...

Het Kenniscentrum ging na hoe huisartsen zich kunnen wapenen. De onderzoekers van het Kenniscentrum (KCE) werkten samen met equipes van de VUB en de ULB. Ze benaderden burn-out vanuit verschillende invalshoeken.Een eerste deel van het onderzoek bestaat uit een systematisch literatuuroverzicht.Het onderzoeksteam voerde ook diepte-interviews met 40 door burn-out getroffen huisartsen. Parallel daarmee werden een 60-tal huisartsen geselecteerd voor panels die mochten aanstippen wat ze als prioritaire actiepunten of preventiemaatregelen zien.Opgestapelde frustratiesDe deelnemers werden gerekruteerd via een website die via de artsenverenigingen en de medische pers werd bekendgemaakt. Huisartsen met een (door een professionele zorgverlener) gediagnosticeerde burn-out mochten zich rechtstreeks inschrijven. Andere bezoekers werden uitgenodigd voor een zelftest, om na te gaan of ze al dan niet een burn-out doormaken. Op basis van hun score werden ze gefilterd voor een interview, een panel of beide (*).Burn-out is bij huisartsen het resultaat van "een silentieus uitputtingsproces waaraan talrijke frustraties ten grondslag liggen", staat er in het rapport. Ze hebben vaak jarenlang hun hart en ziel in hun werk gelegd om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat ze er te weinig voor terugkrijgen. Ze zien burn-out niet als een ziekte maar in de eerste plaats als een ervaring, een gevoel van onbehagen dat ontstaat door jarenlange overbelasting.MiskenningBurn-out uit zich door een gevoel van onmacht, hopeloosheid, uitputting, frustratie, leegheid. Huisartsen voelen zich miskend en niet gerespecteerd. Dat leidt tot afstandelijkheid en depersonalisatie.De frustraties van uitgeputte huisartsen vinden maar zelden hun oorsprong in het privéleven. Werklast en werkomstandigheden worden veel frequenter als oorzaak van burn-out aangehaald. Uiteraard kan er een accumulatie van beide voorkomen. Heel wat respondenten gaven aan dat ze te veel hebben moeten investeren in het beroepsleven, ten koste van privéleven.Ook de vaak ingewikkelde relatie met patiënten kan een bron van professionele uitputting zijn. De vroegere gezagsverhouding is verdwenen. Artsen worden niet meer op hun woord geloofd. Artsen die aan burn-out of depersonalisatie lijden, vinden dat patiënten zich veeleisend opstellen, irrationele wensen formuleren en hun autoriteit en kennis in vraag stellen. Ze zijn ook bang voor klachten van patiënten. Ze ervaren een toenemende agressie, meestal verbaal maar uitzonderlijk ook fysiek.Daarnaast kan de Belgische context negatief doorwegen. De respondenten halen het uitblijven van echelonnering en de ondergeschikte positie van de huisartsgeneeskunde in de zorgverlening aan. Voeg daar nog de wurgende papierwinkel bij die het gevoel geeft alsmaar meer onzinnig werk te moeten opknappen.WachtdienstenSommige huisartsen zetten de organisatie van de wachtdiensten bovenaan het lijstje factoren die tot uitputting leiden. Na een nachtelijke wachtdienst moeten ze de volgende ochtend gewoon weer aan de slag.Ook spanningen en conflicten met collega's over wachtdiensten eisen hun tol. Er zijn streken waar de schaarste van huisartsen zo nijpend is dat men het gevoel heeft altijd paraat te moeten staan.Tal van respondenten klagen over een gebrek aan solidariteit vanwege collega's. Soms tekent zich ook een clash tussen generaties af: oudere artsen kunnen het zich niet indenken dat ze niet steeds beschikbaar zijn voor hun patiënten, terwijl jongeren veel duidelijker hun grenzen stellen. Er zijn ook klachten over een gebrek aan respect van collega's specialisten ('het gevoel gekleineerd te worden').Voorts zijn er klachten over de toezichthoudende overheid die de macht heeft om controle uit te oefenen. Controles van het Riziv worden vaak als een kwelling omschreven. (*)