...

De FOD Volksgezondheid houdt een administratief kadaster bij van artsen - vooral om de erkenning van artsen te regelen en bij te houden. Dat kadaster bevat heel wat artsen die niet actief zijn in de gezondheidszorg - zoals artsen die met pensioen zijn. PlanKad koppelt het kadaster aan databanken van de Sociale Zekerheid om te achterhalen wie beroepsactief is, en meer bepaald wie actief is in de gezondheidszorg. De eerste keer gebeurde dat in 2014-2015. (De identiteit van de artsen wordt tijdens dit proces verborgen.)Van zelfstandigen is moeilijk te achterhalen hoeveel uren per week ze met hun werk bezig zijn - in theorie althans is dat een stuk eenvoudiger bij artsen die met een bediendencontract werken. Ook databanken van het Riziv worden aan het kadaster gekoppeld.Het Riziv weet van elke zelfstandig werkende arts hoeveel prestaties hij in een jaar gefactureerd heeft. Dat wordt in kaart gebracht en vergeleken met een referentiearts: de volledig als zelfstandige werkende arts die qua inkomen precies op de mediaan ligt van de groep collega's tussen 45 tot 54 jaar oud met hetzelfde specialisme. Die arts wordt gelijkgesteld met één VTE. Artsen die meer prestaties leveren werken meer dan één VTE, artsen die minder factureren werken minder dan één VTE.De bijstaande tabellen bevatten cijfers over het aantal erkende, actieve en in de gezondheidszorg bedrijvige artsen - huisartsen enerzijds, in klinische praktijken bedrijvige specialisten anderzijds. De cijfers zijn opgesplitst per Gemeenschap of per Gewest. Ook wat artsen gemiddeld presteren is meegenomen. (Lees verder onder de tabel.)PlanKad levert een volledig rapport op voor ieder specialisme afzonderlijk. Er zijn rapporten over huisartsen, pneumologen, kinder- en jeugdpsychiaters, orthopedisch chirurgen, enzovoort. Er zijn daarnaast rapporten over artsen die geen Rizivprestaties factureren, zoals arbeidsartsen en artsen die gezondheidsgegevens beheren. Er is een apart rapport over artsen in opleiding.De PlanKad-analyse levert een schat aan gegevens op. Het blijft natuurlijk ondanks alle vernuft wat nattevingerwerk - zoals de inschatting van een zelfstandig VTE. Maar zonder nog veel meer administratieve last, voor artsen vooral, zijn preciezere gegevens wellicht onmogelijk. Alleen dat de werkplaats van zelfstandigen nog gelijkgesteld wordt met de woonplaats is op relatief korte termijn misschien voor verbetering vatbaar.Een greep uit de bevindingen: