...

Wanneer een patiënt overlijdt die behandeld is met een radioactieve stof, geldt er een andere procedure om met het stoffelijke overschot om te gaan. Het Fanc (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) informeert huisartsen met een praktische wegwijzer.Het lichaam van een patiënt die kort na een radioactieve behandeling sterft, blijft na het overlijden radioactief. Afhankelijk van het soort gebruikte radionuclide, varieert dit van 13 tot 632 dagen. Artsen en nabestaanden moeten daarom op gepaste wijze omgaan met het stoffelijke overschot. Met de wegwijzer van het Fanc zien artsen meteen wat er moet gebeuren na een dergelijk overlijden. Behalve een administratieve tip - de arts moet een specifiek vakje aankruisen op het overlijdensformulier - krijgt de arts ook de nodige voorzorgsmaatregelen om een externe bestraling en besmetting tegen te gaan. Zo mag men niet te lang bij het lichaam blijven, moet men voldoende afstand bewaren en als men het lichaam aanraakt, draagt men het best beschermende kledij - maar ook dat wordt afgeraden.SensibiliseringHet Fanc plant naast deze wegwijzer nog andere sensibiliseringsmaatregelen. Ook ziekenhuizen en crematoria ontvingen richtlijnen over dit thema. Het initiatief komt er naar aanleiding van een stijgend en succesvol gebruik van radioactieve behandelingen. Vooral radioactieve geneesmiddelen en -wijzen, zoals het implementeren van radioactieve bronnetjes, doen het goed. Volgens een studie van het Fanc komt een probleem-overlijden na een dergelijke behandeling om de twee dagen voor. U kan de wegwijzer downloaden op de website van het Fanc.