...

In januari 2013 had de groep van Perrine Ruby al aangetoond dat mensen die zich hun dromen goed kunnen herinneren, tweemaal meer waakfasen vertonen tijdens de slaap en dat hun hersenen sterker reageren op prikkels uit de omgeving dan andere. Daarna zijn ze gaan zoeken welke hersengebieden ten grondslag liggen aan die verschillen. De Franse neurologen hebben de spontane hersenactiviteit tijdens de slaap en in waaktoestand bij 41 vrijwilligers gemeten met een positronemissietomografie (PET-scan). De proefpersonen werden in twee groepen ingedeeld: 21 mensen die zich hun dromen goed konden herinneren (gemiddeld 5,2 dromen per week), en 20 mensen die zich hun dromen niet goed konden herinneren (gemiddelde slechts twee dromen per maand). De proefpersonen die zich hun dromen goed konden herinneren, vertoonden een sterkere spontane hersenactiviteit tijdens de slaap en dat meer bepaald in de mediane prefrontale cortex en de overgang tussen de temporale en de pariëtale kwab, een zone die een rol speelt bij de aandacht voor uitwendige prikkels en die een draaischijf vormt bij de informatieverwerking in de hersenen. De hogere activiteit in die twee hersenzones zou de geestelijke beeldvorming versterken en zou waakfasen tijdens de slaap in de hand werken om de dromen beter in het geheugen te coderen. (referenties: Neuropsychopharmacology, 16 januari 2014, DOI: 10.1038/npp.2014.6)