...

Ondertussen is het kwaad wel geschied. Voor de sector is het behelpen. Artsen en andere zorgverleners, patiënten en ziekenhuizen werken jarenlang in een kader dat in een vlaag van zinsverbijstering gebricoleerd werd. Nog erger is bovendien dat het euvel herstellen duidelijk niet tot de prioriteiten behoort. Ten onrechte. Om de op til zijnde hervorming van de ziekenhuisfinanciering te doen slagen, is goed ziekenvervoer een essentiële randvoorwaarde. In een hertekend gezondheidslandschap werken netwerken van ziekenhuizen, artsen-specialisten, huisartsen, paramedici immers meer samen. Niet iedereen biedt dan nog alles aan. Dat impliceert wel dat voor dezelfde kwaliteitsvolle zorg een patiënt wellicht verder moet rijden. Patiënten zijn daartoe ook bereid, zo bewijst de peiling die het Vlaams Patiëntenplatform organiseerde bij de aangesloten patiëntenverenigingen. Evident is echter dat diezelfde patiënt financieel niet mag/wil opdraaien voor de langere aanrijtijden. Om niet te spreken over het gebrek aan efficiëntie door de opdeling tussen dringend en niet-dringend vervoer. Maakt het beleid geen werk van een beter ziekenvervoer dan legt dit meteen een hypotheek op de hervormingsplannen in de ziekenhuisfinanciering. Vervoer tussen ziekenhuizen, vervoer tussen de thuissituatie en 'verre' ziekenhuizen mag geen nieuwe drempel opwerpen. Dat belemmert de toegankelijkheid van de zorg. Terecht is dat een grote bezorgdheid van de patiëntenverenigingen - daarin allicht ondersteund door elke artsenvereniging die naam waardig. Het zou een belangrijk aandachtspunt moeten zijn voor elke beleidsmaker.