De Vlaamse overheid liet in de afgelopen maanden een inspectieronde doen in de kinder- en jeugdpsychiatrie met betrekking tot de toepassing de vrijheidsbeperkende maatregelen.
Dwang is al lang een heikel punt in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), traumatisch voor de patiënt (soms ook voor de zorgverleners) en toch in sommige omstandigheden nauwelijks te vermijden.
De maatschappij verwacht van de GGZ niet alleen zorg en behandeling maar ook beveiliging: voorkomen dat patiënten zichzelf of anderen verwonden en de controle overnemen als zij dat zelf niet meer kunnen.
Respect voor patiëntenrechten
De samenleving wil bescherming tegen gevaarlijke individuen. Het idee dat mensen met een psychiatrische problematiek gevaarlijk en onbetrouwbaar zijn, wordt hierdoor eigenlijk nog versterkt, terwijl ze in crisis meestal vooral angstig zijn en als dusdanig benaderd moeten worden.
De nadruk leggen op veiligheid is maatschappelijk sterker en sterker geworden, ten koste van solidariteit, mededogen en privacy, ook in de zorg.
Het is dan ook een verademing om te zien dat het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin de omgekeerde beweging wil: minder dwang, meer zelfbeschikking en respect voor de rechten van de patiënt.
Dit rapport gaat over de kinder- en jeugdpsychiatrie maar een uitbreiding naar de volwassen psychiatrie is even belangrijk.
De nadruk leggen op veiligheid is maatschappelijk sterker en sterker geworden, ten koste van solidariteit, mededogen en privacy, ook in de zorg.
HGR-advies
De Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie nam in 2014 het initiatief tot het indienen van een projectvoorstel 'Dwanginterventies in Psychiatrie' bij de HogeGezondheidsraad (HGR).
In een multisiciplinaire werkgroep hebben wij nagedacht over de schade door dwangmatregelen in de psychiatrie maar ook over het nut er van. Hoe ze te voorkomen en hoe de negatieve effecten te beperken als ze toch nodig zijn.
Wij hebben een reeks aanbevelingen[1] gedaan en het verheugt ons om vast te stellen dat de Vlaamse overheid deze gebruikt heeft in haar inspectierapport.
Menselijk klimaat
Beperking van dwanginterventies alleen is echter te beperkt als doelstelling. We moeten er vooral voor zorgen dat er transparante beslissingen worden genomen en meer nog, we moeten er alles aan doen om conflicten, die aanleiding kunnen geven tot gebruik van macht, te vermijden. Dat betekent dat ook hier voorkomen beter is dan genezen.
Dat vergt een menselijk en vriendelijk klimaat waarin er voldoende tijd is , iedereen respectvol en empatisch met mekaar omgaat en de patiënt de regie houdt van zijn/haar behandeling en waarbij ook de omgeving zo veel mogelijk betrokken wordt.
Vrijheidsbeperking mag zo weinig mogelijk en zo kort mogelijk gebeuren en dient altijd in verhouding te staan tot het gevaar. Er moet een continue kritische evaluatie gebeuren door alle betrokkenen én een evaluatie achteraf om conclusies te trekken voor de toekomst: was deze isolatie of fixatie te vermijden ?
Zijn we creatief genoeg geweest om alternatieven te zoeken? Durven we nog verantwoorde risico's te nemen of kiezen we uit gewoonte of uit onzekerheid het zekere voor het onzekere?
Houden we er voldoende rekening mee dat vrijheidsbeperking meer kwaad kan doen dan goed? Hebben we als samenleving voldoende geïnvesteerd in een warme, laagdrempelige en vrijwillige psychiatrie, in preventie en vroeginterventie, in alternatieven voor dwang?
Goede randvoorwaarden
De geestelijke gezondheidszorg heeft niet gewacht op de zorginspectie van de overheid. De meeste psychiatrische ziekenhuizen en diensten zijn al lang bezig zich in hun team al deze vragen te stellen.
Door in het kader van de grote reorganisatie om de GGZ-bedden te sluiten en patiënten meer thuis te behandelen krijgen we echter een concentratie van ernstiger problematiek in de ziekenhuizen. Een menselijke empatische aanpak vraagt ook voldoende tijd en voldoende zorgverleners om dit te doen.
De maatschappij verwacht veel van de GGZ. En dat mag. Inzetten van voldoende, goed opgeleid personeel is dan wel een eerste vereiste.
Prof. Frieda Matthys
[1] Advies van de Hoge GezondheidsRaad, Omgaan met conflict, conflictbeheersing en dwanginterventies in de geestelijke gezondheidszorg, juni 2016
Dwang is al lang een heikel punt in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), traumatisch voor de patiënt (soms ook voor de zorgverleners) en toch in sommige omstandigheden nauwelijks te vermijden. De maatschappij verwacht van de GGZ niet alleen zorg en behandeling maar ook beveiliging: voorkomen dat patiënten zichzelf of anderen verwonden en de controle overnemen als zij dat zelf niet meer kunnen. Respect voor patiëntenrechtenDe samenleving wil bescherming tegen gevaarlijke individuen. Het idee dat mensen met een psychiatrische problematiek gevaarlijk en onbetrouwbaar zijn, wordt hierdoor eigenlijk nog versterkt, terwijl ze in crisis meestal vooral angstig zijn en als dusdanig benaderd moeten worden.De nadruk leggen op veiligheid is maatschappelijk sterker en sterker geworden, ten koste van solidariteit, mededogen en privacy, ook in de zorg. Het is dan ook een verademing om te zien dat het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin de omgekeerde beweging wil: minder dwang, meer zelfbeschikking en respect voor de rechten van de patiënt. Dit rapport gaat over de kinder- en jeugdpsychiatrie maar een uitbreiding naar de volwassen psychiatrie is even belangrijk.HGR-adviesDe Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie nam in 2014 het initiatief tot het indienen van een projectvoorstel 'Dwanginterventies in Psychiatrie' bij de HogeGezondheidsraad (HGR). In een multisiciplinaire werkgroep hebben wij nagedacht over de schade door dwangmatregelen in de psychiatrie maar ook over het nut er van. Hoe ze te voorkomen en hoe de negatieve effecten te beperken als ze toch nodig zijn. Wij hebben een reeks aanbevelingen[1] gedaan en het verheugt ons om vast te stellen dat de Vlaamse overheid deze gebruikt heeft in haar inspectierapport.Menselijk klimaatBeperking van dwanginterventies alleen is echter te beperkt als doelstelling. We moeten er vooral voor zorgen dat er transparante beslissingen worden genomen en meer nog, we moeten er alles aan doen om conflicten, die aanleiding kunnen geven tot gebruik van macht, te vermijden. Dat betekent dat ook hier voorkomen beter is dan genezen. Dat vergt een menselijk en vriendelijk klimaat waarin er voldoende tijd is , iedereen respectvol en empatisch met mekaar omgaat en de patiënt de regie houdt van zijn/haar behandeling en waarbij ook de omgeving zo veel mogelijk betrokken wordt. Vrijheidsbeperking mag zo weinig mogelijk en zo kort mogelijk gebeuren en dient altijd in verhouding te staan tot het gevaar. Er moet een continue kritische evaluatie gebeuren door alle betrokkenen én een evaluatie achteraf om conclusies te trekken voor de toekomst: was deze isolatie of fixatie te vermijden ?Zijn we creatief genoeg geweest om alternatieven te zoeken? Durven we nog verantwoorde risico's te nemen of kiezen we uit gewoonte of uit onzekerheid het zekere voor het onzekere? Houden we er voldoende rekening mee dat vrijheidsbeperking meer kwaad kan doen dan goed? Hebben we als samenleving voldoende geïnvesteerd in een warme, laagdrempelige en vrijwillige psychiatrie, in preventie en vroeginterventie, in alternatieven voor dwang?Goede randvoorwaardenDe geestelijke gezondheidszorg heeft niet gewacht op de zorginspectie van de overheid. De meeste psychiatrische ziekenhuizen en diensten zijn al lang bezig zich in hun team al deze vragen te stellen.Door in het kader van de grote reorganisatie om de GGZ-bedden te sluiten en patiënten meer thuis te behandelen krijgen we echter een concentratie van ernstiger problematiek in de ziekenhuizen. Een menselijke empatische aanpak vraagt ook voldoende tijd en voldoende zorgverleners om dit te doen. De maatschappij verwacht veel van de GGZ. En dat mag. Inzetten van voldoende, goed opgeleid personeel is dan wel een eerste vereiste.Prof. Frieda Matthys[1] Advies van de Hoge GezondheidsRaad, Omgaan met conflict, conflictbeheersing en dwanginterventies in de geestelijke gezondheidszorg, juni 2016