...

De 20ste editie van de traditionele debatavond - het Medisch Politiek Congres zoals de Artsenkring van de Zennevallei het noemt - opende op donderdag 21 april met een videoboodschap van Vlaams minister Wouter Beke. Hij bedankte om te beginnen de huisartsen voor de grote inzet tijdens de covidcrisis. Die heeft een prijs gehad. Beke spreekt over een 'stuwmeer van uitgestelde zorg', uitgeputte artsen die hun praktijk willen verlaten,... 70% van de huisartsenpraktijken voert een patiëntenstop in. Hoe geef je huisartsenpraktijken een nieuwe toekomst? Professor Marc Noppen, longarts en ceo van UZ Brussel, denkt dat we de zorg morgen slimmer moeten inzetten. De bevolking wordt immers ouder, pathologie complexer, en een groot deel van de nu actieve artsen gaat morgen met pensioen. Preventie en gezondheidspromotie zou heel wat curatieve zorg overbodig kunnen maken. "Toch besteden we daaraan nog geen 2% van de 40 miljard uitgaven voor gezondheid en welzijn." Het klassieke 'lijnenmodel' moet voor Noppen de schop op: geïntegreerde zorg betekent dat de echelons door elkaar gaan lopen. Eerstelijnszorg is ook breder dan huisartsgeneeskunde. Het omvat tevens het aanpakken van sociaal-economische factoren. "Gezondheidszorg zou een horizontaal beleidsdepartement moeten zijn, dat waakt over health in all policies." Ook Ri De Ridder koppelt zorg die meer gericht is op de vraag van de patiënt aan populatiegericht management. Het voorbeeld dat hij geeft, is dat van de geestelijke gezondheidszorg - nog een ondergeschoven kindje in ons Belgische systeem. De federale overheid wil jaarlijks 152 miljoen euro vrijmaken voor de eerstelijnspsychologische functie. "Maar we gaan die niet opzetten volgens het klassieke prestatiegerichte terugbetalingssysteem." De netwerken geestelijke gezondheidszorg moeten een systeem opzetten dat ze verder delegeren naar een decentraal niveau, legt hij uit. "Per regio van ongeveer 100.000 à 150.000 inwoners moet bekeken worden waar de grootste behoeften in de lokale bevolking liggen en hoe daar het best kan worden op ingespeeld." Geïntegreerde zorg gaat voor Ri De Ridder tevens over het billijk verdelen van de zorg. Econoom Nicolas Bouckaert werkt voor het KCE en belichtte mee het thema billijkheid in een serie performantierapporten over de Belgische gezondheidszorg. Mensen uit sociaal-economisch kwetsbare groepen die gezondheidszorg het meeste nodig hebben, krijgen zelden ook effectief de meeste zorg. Ze moeten in ons land te vaak in hun ondiepe buidel tasten - wat leidt tot uitstel van zorg. Systemen als de verhoogde tegemoetkoming en de maximumfactuur zijn als vangnet te weinig effectief. Mensen weten vaak ook niet dat ze er een beroep op kunnen doen. Krijgen huisartsen voldoende middelen om aan preventie te doen, luidt de eerste vraag van het eigenlijke debat, na de uiteenzettingen. De artsen in het publiek kunnen de vraag beantwoorden met hun smartphone. De scores zijn laag, de vraag wordt negatief beantwoord. "Collectieve preventie is de zaak van iedereen", zegt dokter Herwig Van Pottelbergh die in het panel de huisartsen vertegenwoordigt. Maar de overheid laat kansen liggen, vindt hij. "De medische preventie zit veelal in onze routines ingebakken. We nemen geregeld iemands bloeddruk. Zien we iemand met een platvoet, dan verwijzen we hem door. Secundaire preventie na een hartinfarct is voor ons eigenlijk chronische zorg. Maar voor systematische preventieve acties zoals die bijvoorbeeld zijn beschreven in de Gezondheids- gids, daar krijgen we inderdaad de middelen niet voor. Al jaren wordt gepraat over praktijkondersteuning voor de huisarts, maar die komt er maar niet." Ook de financiering van de huisartsenpraktijken brengt moderator Dirk Avonts in het debat ter sprake. Het publiek heeft de voorkeur voor een gemengd systeem. "We werken de facto in een gemengd systeem", maakt Van Pottelbergh duidelijk. Minister Beke liet in zijn videotoespraak al verstaan dat de toekomst voor de huisarts voor hem misschien ligt in de uitbouw van brede, multidisciplinaire eerstelijnspraktijken. Dokter De Ridder is geïnteresseerd in het cappuccinomodel voor de huisarts: een deel van het inkomen voor de patiëntenpopulatie, een deel voor het aantal prestaties, en een stukje pay for performance. "Bij een herijking zou aandacht moeten gaan naar een billijk huisartseninkomen binnen het team, maar ook naar de omvang van het praktijkinkomen." De artsen in het publiek - voor veruit het grootste deel huisartsen - zijn geen voorstander van een verplicht verwijzingsbriefje voor de tweede lijn, blijkt uit de polls. Maar ze vinden wel dat de ziekenhuizen te vaak op het terrein komen van de huisarts. Herwig Van Pottelbergh vraagt een duidelijkere afbakening van taken en krijgt applaus. "De spoed is nog het ergste. Dat is een nachtwinkel. Daar gaan de mensen naartoe als ze niet snel genoeg een afspraak krijgen bij de specialist."Ri De Ridder noemt dat evenwel calimerogedrag van de huisarts. Niet meer dan een fractie van de huisartsenzorg komt volgens hem op de spoed terecht. "En dat is frustrerend. Toch is de vraag die je dan moet stellen waarom die persoon naar de spoed is geweest. Komt de informatie daarna bij de huisarts terecht? Wie verzekert de opvolging?""Ik ben ook voor samenwerking", stelt Van Pottelbergh. "Maar ziekenhuizen organiseren wel te dikwijls zorg die huisartsen goedkoper kunnen leveren. Zo krijg je hartfalenklinieken, rugklinieken, noem maar op." Bouckaert stelt vast dat het vaak de armste bevolkingsgroepen zijn die niet bij de huisarts terechtkomen maar meer dan gemiddeld gebruik maken van de spoed. Misschien juist doordat ze zorg ook te lang uitstellen. Een beter systeem voor het gebruik van de spoed en toeleiding naar de huisarts zou misschien meer billijkheid in de hand werken. Welke ontwikkelingen baren huisartsen zorgen, vraagt professor Avonts zich af. Teleconsultatie maakt het zelfs mogelijk huisartsenzorg aan te bieden vanuit het buitenland. "Tegen commercialisering kun je het best weerwerk bieden door kwaliteit te leveren", meent De Ridder. De vraag over teleconsultatie wimpelt dokter Van Pottelbergh af. "Daar laat ik mijn slaap niet over. Waar ik me wel vragen bij stel, zijn de zorgraden. Wat voor rol hebben ze? Dienen ze voor overleg? Of leggen ze ons binnenkort verplichtingen op en wordt de huisarts een legkip van de eerstelijnszones?"Dokter Dirk De Wolf, hoofd van het Agentschap Zorg en Gezondheid, vindt dat spijkers op laag water zoeken. "Ik hoop dat de zorgraden uitgroeien tot een vehikel voor de huisartsen." In de zorgraden moeten zorgverleners samen met de welzijnswerkers en de lokale over- heden een gezamenlijk antwoord vinden voor de zorgbehoeften van de lokale bevolking", stelt De Wolf. Maar Van Pottelbergh is niet overtuigd. Huisartsen zijn amper vertegenwoordigd in de zorgraden. "De beslissingsprocedures in de zorgraden stellen me niet gerust." Het is niet de bedoeling van de zorgraden om het werk van de huisarts te organiseren, fietst De Wolf om die opmerking heen.