...

Het aantal Vlamingen dat informele zorg verstrekt aan een zieke, gehandicapte of bejaarde naaste neemt jaar na jaar toe. Begin dit jaar verklaarde 40% van de Vlamingen ouder dan 18 jaar minstens maandelijks zo'n informele zorg te verstrekken. De stijging in vergelijking met 2022 en 2023 mag dan wel gering zijn (+1%), in vergelijking met 2021 is ze al wat groter (+6%).Informele zorg wordt het vaakst verleen door 50- tot 64-jarigen (52%). Een misschien toch wat opmerkelijk gegeven: de groep van 18 tot 34 jaar verleent vaker informele zorg dan de groep van 35 tot 49 jaar, met respectievelijk 34% en 29%. Informele zorg wordt vaker verleend door vrouwen (43%) dan door mannen (38%). Nog een opmerkelijk verschil: laag- en middengeschoolden (44% en 43%) staan vaker in voor informele zorg dan hooggeschoolden (36%). Opgesplitst naar woonomgeving wordt er het vaakst informele zorg verleend in de stedelijke rand (47%), het minst vaak in grootsteden (33%).Informele zorg wordt het vaakst verleend aan een ouder: 32,7% van diegenen die minstens maandelijks zorg verlenen. Daarna volgen de partner (16,5%), een schoonouder (9,7%), een grootouder (8,8%), een buur (8,3%), een (schoon)kind (8,1%), een (schoon)zus of (schoon)broer (4,8%) en een vriend of een vriendin (1,5%).