...

Het was een collega die hem wees op zijn 25ste plaats in onze Top 100 van de medische invloed, vertelt prof. De Wachter. "Maar enfin, was mijn eerste reactie. Dat kan toch niet! Ik zit niet in de politiek, mijn invloed is 0,0." Zijn resultaat stemde hem wel tot nadenken, getuigt de bekende psychiater. "Misschien is enige nuance toch op zijn plaats." Laten we dan maar meteen met de deur in huis vallen: hoe schat u uw eigen invloed in?Ik heb daar goed over nagedacht naar aanleiding van uw komst. En ik heb toch een zekere invloed, denk ik. Ten eerste zit ik in de raad van bestuur van de groep Emmaüs, een positie die toegang geeft tot het beleid van enkele grote voorzieningen. Dat is toch niet niks. Daarnaast zit ik ook in de raad van bestuur van het Medisch centrum Sint-Jozef in Munsterbilzen. Een veel kleinere instelling, maar net daarom kan je impact wel eens groter zijn.Doorheen de jaren heb ik gemerkt dat mijn naam tot in verscheidene kringen is doorgedrongen. In het verleden heb ik dan ook tal van lezingen gegeven, aan patiëntengroepen, het grote publiek, raden van bestuur, ja zelfs kabinetten. Voor zover ik kan oordelen, heb ik wel de indruk dat er naar mij geluisterd wordt. Anderzijds, ik oogst dan wel applaus maar vervolgens gaat men weer over tot de orde van de dag volgens de economische wetmatigheden die ik net aan de kaak heb gesteld. Dan ben ik meer de excuustruus dan iemand die invloed heeft, nietwaar?Zou u dan meer invloed willen uitoefenen op politiek vlak?Er is mij reeds verschillende keren gevraagd - door mensen met echte macht - om iets in de politiek te doen, maar dat heb ik telkens geweigerd. Dan moet ik nu niet gaan verkondigen dat ik het anders wil. Mijn natuurlijke positie is aan de rand van de samenleving, waar ik kritisch, onafhankelijk en een beetje out of the box kan reflecteren zonder gebonden te zijn aan een kabinet of partij.In de positie die u verkiest, namelijk als iemand die de maatschappij overschouwt vanaf de rand, kan u wel niets anders doen dan vaststellen. U hebt geen macht. Vindt u dat niet frustrerend?Dat zou zeer kwalijk zijn, nietwaar, voor een mens die zich altijd kritisch uitlaat over ethiek. Wat ik kan doen is een spiegel voorhouden, en hopen dat de machtige mensen van deze wereld in die spiegel kijken. En, gebeurt dat voldoende volgens u?(haalt de schouders op) Men kijkt, ja. Lacht een keer. En dan: niets. Dát is mijn grote frustratie. Misschien ben ik een te welwillend publiek gewoon. Ik word gevraagd om te spreken door mensen die naar mij willen luisteren. Degenen die ik echt wil bereiken zijn doorgaans niet aanwezig.Iets anders: u bent sterk aanwezig in media. Hoe word je als arts-academicus een mediafiguur?(zucht) Ach, mediafiguur... Dat is zo'n lelijk woord. Maar blijkt dus dat ik goed ben in complexe dingen op een eenvoudige manier uitleggen. Als assistent-psychiater gaf ik reeds lezingen op vraag van Similes. Tijdens een van zo'n lezingen kwam ik Guy Tegenbos (ex-journalist De Standaard, columnist in deze krant) tegen. 'Psychiaters en media', zuchtte hij. 'Ze zitten maar te zagen dat ze niet aan bod komen. Maar ze hebben niets te vertellen.' Een tijd later kwam ik hem opnieuw tegen, op een soortgelijk event. Hij verdedigde er een 10-puntenmanifest. 'Beste psychiaters, als jullie invloed willen hebben, moet je media als partner zien', zei hij. Maar dat is wat ik doe, daagde het mij, maar dan voor een kleiner publiek. Tegenbos had gelijk: wij psychiaters moeten ons niet verschuilen in een ivoren toren van enigmatische, intellectualistische praat, maar de psychiatrie een menselijk gelaat geven. Binnen de kortste keren werd ik door tv-zenders en kranten gevraagd om duiding te geven over de geestelijke gezondheidszorg. Verscheidene uitgeverijen polsten of ik geen boek wou schrijven over psychiatrie. Laat me toch met rust, dacht ik, daar zijn al genoeg boeken over. Uiteindelijk liet ik me toch overhalen, op één voorwaarde: dat ik volledig mijn zin mocht doen. "Het belooft iets heel raars worden, en het zal waarschijnlijk niet goed verkopen", verwittigde ik de dame van de uitgeverij. (glimlacht) Het is anders uitgedraaid, Borderline Times werd een onverhoopt succes bij het brede publiek. Daardoor kwam ik natuurlijk nog meer in de media. Heeft die media-aanwezigheid uw invloed vergroot in de geestelijke gezondheidszorg?Als je veel in de media komt, is er wel een zekere invloed, dat denk ik wel. Al vraag ik me bij momenten af of mijn bekendheid geen gevolgen heeft voor mijn invloed in eigen huis (UPC, nvdr). In het UPC tracht ik mij eerder terughoudend en bescheiden op stellen om geen onnodige controverse te veroorzaken bij collega's of directie.Daarnet vond u het niet leuk dat ik het woord 'mediafiguur' gebruikte. Hoe gaat u om met uw bekendheid?(ernstig) Ik ben soms overbelicht. De psychiatrie op een menselijke manier in de media brengen wil ik blijven doen, maar nu heb ik het gevoel dat ik de aandacht op mijn persoon wat moet terugschroeven. 'Je moet hard to get spelen', kreeg ik de raad. Dat probeer ik! Ik ga niet meer op alles in. Het is vermoeiend om over alles een mening te moeten hebben. Daarnaast gebeurt het dat citaten uit mijn boeken worden gebruikt in contexten waar ik niet geheel achter sta, mijn boeken gaan als het ware een eigen leven leiden. Ik heb er minder en minder impact op. Een beetje gek, niet?Heeft u de indruk dat de publieke opinie u in de eerste plaats nog als arts ziet?Ik ben in de eerste plaats ook psychiater, en zo begin ik elk mediadiscours dan ook. (op dreef) Op mijn werkplek hoor ik elke dag welk leed mensen met zich meedragen. Het ongebreideld stijgen van de werkonbekwaamheidscijfers door psychisch onwelzijn, de grote hoeveelheden psychofarmaca die er geslikt worden... Dat zijn problematieken waar we ons vragen bij moeten stellen, ook al is er geen eenvoudige oplossing voor. Sommigen interpreteren Borderline Times als een apocalyptisch verhaal (waarin De Wachter schrijft dat de symptomen van borderline in onze westerse maatschappij niet ver te zoeken zijn, nvdr). Dat vind ik niet fijn. Ja, we leven in een goede wereld. Maar als we er tegelijk niet kritisch voor zijn zakt ze ineen als een pudding.Invloedrijke figuren krijgen wel eens kritiek, de ene al meer dan de andere. Hoe zit het bij u? Dezelfde collega die mij op jullie top 100 wees, houdt alles wat er over mij verschijnt nauw in de gaten. Zo ben ik ook op de hoogte. Het valt nogal mee met de kritiek, denk ik. Er was weinig zeer felle kritiek op Borderline Times. Mijn eigen kritiek op mijn boeken is dan ook veel groter dan wat erover verschijnt. En als er al kritiek komt, is die meer gericht op je persoon dan op wat je schrijft, heb ik opgemerkt. 'Schandalig dat men dat durft zeggen', klinkt het dan in mijn omgeving. Verschijnen er goede dingen, trekken ze aan mijn mouw: 'Kijk eens, goed hé'. (lacht)Hoe schat u uw invloed op patiënten in?In mijn praktijk ben ik een psychiater zoals alle andere. Al klinkt dat nu ook weer te ontkennend. Er zijn immers mensen die naar mijn praktijk komen omdat ze mij vanuit mijn publieke optredens overwaarderen. 'Die De Wachter zal het zéker weten', denken ze. Valt dat even tegen, want ik weet niet meer dan mijn collega's.Van die overwaardering was al een beetje sprake toen ik academisch benoemd werd. Men verwacht van een professor dat hij meer kan dan een 'gewone' dokter. Maar het is niet omdat je academisch publiceert dat je een halve centimeter beter bent in je patiëntencontacten! Het tegendeel is vaak waar ? sta me toe om opnieuw zeer kritisch te zijn. Om op uw vraag te antwoorden: mijn werk bestaat erin om hun impact op hun leven te vergroten, en mijzelf zo snel mogelijk overbodig te maken. (denkt na) Mijn patiëntenpopulatie is breed verspreid over de maatschappelijke Gausscurve - van heel succesvolle mensen tot mensen die het veel minder goed hebben. Maar achter hun façade zijn alle mensen kwetsbaar. Het besef dat ik door mijn patiëntenzorg een (gebaart) brede impact kan hebben op de samenleving, sterkt mij veel in mijn denken over die wereld.Op welke gebieden wil u in de nabije toekomst invloed uitoefenen?(overtuigd) Ik wil blijven trekken aan de kar van de vermenselijking van de psychiatrie, dat is mijn missie. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het inzetten van ervaringsdeskundigen in de zorg, het ondersteunen van familie... Al op mijn 15de wist ik dat ik psychiater wilde worden. Luister, heel die mediatoestanden gaan voorbij. Na een tijd is men je vergeten. Dat stoort mij ook niet. Vandaag de dag geef ik nog altijd veel psychotherapie. Het meeste van al mijn academische collega's, denk ik. Dat is mijn identiteit, de basis van waaruit ik naar de wereld kijk. Ik wens dat dan ook nog lang na mijn pensioen te doen. Emily NazionaleWie is Dirk De Wachter (56)?-Is psychiater-psychotherapeut en diensthoofd Systeem- en gezinstherapie aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven, campus Kortenberg.-Schreef drie boeken: Borderline Times (2012, bedoeld voor professionals), Liefde (2014) en De Wereld van De Wachter (2016). -Heeft een grote interesse in cultuur. Trad in de zomer van 2016 op als curator van de expo 'Museum Dirk De Wachter' in het Museum dr. Guislain.Ik oogst wel applaus maar vervolgens gaat men weer over tot de orde van de dag"Ik ben soms overbelicht. Het is vermoeiend om over alles een mening te moeten hebben."