Ik ga volledig akkoord met de hoofdredacteur van Artsenkrant behalve met wat hij zegt over die sensibiliseringscampagne. Een grootscheepse campagne heeft Maggie De Block al op touw gezet in 2017 en LEIF voert al meer dan tien jaar campagne met zijn Leifblad met herhaalde drukken tot een oplage van bijna een miljoen. En toch blijft er grote onwetendheid en is er blijvende verwarring zowel bij zorgverleners, patiënten en burgers. Hoe kan het ook anders?

Een wet die uitgaat van een misdrijf maar zich toch situeert binnen een arts-patiëntverhouding. Een wet vol strikte procedurevereisten maar zonder specifieke strafsancties. Een wet met een eigen evaluatiecommissie die ook optreedt als controlecommissie en kan verwijzen naar het parket. Een commissie waarin mensen zetelen die zowel rechterlijke, wetgevende als uitvoerende macht uitoefenen betreffende euthanasie. Een commissie die tweejaarlijks, en sinds kort jaarlijks, inhoudelijke veranderingen aanvaardt, zelfs nastreeft, zonder ze op voorhand te communiceren noch nadien transparant te becommentariëren. Een duidelijk, volgens sommigen schrijnend voorbeeld hiervan is 'polypathologie bij ouderen'.

In (de aanloop naar de euthanasiewet van) 2002 was er van polypathologie geen sprake, in de registratie van 2018 kwam deze aandoening al op de tweede plaats van oorzakelijke pathologieën. Het was de reden waarom de zoon in een 'casus mevrouw J.' zich in 2008 burgerlijke partij stelde ten laste van mij als arts inzake haar euthanasie. Hij begreep dat zijn moeder niet meer wilde leven maar vond dat ze niet voldeed aan de voorwaarden van de euthanasiewet omdat 'alle mensen van een RVT dan euthanasie kunnen vragen'.

De raadkamer stelde toen dat er geen reden was om mij te vervolgen. Beraadslaging en verslag van de commissie werden niet vrijgegeven, noch aan mij, noch aan de zoon. Hij zou daarom meewerken aan een documentaire die handelde over de aberraties van de euthanasiewetgeving, L'euthanasie, jusqu'où?, uitgebracht in oktober 2013. In ons huidig klimaat van gerechtelijke openbaarheid en motivering is de weinig transparante werking van de commissie op zijn minst in vraag te stellen.

In Nederland geeft men feedback aan de uitvoerende arts die euthanasie toepast en worden de casussen door Regionale Toetsingscommissies Euthanasie geanonimiseerd openbaar gemaakt. Op basis hiervan worden nieuwe inhoudelijke invullingen besproken in het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), wat soms leidt tot nieuwe adviezen en richtlijnen voor de artsen welke gecommuniceerd worden naar de patiënten.

Zelfs filosofen en juristen geven een verkeerde invulling van de wet

Tot op heden is er in ons land nog geen parlementaire evaluatie geweest van de euthanasiewet, noch van de wet palliatieve zorg, wet patiëntenrechten of wet orgaandonatie in relatie tot omgaan met sterven in ons land. Zelfs de verplichte toelichting aan het parlement, opgenomen in de euthanasiewet, gebeurt niet altijd. 'De euthanasiecommissie dient om de twee jaar een rapport in bij het parlement. Van de zeven keer heeft het parlement ons drie keer uitgenodigd voor toelichting. Ze kunnen ons toch elke keer uitnodigen voor kritische vragen?', verklaarden de voorzitters van de commissie hierover recent.

Maar ook het Koninklijk Besluit van 7 maart 2013 'tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend voor het verstrekken van medisch advies naar aanleiding van een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde', kende nog geen evaluatie. De (willekeurige) uitbetaling blijft voorlopig bestaan en op dit moment loopt er een wetenschappelijk onderzoek dat door LEIF zelf wordt gefinancierd.

Meer dan 17 jaar na de wetgevingen betreffende patiëntenrechten, euthanasie en palliatieve zorg blijft nog veel verwarring in de hoofden van patiënten en zorgverleners. Het is niet omdat euthanasie sinds 1997 gedefinieerd wordt als een rechtsfiguur en nadien ingevuld als een door artsen uit te voeren handeling, dat er duidelijkheid is. Integendeel! Zelfs filosofen en juristen geven een verkeerde invulling van de wet, zoals blijkt in een recent interview in De Morgen. Maar ook de medevoorzitter van de commissie geeft niet de juiste definities en inhoud van de euthanasie - en patiëntenrechtenwet in zijn recente boek over palliatieve sedatie. Hoe zou een gewone mens het dan weten? Wat een gewone mens wel weet en ook vraagt, is dat hij/zij een waardig levenseinde en een goede stervenbegeleiding wil. Hij/zij wil dat zelf kunnen invullen in samenspraak met zijn naaste betrokkenen en zorgverleners, zonder juridische en levensbeschouwelijke haarklieverij: doodgaan is al moeilijk genoeg, zonder al dat gedoe.

In plaats van elkaar te bekampen vanuit een loopgravenstelling - met angst om het verworven recht te verliezen in het ene (vrijzinnige) kamp en vrees voor euthanasie als gemakkelijkheidsoplossing met verheerlijking van de maakbare dood in het andere (religieuze) kamp - zouden we beter elkaar tegemoetkomen. In dienst van patiënten en de kleine wereld rondom hen. Zowel uit barmhartigheid als uit respect in het kader van emanciperende solidaire zorg.

Wij moeten de wetgeving durven te herbevragen, zoals men in Nederland doet sinds het door wijlen Etienne Vermeersch nog aangehaalde arrest-Chabot van 1994. Diezelfde psychiater Chabot verzet zich twintig jaar later tegen recente casussen waar men euthanasie toepast bij burgers die angst hebben voor pensionering of opname in het rusthuis. Maar hij pleit ervoor euthanasie uit het strafrecht te halen wanneer het gaat over een stervensmogelijkheid na stopzetten van behandelingen.

Wie neemt de handschoen op in het parlement? Ik hoorde al stemmen opgaan voor een uitgebreide evaluatie bij N-VA en PVDA. Of laat men het liever over aan nog eens een commissie ter exploratie van? Er zijn veel dringender zaken in onze wereld, maar voor de gewone mens is goed kunnen sterven levensbelangrijk.

Een oproep dus in deze tijden van parlementaire vrijheid en tijd!

Ik ga volledig akkoord met de hoofdredacteur van Artsenkrant behalve met wat hij zegt over die sensibiliseringscampagne. Een grootscheepse campagne heeft Maggie De Block al op touw gezet in 2017 en LEIF voert al meer dan tien jaar campagne met zijn Leifblad met herhaalde drukken tot een oplage van bijna een miljoen. En toch blijft er grote onwetendheid en is er blijvende verwarring zowel bij zorgverleners, patiënten en burgers. Hoe kan het ook anders?Een wet die uitgaat van een misdrijf maar zich toch situeert binnen een arts-patiëntverhouding. Een wet vol strikte procedurevereisten maar zonder specifieke strafsancties. Een wet met een eigen evaluatiecommissie die ook optreedt als controlecommissie en kan verwijzen naar het parket. Een commissie waarin mensen zetelen die zowel rechterlijke, wetgevende als uitvoerende macht uitoefenen betreffende euthanasie. Een commissie die tweejaarlijks, en sinds kort jaarlijks, inhoudelijke veranderingen aanvaardt, zelfs nastreeft, zonder ze op voorhand te communiceren noch nadien transparant te becommentariëren. Een duidelijk, volgens sommigen schrijnend voorbeeld hiervan is 'polypathologie bij ouderen'.In (de aanloop naar de euthanasiewet van) 2002 was er van polypathologie geen sprake, in de registratie van 2018 kwam deze aandoening al op de tweede plaats van oorzakelijke pathologieën. Het was de reden waarom de zoon in een 'casus mevrouw J.' zich in 2008 burgerlijke partij stelde ten laste van mij als arts inzake haar euthanasie. Hij begreep dat zijn moeder niet meer wilde leven maar vond dat ze niet voldeed aan de voorwaarden van de euthanasiewet omdat 'alle mensen van een RVT dan euthanasie kunnen vragen'. De raadkamer stelde toen dat er geen reden was om mij te vervolgen. Beraadslaging en verslag van de commissie werden niet vrijgegeven, noch aan mij, noch aan de zoon. Hij zou daarom meewerken aan een documentaire die handelde over de aberraties van de euthanasiewetgeving, L'euthanasie, jusqu'où?, uitgebracht in oktober 2013. In ons huidig klimaat van gerechtelijke openbaarheid en motivering is de weinig transparante werking van de commissie op zijn minst in vraag te stellen.In Nederland geeft men feedback aan de uitvoerende arts die euthanasie toepast en worden de casussen door Regionale Toetsingscommissies Euthanasie geanonimiseerd openbaar gemaakt. Op basis hiervan worden nieuwe inhoudelijke invullingen besproken in het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), wat soms leidt tot nieuwe adviezen en richtlijnen voor de artsen welke gecommuniceerd worden naar de patiënten.Tot op heden is er in ons land nog geen parlementaire evaluatie geweest van de euthanasiewet, noch van de wet palliatieve zorg, wet patiëntenrechten of wet orgaandonatie in relatie tot omgaan met sterven in ons land. Zelfs de verplichte toelichting aan het parlement, opgenomen in de euthanasiewet, gebeurt niet altijd. 'De euthanasiecommissie dient om de twee jaar een rapport in bij het parlement. Van de zeven keer heeft het parlement ons drie keer uitgenodigd voor toelichting. Ze kunnen ons toch elke keer uitnodigen voor kritische vragen?', verklaarden de voorzitters van de commissie hierover recent.Maar ook het Koninklijk Besluit van 7 maart 2013 'tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend voor het verstrekken van medisch advies naar aanleiding van een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde', kende nog geen evaluatie. De (willekeurige) uitbetaling blijft voorlopig bestaan en op dit moment loopt er een wetenschappelijk onderzoek dat door LEIF zelf wordt gefinancierd.Meer dan 17 jaar na de wetgevingen betreffende patiëntenrechten, euthanasie en palliatieve zorg blijft nog veel verwarring in de hoofden van patiënten en zorgverleners. Het is niet omdat euthanasie sinds 1997 gedefinieerd wordt als een rechtsfiguur en nadien ingevuld als een door artsen uit te voeren handeling, dat er duidelijkheid is. Integendeel! Zelfs filosofen en juristen geven een verkeerde invulling van de wet, zoals blijkt in een recent interview in De Morgen. Maar ook de medevoorzitter van de commissie geeft niet de juiste definities en inhoud van de euthanasie - en patiëntenrechtenwet in zijn recente boek over palliatieve sedatie. Hoe zou een gewone mens het dan weten? Wat een gewone mens wel weet en ook vraagt, is dat hij/zij een waardig levenseinde en een goede stervenbegeleiding wil. Hij/zij wil dat zelf kunnen invullen in samenspraak met zijn naaste betrokkenen en zorgverleners, zonder juridische en levensbeschouwelijke haarklieverij: doodgaan is al moeilijk genoeg, zonder al dat gedoe.In plaats van elkaar te bekampen vanuit een loopgravenstelling - met angst om het verworven recht te verliezen in het ene (vrijzinnige) kamp en vrees voor euthanasie als gemakkelijkheidsoplossing met verheerlijking van de maakbare dood in het andere (religieuze) kamp - zouden we beter elkaar tegemoetkomen. In dienst van patiënten en de kleine wereld rondom hen. Zowel uit barmhartigheid als uit respect in het kader van emanciperende solidaire zorg. Wij moeten de wetgeving durven te herbevragen, zoals men in Nederland doet sinds het door wijlen Etienne Vermeersch nog aangehaalde arrest-Chabot van 1994. Diezelfde psychiater Chabot verzet zich twintig jaar later tegen recente casussen waar men euthanasie toepast bij burgers die angst hebben voor pensionering of opname in het rusthuis. Maar hij pleit ervoor euthanasie uit het strafrecht te halen wanneer het gaat over een stervensmogelijkheid na stopzetten van behandelingen. Wie neemt de handschoen op in het parlement? Ik hoorde al stemmen opgaan voor een uitgebreide evaluatie bij N-VA en PVDA. Of laat men het liever over aan nog eens een commissie ter exploratie van? Er zijn veel dringender zaken in onze wereld, maar voor de gewone mens is goed kunnen sterven levensbelangrijk.Een oproep dus in deze tijden van parlementaire vrijheid en tijd!