...

De Finse aanpak van astma is een voorbeeld voor de hele wereld, zo lezen we in The Lancet. De moeite waard dus om er even op in te zoomen. Dat deed alvast Jan De Belie, Professional Affairs Advisor bij de Pharmaceutical Group of the European Union (PGEU) op het jaarcongres van de European Pharmaceutical Students' Association (EPSA), onlangs in Sofia. De PGEU is de Europese koepel van oficina-apotheken. Voor België zijn de Orde der apothekers en de Algemene Pharmaceutische Bond hiervan lid."In de jaren 1990 kwam Finland tot het besef dat er sprake was van een grote onderdiagnose van astma. Vele patiënten hadden bovendien ernstige of ongecontroleerde symptomen met een zware kost voor de gezondheidszorg tot gevolg", zegt Jan De Belie. De prevalentie van door artsen gediagnosticeerde astma bedroeg in 1993 6,5%. De opsporing van astmapatiënten verliep voor 1994 echter erg moeizaam. Patiënten migreerden immers tussen de diensten spoedgevallen van de ziekenhuizen, gezondheidscentra enz.De Finse overheid vatte dan samen met de Finse Lung Health Association (Filha) de koe bij de horens en werkte een nationaal programma uit. Preventie van astma is lastig. En dus vormen de hoekstenen van het Filha-beleid de vroege opsporing van patiënten en de behandeling met inhalatiecorticosteroïden. "De focus van de campagne lag op de eerste lijn", zegt De Belie. "Er werd een verpleegkundig kader gevormd. Huisartsen en apothekers kregen de status van 'Local Asthma Champions'. Zij coachen de patiënten op het vlak van levensstijl, medicatie-management, opvolging van herhaalvoorschriften, enzoverder."Patiënten met persisterende astma werd onder begeleiding zelfmanagement aangeleerd. De Belie: "Meer dan 94% van de apotheken had na verloop van tijd een apotheker in dienst die een dergelijke opleiding had genoten." Bovendien werd een netwerk van specialisten, longartsen, gelinkt aan de eerste lijn.De Finse aanpak is eigenlijk een schoolvoorbeeld van een zeer efficiënt model van een geïntegreerd klinisch zorgpad. Essentieel voor het succes is de lokale aanpak met aandacht voor regionale verschillen. Centralistisch dirigisme is daarbij uit den boze. "Een belangrijke meerwaarde van het Finse programma is inderdaad de geïntegreerde aanpak op lokaal niveau, met naast de belangrijke rol voor de apothekers, eveneens een duidelijke netwerkstructuur naar de longspecialisten, een aspect dat in andere landen wel eens over het hoofd wordt gezien", verklaart Jan De Belie.In combinatie met specifieke sensibiliseringscampagnes naar de patienten zelf, leverde het programma uitsteken de resultaten af. Tussen 1994 en 2015 evolueerde het aantal diagnoses van astma van 135.000 naar 256.000 patiënten. De prevalentie van door artsen gediagnosticeerde astma steeg van 6,5% naar 10,0%. Bij aanvang van het programma had één op de vijf patiënten te kampen met ernstige of ongecontroleerde symptomen - dat cijfer daalde naar 2,5%. En de kostprijs van astma voor de gezondheidszorg nam een duik en ging van 330 miljoen naar 191 miljoen per jaar. De kosten van de opleidingscampagne waren immers minimaal.Astma wordt bij meer patiënten beter onder controle gehouden. Daardoor zijn er minder ziekenhuisopnames. Het aantal bezoeken aan de spoed voor astma-gerelateerde klachten daalde bijvoorbeeld met 46%. En er was ook minder werkverlet.Essentieel bij dit alles is dat duidelijke doelstellingen worden geformuleerd, goede tools ontwikkeld en dat men de outcome meet. Astma is een 'public health' probleem, er moeten dus ook oplossingen op het niveau van de 'volksgezondheid' gevonden worden.Kan België iets leren van de Finse aanpak? Zeker. Al dient wel gezegd dat de gezondheidszorg er anders georganiseerd is. Finland telt slechts 5,5 miljoen inwoners, 21 ziekenhuizen en circa 2.000 gezondheidscentra. In de sterk gefragmenteerde Belgische gezondheidszorg zou de toepassing van een dergelijk astmaprogramma allicht wat minder vlot verlopen.Jan De Belie: "Het Finse programma is zeker een na te volgen voorbeeld van een geïntegreerde aanpak voor de volledige eerste lijn, met de focus op samenwerking en goede communicatie, en waarin de patiënt centraal staat." Dat apothekers een belangrijke rol kunnen en moeten spelen in de preventieve aanpak en controle van niet-overdraagbare aandoeningen, staat volgens Jan De Belie dan ook buiten kijf. Het zit ook vervat in het meerjarenkader van de apothekers, voegt hij er nog aan toe.