...

Marlen Reusser legde in de zomer van 2017 haar laatste examen geneeskunde af en reed haar eerste internationale wedstrijd. 'Ik koos voor het wielrennen omdat ik de geneeskunde later nog altijd kan oppakken', zegt ze.U wint vaak na een lange solo of in tijdritten. Hoe zwaarder de omstandigheden, hoe beter u lijkt te rijden.'In een peloton strijdt iedereen op de cruciale momenten om de beste positie. Dat is niet mijn ding. Met minder renners is het minder een onderling gevecht met risico's op valpartijen. Dan breekt meestal mijn moment aan. Alleen rijden is gewoon mijn manier om te kunnen winnen (lacht). Het is niet dat ik ervan geniet, want tijdrijden is mentaal echt een grote uitdaging. Was ik een goede sprinter, dan deed ik het niet (grijnst).'De Touretappe die u won lijkt veel te hebben veranderd.'Soms word ik daar kwaad van. Vorig jaar won ik een rit in de Vuelta, ik was twee keer tweede in World Tour rittenkoersen, een keer derde en vierde, ik won eendagswedstrijden... Maar de overwinning in de Touretappe heeft iedereen onthouden, terwijl die vorige zeges voor mij minstens evenveel waard zijn.'U schreef uw scriptie over de marathon van Berlijn. Waarom?'Tijdens de lockdowns besloot ik mijn tijd niet te verdoen. Dus ik koos ervoor om mijn doctoraatsverhandeling dan te schrijven. Voor dat onderwerp - de stijgende participatie en de steeds betere tijden in de marathon van Berlijn - zochten ze in het UZ in Bern nog iemand. Weet je, in het begin deden erg weinig vrouwen mee, maar ondertussen bestaat het deelnemersveld van de marathon van Berlijn al voor de helft uit vrouwen. We moeten, ook in het wielrennen en ondanks de verschillen, beseffen dat vrouwen zien strijden in een sport even spannend en interessant is. De kloof zit in onze hoofden.'Hoe ziet u zichzelf evolueren als wielrenster?'Ik begon in 2019 als prof, met weinig races, en toen kwamen de lockdowns. Dus ik kom pas kijken in het internationale wielrennen. Er zijn niet veel wedstrijden die ik al twee of drie keer gereden heb. Verschillende versies van dezelfde races meemaken kan mij helpen om in te schatten wat ik wel of niet moet doen. Dat maakt dat ik nog veel vooruitgang kan boeken en sneller worden op verschillende parcoursen. Ik ben zelf benieuwd wat er met mijn prestaties gaat gebeuren.'Het vervolg van dit interview leest u in de papieren Artsenkrant van 1 september.