...

Samen met de voorzitters van de medische raden, de decanen van de geneeskundefaculteiten en de universiteitsrectoren vragen de universitaire ziekenhuizen om meer middelen vrij te maken voor het klinisch wetenschappelijk onderzoek en voor de opleiding van artsen-onderzoekers.Volgens prof. Jean-Paul Van Vooren, voorzitter van de Raad van Universitaire Ziekenhuizen van België (RUZB), wordt het tijd dat we ons afvragen wat we juist willen. "Bij hun oprichting kregen de universitaire ziekenhuizen een aantal opdrachten mee. Niet alleen spelen ze een sleutelrol in de basisgezondheidszorg, het klinisch onderzoek en de opleiding van specialisten. Daarnaast vormen ze belangrijke referentiecentra voor patiënten met zeldzame en complexe aandoeningen."Aan die opdrachten dreigt nu plots een einde te komen wegens budgettaire restricties, gaat Van Vooren verder. Door de besparingsmaatregelen van de voorbije jaren, die de universitaire ziekenhuizen hard hebben getroffen, is het immers niet meer mogelijk om onze opdrachten correct te vervullen, betreurt hij. "Met als gevolg dat de opleiding van jonge specialisten aan kwaliteit zal inboeten en dat de innovatie zal stilvallen."100 miljoenVolgens berekeningen van de RUZB lopen de besparingen voor 2013 op tot 52 miljoen euro. Dat is 1,65% van de omzet van de UZ's. Bekijk je het vanaf 2011, dan staat de teller al op 100 miljoen euro. En met minstens 70% loontrekkende artsen, zijn het uiteraard de ziekenhuizen zelf die in de klappen delen.Vergeleken met het buitenland zijn de Belgische universitaire ziekenhuizen overigens niet verwend, stipt prof. Van Vooren nog aan. "Het B7A - het gedeelte van het BMF dat aan de UZ's wordt toegekend - dekt minder dan 5% van onze jaarlijkse inkomsten, tegenover 15 tot 25% in de buurlanden."