geboren met een klavier aan de hand."Uit de studie blijkt verder dat amper een kwart van de Brusselse artsen vaak elektronisch attesteert, tegenover zeven op de tien in West-Vlaanderen en in Limburg (zie kaartje). "De verschillen tussen de provincies zijn maar deels te verklaren door het leeftijdsverschil: binnen dezelfde leeftijdscategorie zijn er nog opmerkelijke verschillen in het gebruik van eAttest naargelang de provincie."Dit jaar krijgen ook de tandartsen de mogelijkheid om eAttest en eFact te gebruiken. "In de tweede helft van het jaar is het de beurt aan de specialisten. En daarna aan de kinesitherapeuten", geeft Xavier Brenez nog mee.