Bernard (1975-2017) was de middelste van onze drie kinderen, start Raf De Rycke zijn verhaal. "Gelukkig getrouwd, vader van twee kindjes, gepassioneerd en diepgelovig godsdienstleraar en als regisseur-scenario-schrijver tevens nauw betrokken bij het Filmfestival in Gent. Kortom, iemand die volop in het leven stond."

Rond zijn dertigste werd Bernard echter getroffen door een epilepsieaanval die blijkens verder onderzoek veroorzaakt werd door een (goedaardige) cyste in de hersenen. "Bestraling, zo werd hem verzekerd, zou hem nog minstens tien jaar een normaal leven gunnen. Helaas, bij een controle bleek dat op het einde van deze periode de tumor een kwaadaardig karakter had gekregen en dat zijn levenskansen danig werden gereduceerd", klinkt het.

Positief ingesteld

Toch heeft onze zoon ons tijdens dat ziekteproces heel wijze levenslessen geleerd, stelt vader De Rycke. "Bernard stond positief in het leven, pakte geregeld uit met humor. Maar hij stond er ook op om, zelfs in die laatste levensjaren, samen met zijn echtgenote te getui- gen over zijn ziekte en de dood. Ik ben er echt van overtuigd dat die positieve ingesteldheid, ondanks de ongunstige medische prognose, hem een aantal extra jaren heeft gegeven. En net in die jaren heeft hij nog een aantal (bekroonde) kortfilms gemaakt. Dat hij als ondertitel 'The end. En de start van een nieuw begin' koos, illustreert ook hoe hij als diepgelovige de dood niet als een eindpunt zag. Vandaar dat we op familiebijeenkomsten wel eens zeggen 'dat hij vanop dat wolkje ons in het oog houdt'. Maar als we samen zijn, blijft het gevoel dat er iemand ontbreekt."

Rond de dood hangt nog steeds een taboesfeer. Maar door gewoon even te polsen 'hoe gaat het met u?' toon je empathisch inlevingsvermogen, je creëert verbondenheid, en het biedt je de kans om erover te praten

Niet voorbereid

"De normale gang van zaken en verwachting is dat kinderen hun ouders begraven, niet omgekeerd. Afscheid nemen van Bernard was en is zo'n onwezenlijk en onnatuurlijk gebeuren, dat je dat amper onder woorden kan brengen. Er zijn weinig gebeurtenissen die zoveel emoties losmaken. En zelfs al heb je als familie al een lang proces van afscheid doorgemaakt, dan nog ben je niet voorbereid op dat moment dat het afscheid er echt aankomt. Je bent triest, verdrietig, teleurgesteld, boos. Het meest dierbare en kostbare uit je mensenleven wordt je immers ontnomen, je wordt geraakt in de diepste vezels van je zijn", klinkt het. Die immense droefenis en het gemis gelden evenzeer ook voor echtgenote Machteld, zijn kinderen, Bernards zussen en hun families.

En toch bevat dit verhaal verrassende wendingen. Raf De Rycke: "We hebben in de loop van Bernards ziekteproces ervoor gekozen om zijn kinderen, toen acht en zes jaar oud, niet af te schermen. Dat was niet evident, maar het heeft bijvoorbeeld gemaakt dat zij zijn kunnen blijven slapen op de palliatieve eenheid bij hun papa en dat ze spontaan mee wilden toen ik naar het mortuarium ging. Ze hebben hun opgebaarde papa toen een kus op zijn voorhoofd gegeven, dat was zo ontroerend autentiek", herinnert de opa zich.

Spreekbeurt

Bernards dochter stond er ook op om in de klas een spreekbeurt te geven over 'Het afscheid van mijn papa'. "Dat vonden niet alleen wij als familie verrassend, het deed ook de juf schrikken. Maar eigenlijk is dat de start van een mooi traject geweest om met de kinderen van de klas jaarlijks naar het graf van Bernard te gaan. Als wij tijdens onze bezoeken dan een hartje op zijn graf terugvinden met de namen van alle klasgenoten is dat hartverwarmend. Maar het ligt helemaal in de lijn van Bernards wens en hoe hij tegen de dood aankeek. Steek het niet weg, zei hij steevast."

Doordat ze het hele proces intens hebben meebeleefd, tonen de kleinkinderen tot op vandaag een grote natuurlijke veerkracht. "Misschien heeft het hen zelfs beter gewapend tegen tegenslagen", luidt het.

Taboesfeer

De zorgprofessional in Raf De Rycke is vol lof over de palliatieve eenheid van UZ Gent. "De manier waarop de medewerkers, pastores en vrijwilligers daar onze zoon en ons hebben opgevangen en verzorgd heeft mijn respect voor mensen in de zorg alleen maar vergroot. Ik ben er na Bernards overlijden meermaals op bezoek gegaan voor een babbel of naar het ontmoetingsmoment dat ze organiseren voor familieleden. Samen iets eten met lotgenoten, luisteren naar teksten, dat helpt om het verlies een plaats te geven."

Tegelijk is mijn gesprekspartner formeel: "Zulk verlies moet je proberen te verwerken en een plaats trachten te geven, en dat rouwproces is voor en bij iedereen anders. Maar dit is zo'n ingrijpende gebeurtenis, dat verlies slijt nooit." Maar verlies wegcijferen of vluchten in werk, drugs of alcohol biedt geen soelaas, integendeel misschien. "Ik heb gemerkt dat mensen soms schroom hebben om erover te praten. Rond de dood hangt nog steeds een taboesfeer. Maar door gewoon even te polsen 'hoe gaat het met u?' toon je empathisch inlevingsvermogen, je creëert verbondenheid, en het biedt je de kans om erover te praten. Kleine woorden van troost, liefde, betrokkenheid kunnen een groot verschil maken! Ik denk trouwens dat je als leidinggevende, zeker in zulke situaties, emoties moet kunnen tonen. Autentieke kwetsbaarheid tonen in zo'n situatie is immers vele malen sterker dan een schijnbaar zelfverzekerd en emotieloos leiderschap. Om het met een beeld te zeggen: leg je harnas af en vervang dat door een glazen wand."

Kleine momenten

Maar hoe kan je uit zo'n verlies toch veerkracht putten? "Tegenslagen, verdriet, rouw, hoe zwaar dat ook valt, maken deel uit van het leven. Het wereldbeeld, zoals dat op sociale media wordt geschetst met enkel maar successen en mooie momenten, is daarom niet realistisch", meent Raf De Rycke. "De uitdaging bestaat erin om in de cyclische beweging van het leven, met donkere periodes en tegenslagen, de draad weer op te pikken, veerkracht los te weken met hulp van naasten en andere mensen om je heen, en erin te blijven geloven. Dat geldt niet enkel op privévlak, maar zeker ook professioneel."

Dat is zeker niet makkelijk en een leerproces, maar "het zit 'm ook in het leren genieten van kleine dingen en momenten. We hadden al een hechte familieband, Bernard heeft ons dichter bijeengebracht."

Dit verhaal verschijnt in het kader van de reeks 'Kwetsbaarheid & Veerkracht' waarin artsen vertellen over een moeilijke periode of ervaring in hun leven. Wil u ook graag uw verhaal vertellen? Neem dan contact op met redacteur emily.nazionale@roularta.be.

Bernard (1975-2017) was de middelste van onze drie kinderen, start Raf De Rycke zijn verhaal. "Gelukkig getrouwd, vader van twee kindjes, gepassioneerd en diepgelovig godsdienstleraar en als regisseur-scenario-schrijver tevens nauw betrokken bij het Filmfestival in Gent. Kortom, iemand die volop in het leven stond." Rond zijn dertigste werd Bernard echter getroffen door een epilepsieaanval die blijkens verder onderzoek veroorzaakt werd door een (goedaardige) cyste in de hersenen. "Bestraling, zo werd hem verzekerd, zou hem nog minstens tien jaar een normaal leven gunnen. Helaas, bij een controle bleek dat op het einde van deze periode de tumor een kwaadaardig karakter had gekregen en dat zijn levenskansen danig werden gereduceerd", klinkt het. Toch heeft onze zoon ons tijdens dat ziekteproces heel wijze levenslessen geleerd, stelt vader De Rycke. "Bernard stond positief in het leven, pakte geregeld uit met humor. Maar hij stond er ook op om, zelfs in die laatste levensjaren, samen met zijn echtgenote te getui- gen over zijn ziekte en de dood. Ik ben er echt van overtuigd dat die positieve ingesteldheid, ondanks de ongunstige medische prognose, hem een aantal extra jaren heeft gegeven. En net in die jaren heeft hij nog een aantal (bekroonde) kortfilms gemaakt. Dat hij als ondertitel 'The end. En de start van een nieuw begin' koos, illustreert ook hoe hij als diepgelovige de dood niet als een eindpunt zag. Vandaar dat we op familiebijeenkomsten wel eens zeggen 'dat hij vanop dat wolkje ons in het oog houdt'. Maar als we samen zijn, blijft het gevoel dat er iemand ontbreekt." "De normale gang van zaken en verwachting is dat kinderen hun ouders begraven, niet omgekeerd. Afscheid nemen van Bernard was en is zo'n onwezenlijk en onnatuurlijk gebeuren, dat je dat amper onder woorden kan brengen. Er zijn weinig gebeurtenissen die zoveel emoties losmaken. En zelfs al heb je als familie al een lang proces van afscheid doorgemaakt, dan nog ben je niet voorbereid op dat moment dat het afscheid er echt aankomt. Je bent triest, verdrietig, teleurgesteld, boos. Het meest dierbare en kostbare uit je mensenleven wordt je immers ontnomen, je wordt geraakt in de diepste vezels van je zijn", klinkt het. Die immense droefenis en het gemis gelden evenzeer ook voor echtgenote Machteld, zijn kinderen, Bernards zussen en hun families. En toch bevat dit verhaal verrassende wendingen. Raf De Rycke: "We hebben in de loop van Bernards ziekteproces ervoor gekozen om zijn kinderen, toen acht en zes jaar oud, niet af te schermen. Dat was niet evident, maar het heeft bijvoorbeeld gemaakt dat zij zijn kunnen blijven slapen op de palliatieve eenheid bij hun papa en dat ze spontaan mee wilden toen ik naar het mortuarium ging. Ze hebben hun opgebaarde papa toen een kus op zijn voorhoofd gegeven, dat was zo ontroerend autentiek", herinnert de opa zich. Bernards dochter stond er ook op om in de klas een spreekbeurt te geven over 'Het afscheid van mijn papa'. "Dat vonden niet alleen wij als familie verrassend, het deed ook de juf schrikken. Maar eigenlijk is dat de start van een mooi traject geweest om met de kinderen van de klas jaarlijks naar het graf van Bernard te gaan. Als wij tijdens onze bezoeken dan een hartje op zijn graf terugvinden met de namen van alle klasgenoten is dat hartverwarmend. Maar het ligt helemaal in de lijn van Bernards wens en hoe hij tegen de dood aankeek. Steek het niet weg, zei hij steevast." Doordat ze het hele proces intens hebben meebeleefd, tonen de kleinkinderen tot op vandaag een grote natuurlijke veerkracht. "Misschien heeft het hen zelfs beter gewapend tegen tegenslagen", luidt het. De zorgprofessional in Raf De Rycke is vol lof over de palliatieve eenheid van UZ Gent. "De manier waarop de medewerkers, pastores en vrijwilligers daar onze zoon en ons hebben opgevangen en verzorgd heeft mijn respect voor mensen in de zorg alleen maar vergroot. Ik ben er na Bernards overlijden meermaals op bezoek gegaan voor een babbel of naar het ontmoetingsmoment dat ze organiseren voor familieleden. Samen iets eten met lotgenoten, luisteren naar teksten, dat helpt om het verlies een plaats te geven." Tegelijk is mijn gesprekspartner formeel: "Zulk verlies moet je proberen te verwerken en een plaats trachten te geven, en dat rouwproces is voor en bij iedereen anders. Maar dit is zo'n ingrijpende gebeurtenis, dat verlies slijt nooit." Maar verlies wegcijferen of vluchten in werk, drugs of alcohol biedt geen soelaas, integendeel misschien. "Ik heb gemerkt dat mensen soms schroom hebben om erover te praten. Rond de dood hangt nog steeds een taboesfeer. Maar door gewoon even te polsen 'hoe gaat het met u?' toon je empathisch inlevingsvermogen, je creëert verbondenheid, en het biedt je de kans om erover te praten. Kleine woorden van troost, liefde, betrokkenheid kunnen een groot verschil maken! Ik denk trouwens dat je als leidinggevende, zeker in zulke situaties, emoties moet kunnen tonen. Autentieke kwetsbaarheid tonen in zo'n situatie is immers vele malen sterker dan een schijnbaar zelfverzekerd en emotieloos leiderschap. Om het met een beeld te zeggen: leg je harnas af en vervang dat door een glazen wand." Maar hoe kan je uit zo'n verlies toch veerkracht putten? "Tegenslagen, verdriet, rouw, hoe zwaar dat ook valt, maken deel uit van het leven. Het wereldbeeld, zoals dat op sociale media wordt geschetst met enkel maar successen en mooie momenten, is daarom niet realistisch", meent Raf De Rycke. "De uitdaging bestaat erin om in de cyclische beweging van het leven, met donkere periodes en tegenslagen, de draad weer op te pikken, veerkracht los te weken met hulp van naasten en andere mensen om je heen, en erin te blijven geloven. Dat geldt niet enkel op privévlak, maar zeker ook professioneel." Dat is zeker niet makkelijk en een leerproces, maar "het zit 'm ook in het leren genieten van kleine dingen en momenten. We hadden al een hechte familieband, Bernard heeft ons dichter bijeengebracht."