...

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: waarom zou je je job, die je al 30 jaar met veel bevlogenheid en passie uitoefent in hetzelfde ziekenhuis, 'opgeven' en je aan een buitenlands avontuur wagen? Goesting om te veranderen? Misschien. Omwille van de liefde? Natuurlijk! Met uitzondering van twee werkperiodes in Frankrijk en Genève tijdens haar assistentschap, heeft dokter Carlotte Kiekens haar hele carrière aan UZ Leuven gewerkt op de dienst fysische geneeskunde en reva- lidatie. In 1994 werd ze staflid, ze groeide door tot kliniekhoofd."Ik was sterk verankerd in mijn specialisatiegebied en actief in verschillende organisaties in binnen- en buitenland. In 2016 startten we vanuit het EBM-comité in de European Society of Physical and Rehabilitation Medicine 'Cochrane Rehabilitation', een initiatief binnen Cochrane om evidence-based medicine ook in de revalidatie te promoten en een brug te slaan tussen Cochrane en de praktijk. In die context leerde ik mijn huidige echtgenoot kennen, een collega-revalidatiearts en Italiaan. Na enkele jaren over en weer pendelen tussen België en Italië, ben ik twee jaar geleden uiteindelijk naar Italië verhuisd - net voor de lockdown. Van januari 2020 tot eind oktober 2021 was ik directeur van de Spinal Unit in het Montecatone Rehabilitation Institute, in Imola, Bologna. Sinds november vorig jaar werk ik korter bij huis, als hoofd van een revalidatie- afdeling in het centrum van Milaan." "Plots moest ik badgen", glimlacht ze gevraagd naar haar eerste indrukken na de verhuis. "De meeste artsen zijn werknemers en hebben een 38 uren-week", legt dr. Kiekens uit. "Ze worden niet vertegenwoordigd via een medische raad en hebben geen inspraak in het beleid van het ziekenhuis." Een eerste grote verandering voor de 58-jarige Vlaamse. Maar nog niet zo groot als de "verstikkende" bureaucratie in de zorg. "Voor zowat alles bestaan er regels en procedures. Zo moet je bv. alle resultaten van onder- zoeken in het papieren dossier klas- seren nadat je erop vermeld hebt dat je het gelezen hebt, met datum en handtekening. Opioïden moeten handmatig in een schrift worden geschreven, lijn per lijn, elke bladzijde ondertekend. Enzovoort." Voor Carlotte Kiekens heeft het bij momenten weg van een defensieve uitoefening van geneeskunde, zegt ze. "Een groot deel van de beperkte tijd gaat verloren in naar mijn mening nutteloze en vermijdbare praktijken, wat erg frustrerend is voor de artsen. Mijn echtgenoot had me daar vooraf voor verwittigd, maar ik dacht dat hij overdreef. Niet dus (lacht)." Diezelfde verknochtheid aan regels en procedures heeft er evenwel voor gezorgd dat Italië de coronacrisis tot op heden goed aanpakt en beheerst, geeft de revalidatiearts toe. "Vrij snel was er duidelijkheid, zowel in de brede maatschappij als in de zorgsector, over de te volgen stappen en richtlijnen. Die worden ook in grote lijnen nageleefd. Italianen hebben zich de afgelopen periode zeer veerkrachtig getoond. Ze zijn het 'gewend' te leven met sterke overheidsregulatie, mettertijd hebben ze geleerd daar mee om te gaan en gewoon hun leven te leiden", zo analyseert ze. "Dat vaccinatie verplicht is voor wie werkt, was hier al snel evident, ook buiten de gezondheidszorg. De covidpas werd nog voor de zomer ingevoerd, waardoor de economie vlot kon hernemen." Carlotte Kiekens: "In het algemeen kan je stellen dat de kwaliteit van de Italiaanse gezondheidszorg en het kennisniveau van de artsen goed is, ondanks het lagere budget - 8,67% van het BNP vergeleken met 10,66% in België (*) - en de lastige werkomstandigheden." Professioneel ervaart de Vlaamse revalidatiearts de verhuis als een terugkeer in de tijd op verschillende vlakken, zegt ze. "Zo is er weinig tot geen administratieve of andere ondersteuning - een medisch secreta- riaat bestaat hier niet - waardoor artsen erg veel taken moeten uitvoeren die weinig met zorg te maken hebben. Daarnaast zijn er te weinig gespecia- liseerde verpleegkundigen, verpleegkundigen tout court. Ook infrastructuur en apparatuur inclusief software zijn vaak erg verouderd wat het comfort van zowel patiënt als zorgverlener niet ten goede komt." "De digitalisering in de Italiaanse gezondheidszorg is tot op heden zeer beperkt. Er zijn nog maar weinig elektronische dossiers, daarenboven zijn ze overal verschillend. Er wordt gezeuld met radiografieën op dvd, voorschriften gebeuren vaak nog op papier en onderzoeken worden herhaald omdat de vorige niet beschikbaar zijn. In het algemeen worden overigens veel onderzoeken aangevraagd", merkt dr. Kiekens op. "Uit vrees voor vervolging, en ook minder gebaseerd op evidentie dan in België."Datadeling is er niet of gaat opnieuw gepaard met heel wat regelwerk. "Een voorbeeld. Wil je het advies van een collega inwinnen, dan moet je dat officieel 'aanvragen' en moet je ook een conventie hebben met die arts in kwestie. Informatie over een patiënt kan enkel door de patiënt zelf worden bekomen - een enge interpretatie van de 'privacy' van de patiënt zit daar ongetwijfeld voor iets tussen. Echter, een dergelijke benadering creëert een ethisch probleem. Want hoe kan je een verwezen patiënt nu goed behandelen als je niet over al de nodige gegevens beschikt? Dat alles maakt een consul- tatie of opname van een patiënt erg tijdrovend." "Veel Italiaanse artsen zijn dan ook ontevreden. De lonen zijn ook nog eens laag", vervolgt dr. Kiekens. "Dat on- genoegen ventileren ze, maar daar blijft het meestal ook bij. Hoewel de artsen in Italië doorgaans grote betrokkenheid en inzet tonen voor hun patiënten, is die betrokkenheid er weinig bij het ziekenhuis, er is weinig grit. Een gevolg van het werknemersstatuut waaronder de meeste artsen vallen? De managementcultuur is overigens ouderwets, topdowngericht en weinig stimulerend." "Opvallend is dat er in Italië minder werkgerelateerde problemen en burn-outs zijn", merkt Carlotte Kiekens terloops op. "Er is dan wel weinig aandacht voor flexibele werkomstandig- heden, thuiswerk enz. Maar er wordt ook veel minder gewerkt buiten de werkuren. Ik krijg hier 's avonds en in het weekend bv. veel minder mails van collega's uit het ziekenhuis. Italianen werken om te leven en niet omgekeerd. Wij Belgen zijn eerder geneigd op te kroppen en zijn minder goed in het afbakenen van onze grenzen." Het Italiaanse gezondheidszorg- systeem bestaat uit een Servizio Sanitario Nazionale, "een Beveridge-model vergelijkbaar met het gezondheidszorgsysteem in het VK", licht dr. Kiekens toe. "Wie ambulante zorg wil via deze 'publieke' sector - en dus gefinancierd door de overheid - dient steeds over een verwijzing van de huisarts te beschikken. De huisarts speelt met andere woorden een pivotale rol." "Naast dit 'publieke' systeem is er een privésector, deels 'geconventioneerd' en deels volledig privé - de patiënt betaalt volledig out of pocket of via privéverzekeringen. Dat creëert twee snelheden", zegt de revalidatiearts. "Zo was er een patiënt met een complex urologisch probleem, die een beroep diende te doen op een arts die enkel privéconsultaties houdt... Al zijn dat eerder uitzonderlijke situaties." "Tussen de regio's onderling zijn er aanzienlijke verschillen op vlak van aanbod, organisatie en kwaliteit van zorg. Ik heb vooral in het Noorden gewerkt maar in het eerste ziekenhuis waar ik werkte was 60% van mijn patiënten voornamelijk afkomstig uit het centum en het Zuiden. Ook de voorziening van bv. thuiszorg en hulpmiddelen is verschillend in elke regio. Zo wordt in sommige streken een elektrische rolstoel niet terugbetaald." "Gezien ik in revalidatie werk, merk ik ook veel verschillen op vlak van zorg voor chronisch zieken", vervolgt Carlotte Kiekens. "Zo zijn er weinig thuisverplegingsdiensten, verzorgingstehuizen en woonzorgcentra worden weinig gesubsidieerd. Patiënten zijn met andere woorden aangewezen op een caregiver. Opnieuw reden voor vooral vrouwelijke partners en moeders om thuis te blijven - bij een zwangerschap blijven vrouwen gemiddeld al anderhalf jaar thuis, mede door strenge arbeidsgeneeskundige voorschriften. Een andere optie is om een badante (soort verzorgster/huishoudster, nvdr) in huis te nemen - dat kost minder dan een woonzorgcentrum. Een voordeel van de rol van de familie is wellicht dat vele ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Veel Italiaanse gezinnen wonen dan ook samen met oudere generaties, ook omdat de jongeren niet genoeg verdienen om apart te wonen." Carlotte Kiekens: "Ondanks het vele toerisme is Italië een relatief gesloten land. De talenkennis is beperkt en de historisch wat geografische isolatie - de Alpen in het Noorden en de zee rondom - is daar een grote factor in. Dat maakt dat er weinig kruisbestuiving is vanuit andere zorgculturen." "Uiteraard en gelukkig merk ik ook veranderingen, dankzij uitwisselingsprogramma's als Erasmus. De braindrain is evenwel aanzienlijk. Veel talentvolle onderzoekers die in het buitenland een doctoraat doen, keren niet terug net om- wille van de moeilijke werkomstandigheden en lage lonen hier." Of ze werken in België mist? "Ja, natuurlijk. Maar spijt heb ik niet. Ik woon hier zeer graag, Milaan is een bruisende stad. Professioneel kan ik mij hier zeker nog ontplooien, zij het wellicht op een andere manier dan weleer. Zo kan ik vanuit mijn ervaring hier thema's op de agenda zetten, zoals de nood aan digitalisering, en daarbij een coachende rol opnemen. Langzaam maar zeker dringen nu belangrijke digitale ontwikkelingen door, ons ziekenhuis gaat aan de slag met een EMD. Ik schreef de ziekenhuisdirectie: ik heb ervaring - laat revalidatie pilootafdeling zijn. Ook op vlak van kwaliteit en patiënt- veiligheid, modellen van management en leiderschap, communicatie, aandacht voor zelfzorg is er nog veel te bereiken en hoop ik mijn steentje te kunnen bijdragen. Ik probeer ook gevoelige thema's in de revalidatie bespreekbaar te maken, zoals seksualiteit en beslis- singen omtrent het levenseinde." De hoop is dat de schok van de crisis en het herstelplan, in de handen van premier Mario Draghi, een ommekeer in het land kunnen teweegbrengen, zegt Carlotte Kiekens. "In tussentijd: I choose my battles, zoals mijn echtgenoot me op het hart drukt. En in het weekend gaan we gewoon naar de zee of de bergen zoals alle Milanezen. Of uitwaaien aan de Belgische kust (lacht)."