...

Het Riziv geeft jaarlijks 441 euro meer uit aan de geneeskundige verzorging voor vrouwen dan voor mannen. Vrouwen brengen op het einde van hun leven een langere periode door waarin ze gezondheidsproblemen ervaren. Dat blijkt uit de tweede publicatie van het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen (IGVM).Dat vrouwen langer leven dan mannen, wordt stilaan een achterhaald feit. De algemene levensverwachting ligt voor vrouwen (82,1 jaar) weliswaar nog altijd hoger dan voor mannen (77,2 jaar), maar voor de levensverwachting in goede gezondheid zijn de rollen omgedraaid: mannen leven in dat geval zelfs 2,5 maanden langer. Dat betekent dat vrouwen langer leven, maar tijdens die extra periode ervaren ze wel vaker gezondheidsproblemen.Door dit verschil in levensverwachting, geeft het Riziv meer uit aan vrouwen voor de geneeskundige verzorging. Op jaarbasis ligt dat verschil op gemiddeld 441,4 euro. Vooral voor vrouwen vanaf 80 jaar lopen de gezondheidskosten sterk op, en ook voor vrouwen tussen 20 en 40 jaar - de vruchtbare leeftijd, is er een groot verschil. Voor mannen liggen de kosten gemiddeld 300 euro hoger tussen 60 en 80 jaar. Bij jonge kinderen zijn jongens ook vaker ziek dan meisjes.Fysiek en psychischMannen en vrouwen lijden allebei aan lage rugproblemen en hoge bloeddruk, maar telkens ligt het percentage voor vrouwen hoger (19% voor vrouwen met lage rugpijn tegenover 14,5% voor mannen; 14% voor hoge bloeddruk bij vrouwen tegenover 11% bij mannen). Drie keer meer vrouwen lijden aan migraine en vrouwen hebben vijf keer zo vaak af te rekenen met osteoporose. Mannen daarentegen hebben wel dubbel zo veel kans op een hartinfarct en krijgen ook vaker te maken met coronaire hartziektes of permanente letsels ten gevolge van een ongeval. Het IGVM stipt wel aan dat deze cijfers gebaseerd zijn op kwalen die patiënten zelf aangeven en dus niet altijd overeenkomen met de diagnose van een arts.Niet alleen op fysiek vlak staan vrouwen bovenaan de lijst. Meer dan mannen kampen vrouwen met slaapproblemen en symptomen van angst of een depressie. Hoewel meer vrouwen aan zelfmoord denken (13% tegenover 9%) en ook vaker een poging ondernemen ( 6% tegenover 3%), gaat 72% van de mannen effectief over tot de daad, in vergelijking met 28% van de vrouwen (cijfers van 2006). Startende artsenDe publicatie van het IGVM neemt ook het ondernemerschap onder de loep. Daaruit blijkt dat 31% van de vrouwelijke starters dat in een vrij beroep doet, en dan vooral in subsectoren zoals artsen, chirurgen, tandartsen en apothekers. In 2009 telde ons land 31% vrouwelijke en 69% mannelijke zelfstandigen.