...

Anthony Fauci, hoofd van het Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious Diseases (NIAID) gaf het al eerder aan: er zouden zowat twee maanden verlopen tussen de sequentiëring van SARS-CoV2 en de start van het klinisch onderzoek naar een vaccin. Hij kreeg gelijk: precies 66 dagen nadat het genoom van het virus werd gepubliceerd, mocht de eerste gezonde vrijwilliger in de VS zijn prikje ontvangen. Een mRNA-vaccin (zie onze vorige editie) zal worden toegediend aan 45 gezonde vrijwilligers, in twee dosissen met een interval van 28 dagen. De belangrijkste onderzoeksvraag betreft de veiligheid, maar onderzoekers zullen ook gedurende 14 maanden de immuunrespons opvolgen. De eerste resultaten worden verwacht over een drietal maanden. Maar het beschikbaar stellen van een vaccin neemt zeker nog één jaar in beslag, zo meldt NIAID. Een paar dagen vóór de Amerikanen stak men ook in Frankrijk met een klinische studie van wal. Hier is de communicatie minder duidelijk. Het zou gaan om een recombinant vaccin. Dat betekent dat de genen van een viraal eiwit worden ingebouwd in het DNA van levende cellen, die het betrokken eiwit massaal gaan aanmaken. Op die manier verkrijgt men het antigeen dat in het vaccin wordt aangebracht. Ook in Duitsland werkt een privébedrijf aan een vaccin. Dat was overigens rond half maart aanleiding tot een rel met de VS, toen bleek dat president Donald Trump het Duitse bedrijf een aanzienlijk bedrag had aangeboden in ruil voor de exclusieve rechten op het vaccin. De Duitse overheid reageerde heftig. De onderhandelingen met Trump zijn van tafel. Deze wedren verloopt in een context waarbij eigenlijk bitter weinig geweten is over de natuurlijke immuunrespons tegen SARS-CoV2. We verwachten veel heil van een toenemende immuniteit in de bevolking, maar de vraag rijst of mensen die de infectie hebben gehad, wel degelijk een beschermende immuunrespons vertonen. Experts denken van wel. Normaal gezien wordt dit bij dieren en mensen nagegaan vóór men met de ontwikkeling van een vaccin start, maar nu oordeelt men dat daar geen tijd voor is. Onderzoek bij dieren en bij mensen zal dus gelijklopend worden uitgevoerd.Onderzoek bij apen wijst alvast op het optreden van immuniteit. De dieren waren na een episode van milde symptomen genezen van een infectie met SARS-CoV2. Bij een herhaalde blootstelling werden ze niet opnieuw ziek. Een ander aandachtspunt is de persistentie van de bescherming. Voor de coronavirussen die gewone verkoudheid veroorzaken, is de immuniteit alvast van korte duur. Antilichamen tegen MERS lijken zeer snel te verdwijnen. Bij voormalige SARS-patiënten vond men 15 jaar na de infectie nog antilichamen, maar het is niet duidelijk of de betrokkenen daarmee beschermd zijn tegen SARS-CoV1.Het mRNA-vaccin dat momenteel in de VS wordt getest, zet lichaamscellen aan tot expressie van het spike-eiwit eigen aan SARS-CoV2. Het immuunsysteem zal tegen dat eiwit een immuunrespons op gang brengen, maar het is niet helemaal duidelijk of dat zal volstaan om via het vaccin bescherming te verkrijgen. Mogelijk is er daarvoor ook een immuunrespons vereist tegen andere eiwitten van het virus.