...

Uit een antwoord op een parlementaire vraag van N-VA-senator Louis Ide blijkt dat huisartsen en psychologen de grootste groep van gezondheidsberoepen vormen die een opleiding voor tabacoloog heeft gevolgd. En in absolute cijfers uitgedrukt is er blijkbaar meer interesse voor een tabacologie-opleiding onder de taalgrens.Volgens de wet van 14 juli 1994 moeten tabacologen ofwel licentiaat in de psychologie zijn, ofwel een beoefenaar van een gezondheidszorgberoep zoals vermeld in het Koninklijk Besluit nr. 78 van 10 november 1967. In dit KB zitten uiteraard de artsen, maar ook verpleegkundigen, vroedvrouwen, kinesitherapeuten, apothekers, diëtisten, ergotherapeuten en tandartsen. Om als tabacoloog erkend te worden, moet iedereen - met uitzondering van de artsen - een eindtest afleggen. Een arts is namelijk niet verplicht de opleiding te volgen om als tabacoloog erkend te zijn.Boven de taalgrens organiseert de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT) de erkende opleiding, in het zuiden van het land leidt het Fonds des Affections respiratoires (Fares) dit in goede banen.In het parlementaire antwoord geeft minister Onkelinx de cijfers met betrekking tot de opleidingen aan beide kanten van de taalgrens, per oktober vorig jaar (zie tabel). Psychologen zijn met verve de grootste groep van tabacologen: in totaal 139. De huisartsen kloppen af op 121, boven en onder de taalgrens. Toch zijn er beduidend veel meer Franstalige dan Nederlandstalige huisartsen die de VRGT-opleiding hebben afgerond, respectievelijk 89 versus 32. Niemand heeft echt een verklaring voor dit toch wel grote verschil. Zien Nederlandstalige huisartsen niet het nut in van een voor hen niet-verplichte opleiding? Bij de psychologen liggen de aantallen bijna gelijk: 68 gingen bij Fares langs, 71 bij de VRGT.Tot slot komt uit de tabel naar voren dat vooral Fares de meeste cursisten heeft begeleid (244 in totaal, tegenover 'maar' 157 voor de VRGT). Ook hiervoor is er niet meteen een verklaring.