...

Apothekers vinden nog altijd dat de huisarts hen niet op gelijkwaardige voet behandelt. Als het gaat om rechtstreeks overleg over chronische patiënten, dan zien we dat vooral de Franstalige apothekers op hun honger blijven: zowat de helft (51%) stelt dat er minder dan één keer per jaar overleg is over een chronische patiënt. Langs Nederlandstalige kant heeft slechts 25% van de apothekers zelden contact met de huisarts over een chronische patiënt. Eén op de twee Vlaamse apothekers heeft wekelijks (26%) tot maandelijks (27%) contact met de huisarts.De ondervraagde apothekers gaan er volledig mee akkoord dat het medicatieschema door apothekers én artsen samen moet beheerd worden (zoals dat ondertussen ook zo is geregeld). Ze vinden wel met overgrote meerderheid dat ze inzage zouden moeten krijgen in het medisch dossier om hun job goed uit te voeren.Zelftests in de apotheekApothekers willen de geregistreerde medical devices in de apotheek houden (88,89%). Wat, binnen die medical devices, de geregistreerde zelftests betreft, zijn de apothekers duidelijk. Zij vinden met grote meerderheid dat alle zelftests in de apotheek thuis horen. Alleen voor de zwangerschapstests is er iets meer begrip om die ook buiten de apotheek te verkopen. Voor hiv en darmkanker zijn er ook apothekers die deze kelk maar al te graag aan de arts doorgeven. Opvallend: de Vlaamse apotheker vindt, veel meer dan zijn Franstalige collega, dat een hiv-test bij de arts thuishoort (35% versus 16%). Voor de detectietest naar colonkanker zien we de omgekeerde beweging. Daar is het de Franstalige apotheker die de neiging heeft om deze test aan de arts voor te behouden (42% langs Franstalige kant en 21% langs Nederlandstalige kant). Misschien heeft het ermee te maken dat de darmkankerscreening in Vlaanderen al zeer goed ingeburgerd is.StockbreukenDe apotheker heeft de boodschap heel goed begrepen dat van hem wordt verwacht dat hij preventief optreedt. De discussies over hoe ver hij daarin autonoom mag optreden, zijn nog lang niet voorbij. Voor een aantal preventieve taken is de apotheker helemaal klaar. Zo vinden alle apothekers dat zij goed geplaatst zijn om diabetespatiënten op te volgen, al zijn de Franstaligen net iets enthousiaster dan de Nederlandstaligen (92% tegenover 79%). Maar ook als het gaat om bijvoorbeeld het toedienen van het griepvaccin, zijn de Franstaligen enthousiaster dan de Nederlandstalige collega's (52% versus 62%). Er is geen meerderheid voor cholesterolmetingen, veel apothekers laten het antwoord op deze vraag open. Hebben we het over gevalideerde detectietests dementie, dan gaat de neiging naar een 'neen, liever niet' en laten zowel Franstalige als Nederlandstalige apothekers verstaan dat ze vinden dat die niet meteen tot hun bevoegdheid behoort.Moet een apotheker bij stockbreuken kunnen substitueren zonder dat de voorschrijvende arts wordt geconsulteerd? Zowel Nederlandstalige als Franstalige apothekers vinden dat dit mogelijk moet zijn. Beiden vinden niet alleen dat er bij stockbreuken best wat meer autonomie aan de apotheker mag gegeven worden, maar ook dat aan chronische patiënten voor een bepaalde periode zonder voorschrift moet kunnen afgeleverd worden. Ook vindt meer dan 80% van de apothekers dat ze perfect in staat zijn om het medicatieschema van chronische patiënten bij te houden.De visie op het elektronisch voorschrift loopt uiteen. Meer dan de helft van de Nederlandstalige apothekers vinden dat het elektronisch voorschrift ervoor zorgt dat er minder voorschrijffouten gebeuren. Bij de Franstaligen deelt slechts 38% die mening. Vooral de Vlaamse respondenten staan positief tegenover het elektronisch voorschrift.