Maandag 1 november. Ik ben van wacht en onderweg naar het ziekenhuis om een paar patiënten te zien op de spoedgevallen en om op de afdelingen te 'toeren'. Op de radio hoor ik een begeesterde stem reclame maken voor een bedrijf dat studenten traint om te slagen voor het ingangsexamen geneeskunde.
Wat is er gebeurd? Waarom volstaat ons regulier secundair onderwijs niet meer om studenten voldoende voor te bereiden op de studies die zij graag willen aanvatten, inclusief geneeskunde? Ik google even en stel wat onthutst vast dat er zelfs meerdere 'bedrijven' bestaan die hier brood in gezien hebben.
Aan het toelatingsexamen geneeskunde 2021 namen 4.144 kandidaten deel waarvan er 1.284 in september aan de opleiding mogen beginnen, een schrale slaagkans van 25%. Het examen bestaat uit twee delen. Deel 1 peilt naar kennis en inzicht in de wetenschappen (KIW) toegespitst op de vakken biologie, fysica, chemie en wiskunde. Het tweede deel test generieke competenties. Je moet slagen voor beide onderdelen en daarna volgt er een rangschikking, enkel voor deelnemers die geslaagd zijn voor het toelatingsexamen.
De rangschikking gebeurt op basis van de behaalde resultaten. Dus uiteindelijk worden alleen de beste examinandi aanvaard met een belangrijke nadruk op de boven vermelde wetenschappelijke vakken.
In 'onzen tijd' bestond het ingangsexamen nog niet. Er zaten mensen in onze eerste kandidatuur uit alle mogelijke secundaire richtingen. Ze zijn vrijwel allemaal uitgegroeid tot prachtige en bekwame artsen maar velen van hen menen dat ze nooit door een dergelijk ingangsexamen zouden geraakt zijn.
Als de moeilijkheid van de proef aanleiding geeft tot een 'business' van bijscholingen, dan is er iets mis
Met de huidige procedure selecteren we dus intellectueel en wetenschappelijk sterke profielen maar meer dan waarschijnlijk verliezen we anderen die excelleren in andere domeinen waaronder mogelijks het meer empathische en de ruime menselijke vaardigheden in al zijn facetten.
De laatste jaren gaat er steeds meer aandacht naar dit deel van de patiëntenzorg, denk onder andere aan de pandemie van burn-out en de langdurig zieken waarvan geestelijke gezondheidsproblemen een van de belangrijkste oorzaken zijn.
Ik stel mij dus de vraag of dit de beste manier is om onze toekomstige artsen te selecteren.
En als de moeilijkheidsgraad van de toetsing aanleiding geeft tot een 'business' van coaching en bijscholingen, dan is er iets mis. Er bestaat dan bovendien een risico dat alleen degenen die dat kunnen betalen er toegang toe zullen hebben. Zij nemen dan deel aan het examen met een voordeel. Een toetsing met een voorsprong voor wie het zich kan veroorloven.
Mijn vader was een kind van fabrieksarbeiders die zich door de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van ons onderwijs heeft kunnen opwerken tot een bekwame, uitmuntende huisarts, nu 76 jaar oud en nog steeds beroepsactief. Laat ons erover waken dat die mogelijkheden voor iedereen op dezelfde manier bereikbaar blijven.