...

Dat was zo goed als een primeur. In de pers vielen de klinisch psychologen het terugbetalingsplan voor het psychologisch consult van de minister van Volksgezondheid onlangs aan. Slechts een derde van de psychologen zou aan het plan deelnemen - lang niet alle consultaties zijn terugbetaald. De autonomie van de klinisch psychologen wordt aangetast omdat ze worden ingebed in de lokale GGZ-netwerken, ze ruggespraak dienen te plegen over het behandelplan en de GMD-houdend huisarts op de hoogte moeten brengen van het opstarten en stoppen van de behandeling (tenzij de patiënt zich daar rechtsmatig zou tegen verzetten).Het is een soort van proefproject, stelde Koen Lowet van de Vlaamse Vereniging van Klinische Psychologen in De Standaard. Het is goed dat de Vooruit-minister het budget voor terugbetaling van de psycholoog optrekt van 40 naar ruim 150 miljoen euro - maar om het psychologisch consult volledig terugbetaald te maken, is een budget van anderhalf miljard euro nodig. Om dat even te duiden: anderhalf miljard is het volledige deelbudget voor 'consultaties en bezoeken' van de Belgische huisartsen. De nieuwe regeling voor de terugbetaling van een psychologisch consult lichtten, we al toe in een vorige editie (AK 2661). In vergelijking met het plan voor de eerstelijnspsycholoog zoals nog uitgewerkt door de vorige minister van Volksgezondheid, Maggie De Block, werd niet alleen het globale budget opgetrokken, maar werd tevens het honorarium voor de psychologen verhoogd en werd de psycholoog rechtstreeks toegankelijk - een verwijsbrief door de huisarts is niet langer nood- zakelijk. De huidige minister had op de kritiek van de psychologen op zijn plan vóór de 'pensioenreceptie' van Rita Cuypers en dokter Reinier Hueting nog niet in het publiek gereageerd. Maar tijdens zijn speech maakte Vandenbroucke duidelijk dat wat in het De Standaard-artikel 'kinderziekten' van het plan werd genoemd, wel degelijk beleidskeuzes zijn. "Wat we niet willen is om, naar analogie met wat we 60 jaar geleden voor artsen hebben gedaan, binnen het Riziv een aparte zuil voor de klinisch psychologen en orthopedagogen uit te bouwen, met een terugbetaling van prestaties", stelt Vandenbroucke. De nadruk ligt wel degelijk op een geïnte- greerd aanbod, ingebed in de lokale GGZ-netwerken, waarbij samenwerking tussen klinisch psychologen onderling, en tussen de psychologen en huisarten en/of psychiaters de essentie is - in de traditie, overigens, van wijlen dokter Marcel De Brabanter.De minister onderstreept het belang van een gericht aanbod van groeps- sessies naast de terugbetaling van in- dividuele sessies. De klinisch psycholoog of orthopedagoog stelt, na een exploratieve fase, een plan op ('functioneel bilan') dat met de verwijzend huisarts of psychiater besproken wordt. De rapportering aan de GMD-houdend huisarts zal ook een onderdeel blijven van het samenwerkingsmodel. Het is geen goed idee, vindt de minister, om in de communicatie naar het publiek de indruk te wekken dat alles wat nu bij de klinisch psycholoog gebeurt, terugbetaald zal worden. Het is wel de bedoeling om "met voldoende mid- delen, die ook niet eindeloos zijn" een aangepast aanbod uit te bouwen dat evidence-based is. Voor de huisartsen wordt dat alles een 'new frontier' - een "enorm belangrijk" project dat de grenzen van de klassieke praktijk verlegt, maar dat het werk van de huisarts uiteindelijk moet verlichten. De minister ziet nog een tweede 'new frontier' - ook grensverleggend, die het werk van huisartsen en specialisten zou moeten vergemak- kelijken: coaches voor de reïntegratie van langdurig zieke personen. "Wie vandaag van buitenuit de personen die daarmee bezig zijn in het ziekenfonds wil bereiken, stuit op een blinde muur."De minister wil daarom starten met 40 nieuwe - en vlot bereikbare - coaches bij de ziekenfondsen die zich niet zullen bezighouden met de me- dische controle op arbeidsongeschiktheid, maar wel met het coördineren van de verschillende trajecten die kunnen leiden tot een zinvolle activiteit op de arbeidsmarkt (een tamelijk esoterische materie, nvdr). "Een attest van arbeidsongeschiktheid moet het begin worden van een traject naar reïntegratie", stelt de minister. De informatie die over de arbeidsongeschiktheid verzameld wordt, moet - "uiteraard met respect voor het medisch beroepsgeheim" - beschikbaar komen op één punt waar het gebruikt kan worden om een reïntegratietraject uit te stippelen. Dat gaat de overheid miljoenen euro's uitsparen, onderstreept de minister, maar het belangrijkste volgens hem is dat aan mensen die langdurig ziek zijn perspectief bieden op een terugkeer naar werk ook zeer bevorderlijk is voor hun gezondheid en hun welbevinden. De minister dankte in zijn speech ten slotte alle artsen voor hun inzet tijdens de coronacrisis "die nog lang niet voorbij is". Als punten voor zijn agenda in de komende periode stipte hij de meerjarenbegroting van het Riziv aan, het uitzetten van de volgende stappen in de hervorming van de ziekenhuis- financiering en de opbouw van ziekenhuisnetwerken, en het creëren van een momentum voor een geneesmiddelenbeleid in het komende overleg met de farmaceutische industrie.