Sterk in het oog springt alvast dat met de verzekeringsinstellingen een stabiel en adequaat budgettair meerjarenkader wordt afgesproken. Dat houdt in dat de "totale administratiekosten op een objectieve, transparante en stabiele manier worden aangepast aan de evolutie van de loonkost en het werkvolume" (pagina 65).

Het weze duidelijk dat CM-CD&V de regering in een houdgreep heeft.

Met andere woorden, de ziekenfondsen wordt een indexering gegarandeerd. Dat willen de artsen uiteraard ook, we sluiten immers elke twee jaar een soort van pact af met de minister van Sociale Zaken.

Het toekomstpact draait rond zes moderniseringsassen.

  1. 1. Digitalisering

As nummer één gaat bijvoorbeeld over 'informatieverlening aan, hulpverlening en gezondheidscoaching van de leden.' Digitalisering, zo lezen we hier op pagina 10, "moet bijdragen tot meer waarde-creatie en hogere efficiëntie. De op die manier vrijgemaakte middelen kunnen ingezet worden om de nieuwe vormen van dienstverlening uit te bouwen, met bijzondere aandacht voor diegenen die zwakker zijn op vlak van financiële toestand en gezondheid."

Eigenlijk impliceert dit dat door de digitalisering een groot deel van het oorspronkelijke werk van de verzekeringsinstellingen wordt uitgevoerd door de zorgverstrekkers. Zij worden evenwel niet extra vergoed voor deze bijkomende administratieve overlast. De BVAS vindt dat minstens een deel van de vrijgemaakte middelen moet overgeheveld worden naar het budget van de artsen.

  • 2. Redesign

'Moderniseringsas' twee heeft betrekking op de bijdrage die de ziekenfondsen leveren tot de kennisopbouw en beleidsvoorbereiding in de gezondheidszorg. Op pagina 17 van het Toekomstpact staat het volgende: "Dat houdt in dat de VI 's een stevige rol krijgen binnen het 'redesign-programma' (de herschikking van de federale administraties, o.m. deze die met gezondheidszorg te maken hebben, M.M.) alsook in het nog op te richten Toekomstinstituut. De VI 's stellen de gegevens betreffende de aanrekeningen van de verplichte gezondheidszorgverzekering ter beschikking aan de federale gezondheidszorgadministraties."

Nochtans had de Bvas bij de bespreking van de 'redesign' gevraagd om de ziekenfondsen als verstrekkers te beschouwen, net zoals de verpleegkundigen, de ziekenhuizen, de artsen enz... Daardoor zouden ze geen stemrecht meer hebben in de Algemene Raad van het RIZIV. Dat is de logica zelve. Zij zijn zelf immers zeer grote zorgverbruikers met hun mediatheken, apotheken, ziekenhuizen et cetera die ze beheren/uitbaten. Hier krijgen de BVAS en vele artsen met haar zeker geen genoegdoening, wel integendeel.

  • 3. Handhavingsbeleid

'Moderniseringsas' drie gaat over handhaving en doelmatigheid. Met andere woorden over de toezichtsfunctie van de ziekenfondsen op de verplichte ziekteverzekering. Op pagina 24 van het Toekomstpact staat dat de "rol van de VI 's niet beperkt is tot eerstelijnscontroles. Ze zijn ook partner van de toezichthoudende overheid voor de dienst handhavingsbeleid. De VI 's zullen in de toekomst sterker betrokken worden in een gemoderniseerd federaal handhavingsbeleid voor de gezondheidszorgverzekering."

Het document leert dat het 'handhavingsbeleid' aanzienlijk wordt uitgebreid en dat het instrumentarium hiervoor dus ongetwijfeld ook enorm zal toenemen. De 'optimalisering' van het ziekenfondsinstrumentarium houdt onder meer in dat ze gerichte feedback geven aan zorgverstrekkers, aanrekeningen gedurende een bepaalde periode strikt kunnen monitoren of bijvoorbeeld ook dat hun adviserende artsen op het terrein controle kunnen uitoefenen (pagina 32).

Dat er een controle en melding gebeurt aan de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle van het Riziv in geval van mogelijk verkeerde tarificatie lijkt ons logisch. Dat evenwel een heel nieuw handhavingsbeleid wordt toegekend aan de ziekenfondsen is te verregaand. De kliklijn is niet veraf, hoewel Pedro Facon, de kabinetschef van minister De Block, ons bezwoer dat dit niet de bedoeling is. Wel zou het de bedoeling zijn om de samenwerking en het partnership in de gezondheidszorg te bevorderen. Een contradictio in terminis, zo vinden we.

  • 4. Adviserend korps

En het hoofdstukje 'Moderniseringsas' vier heeft het nog steeds over het 'adviserend geneesherenkorps'. Blijkbaar heeft de schrijver van het Toekomstpact nog nooit van genderneutraliteit gehoord. Waar is het woord arts? Men gaat hierbij uit van complementariteit tussen de adviserend arts en de arts-inspecteur. Waarbij een belangrijke rol wordt toegedicht aan de adviserende arts bij het beheren, beheersen en toezien op de bestedingen van de verplichte verzekering. Nochtans had de Bvas gevraagd de adviserende artsen onder te brengen bij het RIZIV.

  • 5. Verplichte aanvullende verzekering

'Moderniseringsas' vijf behandelt de verplichte aanvullende verzekering. Een heikel punt. Op pagina 44 vermeldt het Toekomstpact dat "de aanvullende verzekering opnieuw een sterkere functie moet krijgen in het kader van innoverende gezondheidsgerichte tussenkomsten, als voorportaal voor een latere opname in de verplichte verzekering".

De BVAS vraagt al jaren dat er een tweede niveau in de ziekteverzekering zou ingebouwd worden om innoverende verstrekkingen te kunnen terugbetalen en om dergelijke innovaties niet tegen te houden wanneer er nog geen budget voorhanden is. Dit tweede niveau zou gekoppeld kunnen worden aan de voorgestelde 'opkuis' van allerlei rommel die omwille van de concurrentie tussen de ziekenfondsen in het pakket van de aanvullende verzekering werd opgenomen. Zo kan niet op evidentie gebaseerde pseudogeneeskunde vervangen worden door op evidentie gebaseerde medische innovatie.

  • 6. Goed bestuur

'Moderniseringsas' zes handelt over bestuurskracht, goed bestuur en transparantie en dat hoofdstuk is grotendeels logisch en positief opgebouwd. Wel lezen we dat initiatieven zullen genomen worden om de bestaansduur van een dubbel circuit (elektronisch én papieren circuit) te beperken aangezien dit twee workflows zijn voor de verzekeringsinstellingen en ze dus ook hogere kosten genereren (pagina 60). Met andere woorden: het papieren circuit zal op korte termijn verdwijnen.

Er staat niet duidelijk in de nota welk handhavings-, controle- en sanctioneringsbeleid er mogelijk is bij de ziekenfondsen zelf. De BVAS pleit ervoor dat de controledienst van de verzekeringsinstellingen zou aangepast worden. Er zijn immers teveel beheerders van de Controledienst die rechtsreeks uit de ziekenfondsen komen.

Slotbemerking

Tot slot: het weze duidelijk dat CM-CD&V de regering in een houdgreep heeft. De erfgenamen van Guy Verhofstadt 's burgermanifesten "zonder dogma's, zonder drukkingsgroepen, zonder voorrechten" en de hardliners van de N-VA hadden allicht een meer ingrijpende hervorming van de zieke(n)kassen gewenst.

PS: tussentitels van de redactie.

Sterk in het oog springt alvast dat met de verzekeringsinstellingen een stabiel en adequaat budgettair meerjarenkader wordt afgesproken. Dat houdt in dat de "totale administratiekosten op een objectieve, transparante en stabiele manier worden aangepast aan de evolutie van de loonkost en het werkvolume" (pagina 65). Met andere woorden, de ziekenfondsen wordt een indexering gegarandeerd. Dat willen de artsen uiteraard ook, we sluiten immers elke twee jaar een soort van pact af met de minister van Sociale Zaken. Het toekomstpact draait rond zes moderniseringsassen.As nummer één gaat bijvoorbeeld over 'informatieverlening aan, hulpverlening en gezondheidscoaching van de leden.' Digitalisering, zo lezen we hier op pagina 10, "moet bijdragen tot meer waarde-creatie en hogere efficiëntie. De op die manier vrijgemaakte middelen kunnen ingezet worden om de nieuwe vormen van dienstverlening uit te bouwen, met bijzondere aandacht voor diegenen die zwakker zijn op vlak van financiële toestand en gezondheid." Eigenlijk impliceert dit dat door de digitalisering een groot deel van het oorspronkelijke werk van de verzekeringsinstellingen wordt uitgevoerd door de zorgverstrekkers. Zij worden evenwel niet extra vergoed voor deze bijkomende administratieve overlast. De BVAS vindt dat minstens een deel van de vrijgemaakte middelen moet overgeheveld worden naar het budget van de artsen.'Moderniseringsas' twee heeft betrekking op de bijdrage die de ziekenfondsen leveren tot de kennisopbouw en beleidsvoorbereiding in de gezondheidszorg. Op pagina 17 van het Toekomstpact staat het volgende: "Dat houdt in dat de VI 's een stevige rol krijgen binnen het 'redesign-programma' (de herschikking van de federale administraties, o.m. deze die met gezondheidszorg te maken hebben, M.M.) alsook in het nog op te richten Toekomstinstituut. De VI 's stellen de gegevens betreffende de aanrekeningen van de verplichte gezondheidszorgverzekering ter beschikking aan de federale gezondheidszorgadministraties."Nochtans had de Bvas bij de bespreking van de 'redesign' gevraagd om de ziekenfondsen als verstrekkers te beschouwen, net zoals de verpleegkundigen, de ziekenhuizen, de artsen enz... Daardoor zouden ze geen stemrecht meer hebben in de Algemene Raad van het RIZIV. Dat is de logica zelve. Zij zijn zelf immers zeer grote zorgverbruikers met hun mediatheken, apotheken, ziekenhuizen et cetera die ze beheren/uitbaten. Hier krijgen de BVAS en vele artsen met haar zeker geen genoegdoening, wel integendeel.'Moderniseringsas' drie gaat over handhaving en doelmatigheid. Met andere woorden over de toezichtsfunctie van de ziekenfondsen op de verplichte ziekteverzekering. Op pagina 24 van het Toekomstpact staat dat de "rol van de VI 's niet beperkt is tot eerstelijnscontroles. Ze zijn ook partner van de toezichthoudende overheid voor de dienst handhavingsbeleid. De VI 's zullen in de toekomst sterker betrokken worden in een gemoderniseerd federaal handhavingsbeleid voor de gezondheidszorgverzekering."Het document leert dat het 'handhavingsbeleid' aanzienlijk wordt uitgebreid en dat het instrumentarium hiervoor dus ongetwijfeld ook enorm zal toenemen. De 'optimalisering' van het ziekenfondsinstrumentarium houdt onder meer in dat ze gerichte feedback geven aan zorgverstrekkers, aanrekeningen gedurende een bepaalde periode strikt kunnen monitoren of bijvoorbeeld ook dat hun adviserende artsen op het terrein controle kunnen uitoefenen (pagina 32). Dat er een controle en melding gebeurt aan de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle van het Riziv in geval van mogelijk verkeerde tarificatie lijkt ons logisch. Dat evenwel een heel nieuw handhavingsbeleid wordt toegekend aan de ziekenfondsen is te verregaand. De kliklijn is niet veraf, hoewel Pedro Facon, de kabinetschef van minister De Block, ons bezwoer dat dit niet de bedoeling is. Wel zou het de bedoeling zijn om de samenwerking en het partnership in de gezondheidszorg te bevorderen. Een contradictio in terminis, zo vinden we. En het hoofdstukje 'Moderniseringsas' vier heeft het nog steeds over het 'adviserend geneesherenkorps'. Blijkbaar heeft de schrijver van het Toekomstpact nog nooit van genderneutraliteit gehoord. Waar is het woord arts? Men gaat hierbij uit van complementariteit tussen de adviserend arts en de arts-inspecteur. Waarbij een belangrijke rol wordt toegedicht aan de adviserende arts bij het beheren, beheersen en toezien op de bestedingen van de verplichte verzekering. Nochtans had de Bvas gevraagd de adviserende artsen onder te brengen bij het RIZIV.'Moderniseringsas' vijf behandelt de verplichte aanvullende verzekering. Een heikel punt. Op pagina 44 vermeldt het Toekomstpact dat "de aanvullende verzekering opnieuw een sterkere functie moet krijgen in het kader van innoverende gezondheidsgerichte tussenkomsten, als voorportaal voor een latere opname in de verplichte verzekering". De BVAS vraagt al jaren dat er een tweede niveau in de ziekteverzekering zou ingebouwd worden om innoverende verstrekkingen te kunnen terugbetalen en om dergelijke innovaties niet tegen te houden wanneer er nog geen budget voorhanden is. Dit tweede niveau zou gekoppeld kunnen worden aan de voorgestelde 'opkuis' van allerlei rommel die omwille van de concurrentie tussen de ziekenfondsen in het pakket van de aanvullende verzekering werd opgenomen. Zo kan niet op evidentie gebaseerde pseudogeneeskunde vervangen worden door op evidentie gebaseerde medische innovatie. 'Moderniseringsas' zes handelt over bestuurskracht, goed bestuur en transparantie en dat hoofdstuk is grotendeels logisch en positief opgebouwd. Wel lezen we dat initiatieven zullen genomen worden om de bestaansduur van een dubbel circuit (elektronisch én papieren circuit) te beperken aangezien dit twee workflows zijn voor de verzekeringsinstellingen en ze dus ook hogere kosten genereren (pagina 60). Met andere woorden: het papieren circuit zal op korte termijn verdwijnen.Er staat niet duidelijk in de nota welk handhavings-, controle- en sanctioneringsbeleid er mogelijk is bij de ziekenfondsen zelf. De BVAS pleit ervoor dat de controledienst van de verzekeringsinstellingen zou aangepast worden. Er zijn immers teveel beheerders van de Controledienst die rechtsreeks uit de ziekenfondsen komen.SlotbemerkingTot slot: het weze duidelijk dat CM-CD&V de regering in een houdgreep heeft. De erfgenamen van Guy Verhofstadt 's burgermanifesten "zonder dogma's, zonder drukkingsgroepen, zonder voorrechten" en de hardliners van de N-VA hadden allicht een meer ingrijpende hervorming van de zieke(n)kassen gewenst.PS: tussentitels van de redactie.