Allereerst: wij mogen midden in deze armageddon terecht trots zijn op onze collega's huisartsen, specialisten, wetenschappers, maar ook op de stevige funderingen van ons gezondheidssysteem dat sterk gehouden wordt door alle medewerkers. Verpleegkundigen, zorgkundigen, paramedici, maar ook technici, laboranten en administratieve ondersteuning en niet te vergeten het onderhoudspersoneel zorgen op hun beurt voor de stevige schakels die nodig zijn om de ketting zo sterk mogelijk te houden.

We zijn trots op ons gezondheidssysteem dat gesteund wordt door de overheid, met de beperkingen inherent aan ons democratisch model. Dat brengt spijtig genoeg ongewild een zekere vertraging met zich mee bij sommige maatregelen en bestellingen.

We zijn heel fier op onze collega's huisartsen en specialisten die werkzaam zijn in de eerste lijn. De definitie 'eerste lijn' is ditmaal overduidelijk, allen staan in de 'frontlijn': thuis, in de woonzorgcentra, op spoedopnames of op Intensieve Zorgen. Samen met de duizenden verzorgenden die dagelijks hun eigen gezondheid in de weegschaal brengen.

Trots zijn wij ook op de collega's en zorgverstrekkers die in deze onzekere tijden onmiddellijk de juiste maatregelen hebben getroffen om de rest van het gezondheidssysteem voorzichtig te coachen. Zij hebben van bij het begin op de juiste manier een beperkt maar veilig schema uitgewerkt om alle strikt noodzakelijke zorg te blijven verzekeren. Andere zorgverstrekkers zitten thuis te wachten, paraat, tot men hen ergens nodig heeft. Ook voor hen onze waardering.

Een blijvende 'ongerustheid' is aan te raden voor artsen

Maar boven alles zijn wij trots op onze samenleving. Bovenstaande voorzieningen vallen immers als een kaartenhuis in elkaar indien brandweer, afvalbeheer en voedingsketen het laten afweten. Ook deze mensen zijn helden, hun kinderen mogen fier zijn op vader en moeder! De thuiswerkers en dezen die noodgedwongen door de aard van hun beroep heel even werkloos zijn, dragen door hun verantwoord gedrag eveneens bij aan de oplossing voor deze nooit geziene bedreiging.

Onrust

Onrust sluipt binnen in onze dagelijkse handelingen met de bezorgdheid voor de gezondheid van onze dierbaren en voor onze toekomst in al zijn aspecten. Onrust is vandaag op zijn plaats in ons gedragspatroon. Angst daarentegen is nutteloos en contraproductief.

In mijn 40-jarige carrière als arts heb ik dagelijks met onrust geleefd. Ongerust voor onvoorziene complicaties, voor kleine maatregelen in de nazorg die zouden vergeten zijn door mijzelf of door medewerkers. Onrust vooral over de niet altijd voorspelbare afloop van ziektes. In de oncologie waar ik werkzaam was, speelt zich in trager tempo af wat wij nu met deze pandemie beleven. Kanker is immers een soort pandemie die iedereen treft zonder onderscheid. We vechten ertegen met alle middelen - liefst zonder besparingen op deze middelen - maar het is per individu ongerust de afloop afwachten.

Artsen moeten blijven wat ze altijd geweest zijn; bewuste en ongeruste burgers met verantwoordelijkheden

Angst is een slechte raadsheer en leidt tot irrationeel handelen. Ongerustheid echter stimuleert ons tot zorgvuldig handelen. Onrust helpt om de soms strenge maatregelen te ondersteunen en op die manier verantwoordelijkheid te nemen voor onze brede omgeving.

Misschien zijn de quarantainemaatregelen voor de jongeren juist moeilijker te motiveren omdat zij het geluk hebben nog niet in de 'ongeruste modus' te zijn beland. Toch zijn ze stilaan aan het piekeren over ouders en grootouders. Die blijvende 'ongerustheid' is een aanrader voor artsen, gezondheidswerkers en beleidsverantwoordelijken vooral na de acute crisis. Van zodra we het geluk hebben dat de maatregelen worden versoepeld, en de fameuze economie weer de aandacht krijgt, blijf ik liever gezond en blijvend ongerust zonder grote vreugdesprongen.

Ik pleit voor het verder meenemen van deze verstandige ongerustheid in onze dagelijkse beslissingen. Artsen en verpleegkundigen zijn geen helden, de angstige bevolking wil nochtans geloven in helden en heiligen. Artsen moeten blijven wat ze altijd geweest zijn; bewuste en ongeruste burgers met verantwoordelijkheden.

Allereerst: wij mogen midden in deze armageddon terecht trots zijn op onze collega's huisartsen, specialisten, wetenschappers, maar ook op de stevige funderingen van ons gezondheidssysteem dat sterk gehouden wordt door alle medewerkers. Verpleegkundigen, zorgkundigen, paramedici, maar ook technici, laboranten en administratieve ondersteuning en niet te vergeten het onderhoudspersoneel zorgen op hun beurt voor de stevige schakels die nodig zijn om de ketting zo sterk mogelijk te houden. We zijn trots op ons gezondheidssysteem dat gesteund wordt door de overheid, met de beperkingen inherent aan ons democratisch model. Dat brengt spijtig genoeg ongewild een zekere vertraging met zich mee bij sommige maatregelen en bestellingen. We zijn heel fier op onze collega's huisartsen en specialisten die werkzaam zijn in de eerste lijn. De definitie 'eerste lijn' is ditmaal overduidelijk, allen staan in de 'frontlijn': thuis, in de woonzorgcentra, op spoedopnames of op Intensieve Zorgen. Samen met de duizenden verzorgenden die dagelijks hun eigen gezondheid in de weegschaal brengen.Trots zijn wij ook op de collega's en zorgverstrekkers die in deze onzekere tijden onmiddellijk de juiste maatregelen hebben getroffen om de rest van het gezondheidssysteem voorzichtig te coachen. Zij hebben van bij het begin op de juiste manier een beperkt maar veilig schema uitgewerkt om alle strikt noodzakelijke zorg te blijven verzekeren. Andere zorgverstrekkers zitten thuis te wachten, paraat, tot men hen ergens nodig heeft. Ook voor hen onze waardering.Maar boven alles zijn wij trots op onze samenleving. Bovenstaande voorzieningen vallen immers als een kaartenhuis in elkaar indien brandweer, afvalbeheer en voedingsketen het laten afweten. Ook deze mensen zijn helden, hun kinderen mogen fier zijn op vader en moeder! De thuiswerkers en dezen die noodgedwongen door de aard van hun beroep heel even werkloos zijn, dragen door hun verantwoord gedrag eveneens bij aan de oplossing voor deze nooit geziene bedreiging.OnrustOnrust sluipt binnen in onze dagelijkse handelingen met de bezorgdheid voor de gezondheid van onze dierbaren en voor onze toekomst in al zijn aspecten. Onrust is vandaag op zijn plaats in ons gedragspatroon. Angst daarentegen is nutteloos en contraproductief.In mijn 40-jarige carrière als arts heb ik dagelijks met onrust geleefd. Ongerust voor onvoorziene complicaties, voor kleine maatregelen in de nazorg die zouden vergeten zijn door mijzelf of door medewerkers. Onrust vooral over de niet altijd voorspelbare afloop van ziektes. In de oncologie waar ik werkzaam was, speelt zich in trager tempo af wat wij nu met deze pandemie beleven. Kanker is immers een soort pandemie die iedereen treft zonder onderscheid. We vechten ertegen met alle middelen - liefst zonder besparingen op deze middelen - maar het is per individu ongerust de afloop afwachten.Angst is een slechte raadsheer en leidt tot irrationeel handelen. Ongerustheid echter stimuleert ons tot zorgvuldig handelen. Onrust helpt om de soms strenge maatregelen te ondersteunen en op die manier verantwoordelijkheid te nemen voor onze brede omgeving. Misschien zijn de quarantainemaatregelen voor de jongeren juist moeilijker te motiveren omdat zij het geluk hebben nog niet in de 'ongeruste modus' te zijn beland. Toch zijn ze stilaan aan het piekeren over ouders en grootouders. Die blijvende 'ongerustheid' is een aanrader voor artsen, gezondheidswerkers en beleidsverantwoordelijken vooral na de acute crisis. Van zodra we het geluk hebben dat de maatregelen worden versoepeld, en de fameuze economie weer de aandacht krijgt, blijf ik liever gezond en blijvend ongerust zonder grote vreugdesprongen.Ik pleit voor het verder meenemen van deze verstandige ongerustheid in onze dagelijkse beslissingen. Artsen en verpleegkundigen zijn geen helden, de angstige bevolking wil nochtans geloven in helden en heiligen. Artsen moeten blijven wat ze altijd geweest zijn; bewuste en ongeruste burgers met verantwoordelijkheden.