Arts-specialisten in opleiding (aso's) worden tijdens hun stage geconfronteerd met alle aspecten van de gezondheidszorg: van de ziekenhuisorganisatie tot de relatie met de patiënt, van werken in team tot zelfmanagement. Een nieuw boek haalt waardevolle lessen uit hun ervaringen.
...
Het boek kwam tot stand dankzij de academisering van de opleiding, vertelt coredacteur Herwig Van Dijck, patholoog-anatoom, en als deeltijds buitengewoon gastdocent verbonden aan het Leuvens Instituut voor Gezondheidsbeleid KU Leuven. "Voor de master-na-master Specialistische Geneeskunde volgen ASO's in de eerste twee jaar van hun opleiding een programma met daarin de module Management. Daarvoor moeten ze een paper schrijven over een probleem dat ze meemaakten. Dat zijn geen medische casussen maar heel praktische voorvallen tijdens de opleiding - van te laat zijn omwille van een lekke band tot omgaan met agressieve patiënten." Deze manama-opleidingen aan de Vlaamse universiteiten hebben de voorbije tien jaar een berg papers opgeleverd. Daaruit hebben de redacteurs (naast Van Dijck ook uroloog Dirk De Ridder, strategisch directeur van het Vlaams Ziekenhuisnetwerk KU Leuven en Walter Sermeus, gewoon hoogleraar aan het Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid KU Leuven) een representatief staal geselecteerd en dat samen met elf coauteurs doorgenomen. "We hielden uiteindelijk een vijftigtal casussen over die we in een twintigtal thema's indelen", legt Herwig Van Dijck uit. "We wilden geen klassiek handboek waarbij we vertrekken van een theorie - pakweg het escalatiemodel van Glasl - die we illustreren met een voorbeeld. We vertrekken dus altijd vanuit een reële casus: ik had ruzie met de hoofdverpleegkundige of een conflict met een collega. We analyseren wat de ASO's gedaan hebben, wat ze nog hadden kunnen doen, en wat het achterliggende mechanisme is." Het eerste deel van het boek gaat over de arts zelf. Er is veel aandacht voor zelfmanagement en het zoeken naar een goed evenwicht tussen werk en privéleven. "Een ASO heeft geen geregeld leven - er zijn oncomfortabele uren en wachtdiensten. Die confrontatie is voor sommigen echt hard. Als student kun je je leven veel beter managen, en heb je meer vrije tijd. Het is een zoektocht om een nieuw evenwicht te vinden. Maar je moet dat ook wat relativeren: iemand die van de universiteit naar de industrie overstapt, moet zich ook aanpassen", zegt Herwig Van Dijck. Een tweede grote aanpassing is werken in teamverband. "Aan de universiteit hebben ze misschien een paar groepswerken gemaakt, maar dat is totaal iets anders dan de praktijk van een ziekenhuis", legt Herwig Van Dijck uit. "ASO's moeten zich ook kunnen aanpassen aan onverwachte situaties, bijvoorbeeld als ze te maken hebben met een zorgkundige in plaats van een verpleegkundige. Sommigen nemen de stress mee naar huis en hebben moeite om zich te ontspannen, wetende dat ze er de volgende dag weer moeten staan. De casussen uit het boek leren dat iedereen zo'n situatie wel eens meemaakt." Het boek schetst ook de omgeving waarin de ASO werkt, van de structuur van een ziekenhuis over de rol van het EPD tot administratie en financiering. Anders dan misschien verwacht blijken organisaties niet altijd logge kolossen. "Het is heel hoopgevend dat ASO's aangeven dat er echt naar hen geluisterd wordt", vertelt Herwig Van Dijck. "Ze zijn goed opgeleid in hun specialisme en merken soms punten die beter zouden kunnen - bijvoorbeeld een rubriek die als apart tabblad duidelijk in het EPD opgenomen zou moeten worden, zodat ook een andere arts van wacht of een verpleegkundige daarmee aan de slag kan. Als ze daarmee naar de stagemeester stappen, blijkt die daar meestal voor open te staan. De ASO mag het probleem dan aankaarten met de IT-dienst, de directie, het verpleegkundig team. En vaak komt dat tabblad er dan ook effectief. Dat zijn heel leerrijke ervaringen." Ook (medische en andere) fouten komen aan bod in het boek. "We verwijzen naar het rapport van het Institute of Medicine met als titel To Err is Human - missen is menselijk", zegt Herwig Van Dijck. "ASO's zijn mensen, en maken dus fouten. Het is belangrijk dat ze in een no blame-cultuur terechtkomen. Fouten en vergissingen zullen gebeuren; we moeten geen schuld toewijzen maar eruit leren. Uit alle casussen blijkt dat fouten kunnen melden aan de stagemeester of stafmedewerkers oplucht, want anders blijft de ASO ermee rondlopen."