De centra voor huisartsgeneeskunde van de Vlaamse universiteiten zijn niet te spreken over de plotse versoepeling van de erkenningsvoorwaarden voor huisartsen. "De kwaliteit van de huisartsgeneeskunde in dit land is te kostbaar om ze zo te grabbel te gooien", zo luidt het.
...
Het gebeurt niet vaak dat de centra voor huisartsgeneeskunde van de universiteiten van Leuven, Gent, Antwerpen en Brussel samen hun stem verheffen. Dit keer stuurde het Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding (ICHO) echter toch een persmededeling de wereld in. Een forse reactie is het op een nieuw Ministerieel Besluit (Staatsblad van 24 december 2015). Dat wijzigt de criteria om de erkenning van de bijzondere beroepstitel als huisarts te behouden. Minister Maggie De Block (Open VLD) liet weten dat nog slechts één criterium geldt om als huisarts erkend te worden: 'bekwaam blijven en permanent bijscholen.'Kwaliteit overboord Maar zo hebben de vakgroepen huisartsgeneeskunde het niet begrepen. Ze vinden dit een "heel erg beperkte omschrijving van wat nodig is om als een echte spil in de gezondheidszorg te kunnen werken." Volgens het regeerakkoord moet de huisarts immers de spil van de gezondheidszorg zijn. "Het risico bestaat dat vroeger geformuleerde kwaliteitscriteria gewoon overboord gegooid worden." Terwijl de professoren vinden dat huisartsgeneeskunde juist gestoeld moet zijn op een wetenschappelijk onderbouwde praktijkvoering. Ook dienen praktijkadres en collega's van dezelfde groep bekend te zijn bij de FOD Volksgezondheid. En er is een Globaal Medisch Dossier nodig dat beschikbaar is voor de patiënten. Echte huisartsen nemen ook verplicht deel aan de wacht georganiseerd door de wachtkringen. Ze waarborgen de zorgcontinuïteit, hebben gedurende de laatste vijf jaar minstens 500 patiëntencontacten per jaar en ze blijven bij via geaccrediteerde nascholing.In ieders nadeelProfessor Dirk Devroey, diensthoofd vakgroep huisartsgeneeskunde van de VUB én één dag per week adviseur van minister De Block onderschrijft het standpunt van de vier huisartsencentra niet. De andere proffen en centra vinden echter dat het nieuwe MB nadelig is voor patiënten, huisartsen en huisartsen in opleiding. "Hoe kan een patiënt straks nog het onderscheid maken tussen de circa 8.900 voltijdse huisartsen die een echt scholingstraject doorliepen en voldoen aan kwaliteitsnormen en de 15.000 zogenaamde 'algemeen geneeskundigen' die werkzaam zijn in andere sectoren zoals verslavingszorg, keuringen en dergelijke?" Temeer, zo benadrukken de universitaire centra voor huisartsgeneeskunde, daar minister De Block het advies hierover van de hoge raad voor artsen-specialisten en huisartsen niet volgde. De raad had namelijk een beter voorstel: behoud de erkenning van huisartsen die voldoen aan de criteria maar voorzie daarnaast ook een 'licence to practice' voor de 'échte' huisarts. Want, zo besluiten de proffen, de huisartsgeneeskunde is te kostbaar om ze te grabbel te gooien. "Laat ons verder evolueren naar een toekomstgerichte, kwaliteitsvolle huisartsgeneeskunde. Eerder dan de tijd terug te draaien met algemene, vrijblijvende omschrijvingen. Patiënten hebben recht op de beste huisartsen met een uitstekende opleiding én die voldoen aan echte kwaliteitseisen."